het controlelampje
en het lampje
gedurende 60 seconden
blijft branden en daarna uitgaat.
ATTENTIE
De bestuurder van de wagen is verant-
●
woordelijk voor het in- of uitschakelen van
de airbag.
Schakel de airbag enkel uit bij uitgescha-
●
keld contact! Indien u dit niet doet, kunt u
een defect veroorzaken in het systeem om
de airbag uit te schakelen.
Laat de sleutel in geen enkel geval in de
●
schakelaar voor uitschakeling van de air-
bag zitten, want de sleutel kan beschadigd
worden of de airbag kan bij het rijden in
werking of buiten werking gesteld worden.
Buiten werking gestelde airbags zo snel
●
mogelijk weer in paraatheid brengen, op-
dat hun beschermende werking weer wordt
hersteld.
30
niet blijft branden
Knie-airbag
Afb. 19
airbag voor de knieën.
Afb. 20
bied van de airbag voor de knieën.
De airbag voor de knieën bevindt zich aan de
zijde van de bestuurder, onderaan in het
dashboard
keerd met het opschrift "AIRBAG".
Veiligheid
Aan de bestuurderszijde: plaats van de
Aan de bestuurderszijde: werkingsge-
›››
afb.
19. De airbags zijn gemar-
De rood gemarkeerde zone (werkingsgebied)
›››
afb. 20
wordt bedekt met de airbag bij ac-
tivering ervan. In dit gebied mogen nooit
voorwerpen geplaatst of bevestigd worden.
ATTENTIE
De airbag voor de knieën wordt ontvou-
●
wen voor de knieën van de bestuurder.
Houd het werkingsgebied van de airbag
voor de knieën steeds vrij.
Plaats geen voorwerpen op het deksel
●
noch in het werkingsgebied van de airbag
voor de knieën.
Verstel de bestuurdersstoel zo dat min-
●
stens 10 cm (4 inch) ruimte tussen de knie-
en en de airbag voor de knieën aanwezig is.
Als het door uw lichaamsbouw niet moge-
lijk is om hieraan te voldoen, neem dan on-
middellijk contact op met een gespeciali-
seerde werkplaats.