Trekhaak met elektrische
ontgrendeling
Beschrijving
Aan de rechterzijde van de bagage-
Afb. 221
ruimte: toets voor het ontgrendelen van de trek-
haak.
De trekhaak voor de aanhangwagen bevindt
zich in de bumper. De trekhaak met elektri-
sche ontgrendeling kan niet uitgebouwd wor-
den.
Er mogen zich geen personen, dieren of voor-
werpen in de baan van de trekhaak bevin-
›››
den
.
De trekhaak ontgrendelen en verwijderen
Wagen tot stilstand brengen en de elektro-
●
nische parkeerrem inschakelen
Motor uitzetten.
●
330
Achterklep openen.
●
›››
Toets
afb. 221
●
haak wordt elektrisch ontgrendeld en draait
automatisch naar buiten. Het controlelampje
in de toets gaat knipperen.
Trek de trekhaak helemaal uit met de hand
●
tot u merkt en hoort dat hij vastklikt; het con-
trolelampje in de toets gaat vast branden.
Achterklep sluiten.
●
Een aanhangwagen aankoppelen en aan-
●
›››
sluiten
pag.
De trekhaak wegklappen
Wagen tot stilstand brengen en de elektro-
●
nische parkeerrem inschakelen.
Motor uitzetten.
●
De aanhangwagen loskoppelen en elektri-
●
sche aansluiting met de wagen onderbreken.
Indien u een adapter gebruikt, die verwijderen
uit het stopcontact voor aanhangwagen.
Achterklep openen.
●
›››
Toets
afb. 221
●
haak wordt elektrisch ontgrendeld.
Draai de trekhaak onder de bumper met de
●
hand tot u merkt en hoort dat hij vastklikt; het
controlelampje in de toets gaat vast branden.
Achterklep sluiten.
●
›››
pag.
289.
Rijden
kort aantrekken. De trek-
325.
kort aantrekken. De trek-
Betekenis van controlelampje
Als het controlelampje in de toets
●
221
knippert, betekent dit dat de trekhaak
nog niet juist vastgeklikt is of is bescha-
›››
digd
.
›››
Blijft het controlelampje
afb. 221
●
branden met openstaande achterklep, dan is
de trekhaak juist vastgeklikt in uitgetrokken of
weggeklapte positie.
Het controlelampje in de toets gaat ongeveer
1 minuut na het sluiten van de achterklep uit.
ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de trekhaak kan li-
chamelijk letsel en ongevallen tot gevolg
hebben.
Gebruik de trekhaak enkel indien hij juist
●
is vastgeklikt.
Controleer altijd of er geen personen,
●
dieren of voorwerpen in de baan van de
trekhaak zijn.
Grijp nooit in met een werktuig of appa-
●
raat terwijl de trekhaak in beweging is.
›››
Druk nooit op de toets
afb. 221
●
neer een aanhangwagen is aangekoppeld
of een bagagerek of andere accessoires
zijn gemonteerd op de trekhaak.
Als de trekhaak niet juist vastklikt, mag u
●
hem niet gebruiken en laat u de trekhaak
nakijken in een gespecialiseerde werk-
plaats.
›››
afb.
vast
wan-