Zij-airbags
Afb. 21
Zij-airbag in de bestuurdersstoel.
De zij-airbags zitten in de rugleuningvulling
›››
van de bestuurdersstoel
afb. 21
bijrijdersstoel.
De inbouwplaatsen zijn gemarkeerd door het
opschrift "AIRBAG" onderaan op de rugleu-
ningen.
De zij-airbags bieden als aanvulling op de
veiligheidsgordels extra bescherming voor
het bovenlichaam bij zware botsingen van
opzij en, naargelang de uitrusting, ook bij het
›››
omslaan van de wagen
.
Bij botsingen van opzij wordt door de zij-air-
bags het gevaar op lichamelijk letsel voor de
inzittenden gereduceerd aan de zijde waar
de impact plaatsvindt. Behalve hun gewone
beschermende functie hebben de veilig-
heidsgordels ook de taak om de inzittenden
Airbagsysteem
bij een aanrijding van opzij zo op hun plaats
te houden dat de zij-airbags maximale be-
scherming kunnen bieden.
ATTENTIE
Als de inzittenden geen veiligheidsgor-
●
dels dragen, tijdens de rit naar voren leu-
nen of een verkeerde zitpositie aannemen,
staan ze bij een ongeval bloot aan een ver-
hoogd risico op lichamelijk letsel als het
airbagsysteem wordt geactiveerd.
Om de zij-airbags hun volledige bescher-
●
mende werking te laten bieden, moet u tij-
dens het rijden de juiste zithouding aan-
houden en de veiligheidsgordel op de juiste
manier dragen.
Bij een botsing van opzij werken de zij-air-
●
en van de
bags niet indien de sensoren niet correct
de drukverhoging meten aan de binnenzij-
de van de portieren, wanneer de lucht naar
buiten komt via de zones met gaten of ope-
ningen in het paneel van het portier.
Nooit rijden met uitgebouwde binnenpa-
●
nelen van de portieren of niet correct afge-
stelde panelen.
Nooit rijden wanneer de luidsprekers in
●
de portierpanelen uitgebouwd zijn, behalve
wanneer de openingen van de luidspreker
correct zijn afgedekt.
Altijd controleren of de openingen be-
●
dekt of afgesloten zijn wanneer luidspre-
kers of een andere uitrusting geïnstalleerd
worden in de binnenpanelen van de portie-
ren.
Tussen de inzittenden op de buitenste zit-
●
plaatsen en het werkingsgebied van de air-
bags mogen zich geen andere personen,
dieren of voorwerpen bevinden. Om de
werking van de zij-airbags niet te belem-
meren, mogen bovendien aan de portieren
geen accessoires zoals bekerhouders wor-
den bevestigd.
Aan de kledinghaken in de wagen mag
●
uitsluitend kleding met weinig gewicht wor-
den opgehangen. In de zakken van de kle-
dingstukken mogen geen zware en scherpe
voorwerpen zitten.
Er mogen geen grote krachten (zoals
●
krachtig stoten of trappen) op de zijkanten
van de rugleuningen worden uitgeoefend
omdat anders het systeem kan worden be-
schadigd. De zij-airbags zouden in dit ge-
val niet worden geactiveerd!
Er mogen in geen enkel geval stoelhoe-
●
zen op de stoelen met ingebouwde zij-air-
bags worden aangebracht die niet uitdruk-
kelijk voor uw wagen zijn goedgekeurd.
Omdat de luchtzak aan de zijkant uit de
stoel wordt ontvouwen, zou bij gebruik van
niet-vrijgegeven stoelhoezen de bescher-
mende werking van uw zij-airbag aanzien-
lijk nadelig worden beïnvloed.
Beschadigingen aan de originele stoel-
●
hoezen of de naad in de module van de zij-
airbag moeten direct door een gespeciali-
seerde werkplaats worden gerepareerd.
De beschermende werking van de air-
●
bags geldt slechts voor één aanrijding en
»
31