OF: de auto bevindt zich in een streek die
●
niet is opgenomen in de kaart van het naviga-
tiesysteem.
Geen gegevens beschikbaar
Het systeem van verkeerstekenherkenning
●
werkt niet in het land waarin men momenteel
rijdt.
Weergave van de verkeersborden op het
instrumentenpaneel in- en uitschakelen
De permanente weergave van de verkeers-
borden in het instrumentenpaneel kan wor-
den in- of uitgeschakeld in het infotainment-
systeem met de functietoets > Instel-
lingen > Bestuurdershulpsysteem
Verkeersborden weergeven
Als de verkeerstekenherkenning ingeschakeld
is, registreert een camera onder de binnen-
spiegel de verkeersborden voor de wagen.
Nadat de informatie van de camera, het navi-
gatiesysteem en de actuele gegevens van de
wagen zijn gecontroleerd en geëvalueerd,
worden maximaal drie geldige verkeerste-
›››
kens
afb. 57
samen met de aanvullende
borden weergegeven.
Eerste plaats:
Het momenteel geldende sig-
naal voor de bestuurder verschijnt links
op het scherm. Bijvoorbeeld, het verbod
om met meer dan 130 km/u ( 100 mpu ) te
›››
rijden
afb. 57
A.
Instrumenten en controlelampjes
Tweede plaats:
Op de tweede plaats wordt
een geldig signaal slechts onder be-
paalde omstandigheden getoond,
bijv. 100 km/u ( 60 mph ) met het aanvul-
lende bord van regen.
Aanvullend bord:
het aanvullend bord geeft
aan in welke omstandigheden de snel-
heidslimiet van kracht is (regen, tijdzone,
nevel enz.).
Derde plaats:
op de derde plaats wordt
deels een bord van inhaalverbod ge-
toond. Indien er geen voorwaardelijke
snelheidslimiet is en er wel een inhaal-
verbod geldt, wordt dat laatste getoond
op de tweede plaats
.
Snelheidswaarschuwing
Indien het systeem vaststelt dat de op dat
moment toegestane snelheid wordt over-
schreden, kan het de bestuurder waarschu-
wen met een "gong" en een melding op het
scherm van het instrumentenpaneel.
De snelheidswaarschuwing kan volledig wor-
den in- of uitgeschakeld in het infotainment-
systeem met de functietoets > Instel-
lingen > Bestuurdershulpsysteem
›››
pag.
90. De instelling gebeurt in stappen
van 5 km/u (3 mph) binnen een interval tus-
sen 0 km/u (0 mph) en 10 km/u (6 mph) bo-
ven de maximaal toegestane snelheid.
Aanhangwagenmodus
Wanneer in wagens met in de fabriek gemon-
teerde trekhaak de aanhangwagen op elek-
trische wijze aangesloten is, kan de weergave
van specifieke verkeersborden voor wagens
die met aanhangwagen rijden, zoals snel-
heidsbeperkingen of inhaalverboden, worden
in- of uitgeschakeld. Het in- of uitschakelen
gebeurt in het infotainmentsysteem met de
functietoets > Instellingen > Be-
stuurdershulpsysteem
Voor de aanhangwagenmodus kan de aan-
wijzing van de geldende snelheidsbeperkin-
gen worden aangepast aan het type aan-
›››
afb. 57
C.
hangwagen of de wettelijke bepalingen. De
instelling gebeurt in stappen van 10 km/u
(5 mph) binnen een interval tussen 60 km/u
(40 mph) en 130 km/u (80 mph). Indien een
hogere snelheid wordt ingesteld dan toege-
staan in het land in kwestie voor het rijden
met aanhangwagen, toont het systeem auto-
matisch de gebruikelijke snelheidsbeperkin-
gen, bijv. in Duitsland 80 km/u (50 mph).
Wordt de snelheidswaarschuwing voor aan-
hangwagen uitgeschakeld, dan toont het
systeem de snelheidsbegrenzingen alsof de
wagen geen aanhangwagen had.
Beperkte werking
Het systeem van verkeerstekenherkenning
heeft een aantal beperkingen. De volgende
›››
pag.
90.
»
79