De voorgloeitijd hangt af van de koelvloei-
stoftemperatuur en de omgevingstempera-
tuur. Als de motor al op bedrijfstemperatuur is
of als de omgevingstemperatuur boven +8 °C
ligt, gaat het controlelampje
conde branden. Dit betekent dat u de motor
vrijwel onmiddellijk kunt starten.
Dieselmotor starten na een lege tank
Indien de brandstoftank van een dieselwagen
volledig leeg is, kan het starten na een tank-
beurt langer duren dan normaal – zelfs tot
een minuut. Dit komt omdat eerst de lucht uit
het brandstofsysteem verwijderd moet wor-
den.
ATTENTIE
De motor nooit in afgesloten ruimtes laten
draaien – gevaar voor vergiftiging!
De uitlaatgassen van de motor bevatten
●
onder andere het geur- en kleurloze kool-
monoxide, een giftig gas dat kan leiden tot
bewusteloosheid en overlijden.
ATTENTIE
Verlaat de wagen niet terwijl de motor
draait, vooral wanneer een versnelling is
ingeschakeld. De wagen kan plots in bewe-
ging komen of er kan iets onverwachts ge-
beuren, met schade, brand of ernstige let-
sels tot gevolg.
Starten en rijden
ATTENTIE
Gebruik nooit sprays voor koud starten,
omdat deze kunnen ontploffen of een plot-
selinge toerentalverhoging van de motor
ca. één se-
kunnen veroorzaken – gevaar voor verwon-
dingen.
VOORZICHTIG
De startmotor of motor kan beschadigd
●
raken indien u probeert de motor te starten
meteen na het uitzetten.
Voorkom bij koude motor hoge toerental-
●
len, volgas en sterke motorbelasting – ge-
vaar voor motorschade!
Milieu-aanwijzing
Laat de motor niet warm draaien terwijl de
wagen stilstaat. Rijd direct rustig weg.
Daardoor bereikt de motor sneller zijn be-
drijfstemperatuur en is de uitstoot van
schadelijke gassen beperkter.
Let op
Bij het starten van de motor worden de
●
belangrijkste stroomverbruikers tijdelijk uit-
geschakeld.
Bij het koud starten van de motor kan het
●
geluid kort toenemen. Dit is normaal en
geen reden om u zorgen te maken.
Wanneer de buitentemperatuur lager is
●
dan +5 °C (+41 °F), kan er zich bij een die-
selmotor rook vormen onder de wagen als
de koelvloeistofverwarmer met werking op
brandstof is ingeschakeld.
Motor afzetten
Breng de wagen onmiddellijk tot stilstand
●
›››
.
Met een schakelbak trapt u het koppelings-
●
pedaal volledig in of ontkoppelt u. Indien uw
wagen beschikt over automatische versnel-
lingsbak, plaatst u de keuzehendel in stand P.
Elektronische parkeerrem inschakelen.
●
›››
Druk de startknop kort in
afb.
●
Nooduitschakeling
Als de motor niet stopt door de startknop kort
in te drukken, dan moet een nooduitschake-
ling worden uitgevoerd:
Druk binnen 3 seconden de startknop twee
●
keer in of druk de startknop eenmaal in gedu-
›››
rende meer dan 1 seconde
contact en starten op pag.
230.
Functie van wasstraat (hybride wagens)
Wanneer het contact is uitgeschakeld met in-
geschakelde versnelling N, kan de wagen rol-
len gedurende de volgende 30 minuten. In-
dien de wagen na die tijd stilstaat, wordt au-
tomatisch de parkeervergrendeling P
164.
in Drukknop
»
231