Het ontgrendelen van de wagen wordt weer-
gegeven door het tweemaal knipperen van
de knipperlichten; het vergrendelen, een-
maal.
Indien u de wagen vergrendelt en vervolgens
alle portieren en de achterklep sluit terwijl de
laatst gebruikte sleutel in de wagen blijft en
geen enkele daarbuiten, zal de wagen niet
onmiddellijk worden vergrendeld. Alle knip-
perlichten van de wagen knipperen vier maal.
Als geen van de portieren of de achterklep
geopend wordt, wordt de wagen na enkele
seconden vergrendeld.
Wanneer u de wagen ontgrendelt en geen
van de portieren of de achterklep opent,
wordt de wagen na enkele seconden op-
nieuw vergrendeld.
Portieren ontgrendelen en openen
(Keyless-Entry)
Neem de greep van een van de voorportie-
●
ren vast. Op dat ogenblik raakt u het senso-
›››
roppervlak
afb. 79
(pijl) aan van de
A
portiergreep en wordt de auto ontgrendeld.
Portier openen.
●
In wagens met selectief openen of configura-
tie van het infotainmentsysteem worden alle
portieren ontgrendeld door de portiergreep
tweemaal vast te nemen.
Openen en sluiten
Bij wagens zonder "Safe"-beveiligingsys-
teem: de portieren sluiten en vergrendelen
(Keyless-Exit)
Contact uitschakelen.
●
Bestuurdersportier sluiten.
●
Tik eenmaal op het sensoroppervlak
●
79
(pijl) van de greep van een van de
B
voorportieren. Het portier waarvan de greep
bediend wordt, moet gesloten zijn.
Bij wagens met "Safe"-beveiligingsys-
teem: de portieren sluiten en vergrendelen
(Keyless-Exit)
Contact uitschakelen.
●
Bestuurdersportier sluiten.
●
Tik eenmaal op het sensoroppervlak
●
79
(pijl) van de greep van een van de
B
voorportieren. De wagen wordt vergrendeld
›››
met het "Safe"
pag.
105-veiligheidssys-
teem. Het portier waarvan de greep bediend
wordt, moet gesloten zijn.
Raak tweemaal het sensoroppervlak
●
›››
afb. 79
(pijl) aan van de greep van een
B
van de voorportieren om de wagen te ver-
grendelen zonder het "Safe"-veiligheidssys-
›››
teem te activeren
pag.
105.
Achterklep ontgrendelen en vergrendelen
Wanneer de auto vergrendeld is, wordt de
achterklep ontgrendeld als er zich bij het
openen een passende autosleutel in de om-
›››
geving
afb. 78
bevindt.
Open of sluit de achterklep op een normale
manier.
Wanneer de achterklep gesloten is, wordt ze
›››
afb.
automatisch vergrendeld. Als de auto volledig
ontgrendeld is, zal de achterklep niet auto-
matisch vergrendeld worden na sluiting.
Wat gebeurt er bij het vergrendelen van de
wagen met een tweede sleutel
Als er zich in de wagen een autosleutel be-
vindt en de wagen wordt van buitenaf ver-
grendeld met een tweede sleutel, wordt de
sleutel binnenin de wagen vergrendeld voor
het starten van de motor
›››
afb.
motor te kunnen starten moet er gedrukt wor-
den op de knop
van de sleutel die zich bin-
nenin de wagen bevindt.
Automatisch uitschakelen van de sensoren
Als de wagen gedurende lange tijd niet ont-
grendeld of vergrendeld wordt, worden de
benaderingssensoren van de portieren auto-
matisch uitgeschakeld.
Als bij vergrendelde wagen een van de sen-
soroppervlakken van de portiergrepen vaak
ingeschakeld wordt (bijv. door de takken van
een struik te raken), worden alle benade-
ringssensoren gedurende een bepaalde tijd
uitgeschakeld.
›››
pag.
229. Om de
»
103