Verlaag het uitgangsvolume voordat u
●
een audio- of multimediabron verwisselt of
aansluit.
ATTENTIE
Bij gebruik van mobiele telefoons en radio-
communicatieapparatuur zonder aanslui-
ting op een buitenantenne kunnen in de
wagen de grenswaarden voor elektromag-
netische straling worden overschreden,
hetgeen een gevaar voor de gezondheid
van de bestuurder en andere inzittenden
oplevert. Hetzelfde gebeurt als de buiten-
antenne verkeerd geïnstalleerd is.
Tussen de antenne van de mobiele tele-
●
foon en een actief implantaat, zoals een
pacemaker, moet een afstand van minstens
20 centimeter aangehouden worden, om-
dat mobiele telefoons de werking van deze
producten kunnen beïnvloeden.
De werkende mobiele telefoon mag niet
●
heel dicht bij of direct boven een actief me-
disch implantaat gehouden worden, bijv. in
de borstzak.
Zet de telefoon onmiddellijk uit indien u
●
vermoedt dat hij storingen veroorzaakt bij
een actief implantaat of een ander me-
disch toestel.
ATTENTIE
Losse of niet goed bevestigde mobiele te-
lefoons, externe apparaten en accessoires
kunnen bij een plotselinge rij- of remma-
Inleiding
noeuvre en bij een ongeval door het interi-
eur worden geslingerd.
Zet de mobiele telefoons, externe appa-
●
raten en accessoires goed vast buiten het
bereik van de airbags of berg ze veilig op.
ATTENTIE
De middenarmsteun kan de bewegingsvrij-
heid van de armen van de bestuurder be-
lemmeren en daardoor ongevallen en zwa-
re verwondingen veroorzaken.
Houd het opbergvak van de middenarm-
●
steun steeds gesloten tijdens het rijden.
ATTENTIE
Indien de lichtomstandigheden onvoldoen-
de zijn en het scherm beschadigd of vuil is,
kan het zijn dat de aanwijzingen en infor-
matie getoond op het scherm niet goed
leesbaar zijn.
De aanwijzingen en informatie op het
●
scherm mogen nooit aanleiding zijn tot het
nemen van grotere risico's. Ondanks het
scherm moet de bestuurder te allen tijde
opmerkzaam blijven.
ATTENTIE
De radiozenders kunnen waarschuwingen
over gevaren of rampen uitzenden. In de
volgende omstandigheden worden die
waarschuwingen niet ontvangen of uitge-
zonden:
Wanneer u zich bevindt in gebieden zon-
●
der of met beperkte ontvangst van het ra-
diosignaal. Ook bijv. in tunnels, tussen hoge
gebouwen, in garages, lage doorgangen,
bergen en dalen.
Wanneer in gebieden met voldoende ont-
●
vangst van het radiosignaal de frequentie-
banden van de radiozender interferenties
vertonen of niet beschikbaar zijn.
Wanneer de luidsprekers of onderdelen
●
van de wagen die nodig zijn voor de ont-
vangst van radio beschadigd zijn, niet wer-
ken of niet over voldoende elektrische
energie beschikken.
Wanneer de infotainment is uitgescha-
●
keld.
ATTENTIE
De mobiele telefoons op plaatsen met ex-
plosiegevaar geheel uitschakelen!
ATTENTIE
De rijadviezen en verkeerstekens die het
navigatiesysteem geeft kunnen afwijken
van de huidige situatie.
De verkeerstekens, signalisatiesystemen,
●
verkeersregels en plaatselijke omstandig-
heden hebben voorrang op de rijadviezen
en aanwijzingen van het navigatiesysteem.
Snelheid en rijstijl aanpassen aan het
●
weer, het wegdek, het zicht en de verkeers-
omstandigheden.
»
183