Gaat ongeveer 2 seconden branden
Groen: De interieurvoorverwarming werd
●
ingeschakeld met de toets
.
Rood: De interieurvoorverwarming werd uit-
●
geschakeld met de toets
.
Knippert ongeveer 2 seconden langzaam
Groen: Er is geen inschakelsignaal ontvan-
●
gen. De afstandsbediening bevindt zich bui-
ten de actieradius. Verlaag de afstand tot de
wagen.
Rood: Er is geen uitschakelsignaal ontvan-
●
gen. De afstandsbediening bevindt zich bui-
ten de actieradius. Verlaag de afstand tot de
wagen.
Knippert onregelmatig
Groen: De interieurvoorverwarming is ge-
●
blokkeerd. Mogelijke oorzaken: de brandstof-
tank is bijna leeg, de accuspanning van 12
volt is zeer laag of er is een storing.
Gaat constant branden of knipperen
Oranje (daarna groen of rood): De batterij
●
van de afstandsbediening is bijna leeg. Het
inschakel- of uitschakelsignaal werd echter
ontvangen.
Oranje (knippert daarna groen of rood): De
●
batterij van de afstandsbediening is bijna
leeg. Het inschakel- of uitschakelsignaal werd
niet ontvangen.
Airconditioning
Knippert ongeveer 5 seconden
Oranje: De batterij van de afstandsbedie-
●
ning is leeg. Het inschakel- of uitschakelsig-
naal werd niet ontvangen.
Actieradius
Het bereik van de radiografische afstandsbe-
diening bedraagt enkele honderden meter
met volledig opgeladen batterij en in optima-
le omstandigheden.
Tussen de afstandsbediening en de wagen
●
moet minstens 2 meter afstand gelaten wor-
den.
Er mag zich geen obstakel tussen de af-
●
standsbediening en de wagen bevinden.
Houd de afstandsbediening met de ver-
●
›››
chroomde pen
afb. 154
in verticale po-
1
sitie naar boven.
Dek de antenne niet af.
●
Het bereik van de afstandsbediening wordt
aanzienlijk beperkt bij slecht weer, gebouwen
in de omgeving of indien de batterij bijna leeg
is.
De batterij van de afstandsbediening ver-
vangen
Indien het controlelampje niet gaat branden,
moet de batterij van de radiografische af-
standsbediening vervangen worden.
Steek een geschikt gereedschap, bijv. een
●
schroevendraaier, in de richting van de pijl in
de gleuf van de behuizing van de afstands-
›››
bediening
afb.
154.
Til het deksel op met hetzelfde gereed-
●
schap tot het blokkeerelement van de behui-
zing loskomt.
Schuif het deksel lichtjes in de richting van
●
de pijl.
Haal het deksel weg.
●
Om de batterij te verwijderen, steekt u voor-
●
zichtig een schroevendraaier of ander ge-
reedschap in de gleuf naast de batterij.
Met de schroevendraaier tilt u dan de bat-
●
terij uit het vak.
Haal de batterij weg.
●
Plaats een nieuwe batterij van hetzelfde ty-
●
pe in het vak. Let daarbij op de juiste polari-
teit.
Plaats het deksel op de behuizing van de
●
afstandsbediening.
Schuif het deksel in tegengestelde richting
●
›››
van de pijl tot het vastklikt
afb.
ATTENTIE
Het inslikken van een 20 mm grote batterij
of andere knoopcel kan op zeer korte ter-
mijn levensgevaarlijke letsels veroorzaken.
Houd de radiografische afstandsbedie-
●
ning, sleutelhangers op batterijen, vervan-
gende batterijen, knoopcellen en andere
154.
»
179