SEAT beveelt aan te rijden met de functie in
stand "Middel".
In- of uitschakelen van de waarschuwing
van de afstand
De afstandswaarschuwing kan worden in- en
uitgeschakeld in het infotainmentsysteem
met de functietoets > Assistentie
›››
pag.
94.
Het systeem behoudt de uitgevoerde instel-
ling de volgende keer dat het contact inge-
schakeld wordt.
SEAT raadt aan de waarschuwing van de af-
stand ingeschakeld te houden.
De Front Assist tijdelijk uitschake-
len in de volgende situaties
In onderstaande omstandigheden wordt het
aanbevolen Front Assist uit te schakelen van-
wege beperkingen van dit systeem:
Wanneer de wagen weggesleept wordt.
●
Wanneer de wagen op een rollenbank
●
staat.
Wanneer de radarsensor defect is.
●
Wanneer de radarsensor een schok krijgt.
●
Wanneer hij verschillende keren onnodig in-
●
grijpt.
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Wanneer de radarsensor tijdelijk wordt af-
●
gedekt met een accessoire.
Wanneer de wagen in een transportmiddel
●
zal worden geladen.
Beperkingen van het systeem
Op het display van het instrumenten-
Afb. 185
paneel: aanwijzing van initiële zelfkalibratie
van het systeem.
De Front Assist heeft een aantal beperkingen
die eigen zijn aan het systeem. Zo kunnen bij-
voorbeeld sommige reacties van het systeem
onder bepaalde omstandigheden ongeschikt
zijn vanuit het standpunt van de bestuurder.
Daarom moet de bestuurder altijd aandach-
tig zijn om in te grijpen waar nodig.
Onderstaande omstandigheden kunnen
veroorzaken dat Front Assist niet of te laat
zou reageren:
Tijdens de eerste momenten van het rijden
●
na inschakeling van het contact, door de initi-
ele zelfkalibratie van het systeem. Tijdens die
periode wordt een statuspictogram
185
getoond.
Als de Front Assist uitgeschakeld of defect
●
is.
Als de radarsensor vuil of bedekt is.
●
Bij het nemen van scherpe bochten of com-
●
plexe trajecten.
Als het gaspedaal helemaal ingetrapt
●
wordt.
Wanneer de ASR uitgeschakeld is of de
●
›››
ESC in de modus Sport
pag. 295
veerd is.
Als de ESC regelt.
●
Verschillende lichten van de wagen of van
●
de elektrisch vastgekoppelde aanhanger zijn
defect.
Als er zich metalen voorwerpen bevinden
●
zoals bijv. geleiderails of platen gebruikt bij
werkzaamheden.
Als de wagen achteruit rijdt.
●
Bij sneeuw of hevige regenval.
●
Bij smalle voertuigen zoals bijvoorbeeld
●
motorfietsen.
Bij voertuigen die uit de lijn rijden.
●
›››
afb.
geacti-
»
267