De lengte van de dissel van de aanhang-
●
wagen werd bepaald.
De lengte van de dissel van de aanhang-
wagen bepalen
De assistent voor manoeuvres met aanhang-
wagen kan de lengte van de dissel van de
aanhangwagen bepalen met een aantal
draaimanoeuvres of bochttrajecten. Hoe
nauwkeuriger de lengte van de dissel wordt
bepaald, hoe grotere hoeken beschikbaar
zijn om te manoeuvreren. De assistent ver-
deelt de maximaal beschikbare eindaansla-
gen van de hoekindicator in vier niveaus: ca.
30°, 45°, 60° en 75°.
Let op
Om technische redenen kan de assistent
niet altijd de aanhangwagens met led-ach-
terlichten correct detecteren.
312
Rijden
Bedienen
Draaiknop van de buitenspiegels:
Afb. 213
hoek van de aanhangwagen instellen.
Display van het instrumentenpaneel:
Afb. 214
achteruitrijden.
›››
Legenda van
afb.
213,
afb.
214:
Draaiknop van de buitenspiegels
1
Oriëntatie van de aanhangwagen naar
2
links
Oriëntatie van de aanhangwagen naar
3
rechts
De wagen in de richting van de trekhaak
4
bewegen.
Werkelijke positie van de aanhangwagen
5
Doelpositie van de aanhangwagen
6
Nulpositie van de hoekindicator
7
De wagen met aanhangwagen bedienen
Er moet voldaan zijn aan de voorwaarden
›››
van het systeem
pag.
311.
Schakel de achteruitversnelling in.
●
Druk op toets
.
●
›››
Laat het stuur los
.
●
Beweeg de draaiknop tot de gewenste rich-
●
›››
ting is bereikt
afb.
213. Op het scherm van
het instrumentenpaneel verschijnt ter oriën-
tatie een voorstelling van de wagen met aan-
hangwagen in de actuele positie
Rijd achteruit door traag te accelereren. Let
●
op de omgeving!
Corrigeer zo nodig de hoek met de draai-
●
knop. Druk de knop naar links of rechts: de
combinatie verplaatst zich naar links of
rechts. Druk de knop achteruit: de wagen
volgt de aanhangwagen.
Rijd achteruit en vooruit tot de gewenste
●
positie is bereikt.
Het manoeuvre eindigt wanneer een over-
●
eenkomstige melding verschijnt op het
›››
afb.
214.