uitvoeren. Op het display van het instrumen-
tenpaneel verschijnt er dan een waarschu-
wingstekst. Dit kan het geval zijn wanneer de
batterij van de autosleutel bijvoorbeeld bijna
leeg is:
houd de sleutel direct na het indrukken van
●
de startknop altijd bij de stuurkolom
165, zo dicht mogelijk bij het logo van Kessy.
Het contact wordt automatisch ingescha-
●
keld en zo nodig slaat de motor aan.
Aanwijzingen voor de bestuurder
op het display van het instrumen-
tenpaneel
Trap het koppelingspedaal in
Deze aanwijzing verschijnt, als de bestuur-
●
der bij wagens met schakelbak bij het starten
van de motor het koppelingspedaal niet in-
trapt. De motor kan alleen worden gestart als
het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
Trap het rempedaal in.
Deze aanwijzing verschijnt, als de bestuur-
●
der bij wagens met schakelbak bij het starten
van de motor het rempedaal niet intrapt.
Kies N resp. P
Deze aanwijzing verschijnt bij het starten of
●
stoppen van de motor in het geval de keuze-
hendel van de automatische transmissie niet
Starten en rijden
in de stand P of N staat. De motor kan alleen
worden gestart of gestopt in deze standen.
In stand P schakelen; de wagen kan
zich verplaatsen; de portieren kun-
nen uitsluitend worden vergrendeld
in stand P
›››
afb.
Deze aanwijzing voor de bestuurder ver-
●
schijnt om veiligheidsredenen samen met een
waarschuwingssignaal, als de keuzehendel
van de automatische versnellingsbak na het
stoppen van de motor niet in stand P staat.
Zet de keuzehendel in P, anders kan de wa-
gen in beweging komen.
Versnelling: keuzehendel in rijst-
and!
De aanwijzing voor de bestuurder verschijnt
●
als bij het openen van het portier aan be-
stuurderszijde de keuzehendel niet in de
stand P staat. Bovendien hoort u een zoemer.
Zet de keuzehendel in stand P om te voorko-
men dat de wagen wegrolt.
Contact aan
De aanwijzing voor de bestuurder wordt
●
gegeven, samen met een signaal van een
zoemer, als het portier aan bestuurderszijde
wordt geopend terwijl het contact is inge-
schakeld.
Rijden met e-aandrijving
Het systeem van hybrideaandrij-
ving inschakelen
3 Geldig voor: hybride wagens
Bij het bedienen van de hybrideaandrijving
wordt het aandrijfsysteem van de wagen ge-
activeerd. Met ingeschakeld aandrijfsysteem
is de e-aandrijving geactiveerd. De verbran-
dingsmotor gaat automatisch werken wan-
neer het laadpeil van de hoogvoltaccu niet
voldoende is om te rijden met e-aandrijving
of wanneer een groot aandrijfvermogen no-
dig is.
Voorwaarden om het aandrijfsysteem in te
schakelen
Het aandrijfsysteem kan worden ingescha-
keld wanneer is voldaan aan de volgende
voorwaarden:
De hoogvoltaccu is voldoende opgeladen.
●
Er is geen laadkabel ingestoken.
●
De temperatuur van de hoogvoltaccu ligt
●
binnen het werkingsbereik.
Er is een geldige contactsleutel in de wa-
●
gen.
Het aandrijfsysteem inschakelen
Druk eenmaal op de startknop. Het contact
●
is ingeschakeld.
»
233