2.
Een uiteinde van de rode starthulpkabel
op de pluspool
van de wagen met de
+
ontladen accu klemmen
A
3.
Het andere uiteinde van de rode start-
hulpkabel op de pluspool
stroomgevende wagen
B
4a.
Bij wagens zonder start-stopsysteem:
een uiteinde van de zwarte startkabel op
de minpool
van de stroomgevende
–
›››
wagen
afb. 43
klemmen.
B
4b.
Bij wagens met start-stopsysteem: een
uiteinde van de zwarte startkabel
aansluiten op een geschikte massaklem,
een massief metalen deel vastge-
schroefd aan het motorblok of aan het
›››
motorblok zelf
afb.
44.
5.
Sluit het andere uiteinde van de zwarte
startkabel
in de wagen met ontladen
X
accu aan op een massief metalen deel
vastgeschroefd aan het motorblok of
aan het motorblok zelf, echter niet in de
buurt van de accu
.
A
6.
Leg de kabels zo, dat ze niet door draai-
ende delen in de motorruimte kunnen
worden geraakt.
Starten
7.
De motor van de stroomgevende wagen
starten en stationair laten draaien.
8.
De motor van de wagen met de ontla-
den accu starten en twee tot drie minu-
ten wachten tot de motor draait.
Startkabels verwijderen
9.
Vóór het losmaken van de startkabels
›››
afb.
43.
het dimlicht - wanneer dit aan is - uit-
schakelen.
van de
+
10.
In de wagen met de ontladen accu de
klemmen.
aanjager en achterruitverwarming in-
schakelen, opdat spanningspieken wor-
den afgebouwd die ontstaan bij het los-
maken.
11.
Kabels bij draaiende motoren verwijde-
ren in omgekeerde volgorde van het
aansluiten.
X
Let erop dat de klemmen voldoende contact
met het metaal hebben.
Als de motor niet aanslaat, na 10 seconden
ophouden met starten en daarna na ca. 1 mi-
nuut weer starten.
ATTENTIE
Volg de waarschuwingen op bij werk-
●
zaamheden in de motorruimte
De stroomgevende accu moet dezelfde
●
spanning (12V) en dezelfde capaciteit (zie
tekst op de accu) hebben als de lege accu.
Anders bestaat er gevaar voor explosie!
Voer nooit een starthulp uit als een van
●
de accu's bevroren is – gevaar voor explo-
sie! Ook wanneer de accu is ontdooid, be-
staat er gevaar voor verbrandingen bij het
uitvloeien van accuvloeistof. Bevroren accu
vervangen.
Zelfhulp
›››
pag.
355.
Ontstekingsbronnen (open vuur, sigaret-
●
ten, enz) zover mogelijk uit de buurt van de
accu's houden. Ontploffingsgevaar!
Let op de gebruiksaanwijzing van de fa-
●
brikant van de startkabels.
Minkabel bij de andere wagen niet direct
●
op de minpool van de ontladen accu aan-
sluiten. Door vonkvorming zou het knalgas
dat uit de accu stroomt, kunnen ontsteken -
gevaar voor explosie!
Minkabel bij de andere wagen niet op de-
●
len van het brandstofsysteem of op de
remleidingen vastklemmen.
De niet-geïsoleerde delen van de pool-
●
tangen mogen elkaar niet raken. Bovendien
mag de op de pluspool van de accu aange-
sloten kabel niet met elektrisch geleidende
delen van de wagen in aanraking komen -
gevaar voor kortsluiting!
Kabels zo leggen dat ze niet door draai-
●
ende delen in de motorruimte kunnen wor-
den geraakt.
Buig u niet over de accu's - u zou verbran-
●
dingen kunnen oplopen!
Let op
De wagens mogen elkaar niet aanraken,
anders zou er al bij de verbinding van de
pluspolen een stroomverbinding zijn.
55