Advertenties
Niet verankerde voorwerpen in de baga-
●
geruimte zouden zich zomaar kunnen ver-
plaatsen en het rijgedrag van de wagen
kunnen beïnvloeden.
De snelheid en de rijstijl aanpassen aan
●
het zicht, het weer, het wegdek en het ver-
keer.
Bijzonder voorzichtig gas geven.
●
Vermijd heftige stuur- en remmanoeu-
●
vres.
Rem sneller dan gebruikelijk.
●
ATTENTIE
Laat uw wagen nooit onbeheerd achter,
●
vooral niet als de achterklep is geopend.
Kinderen zouden in de kofferruimte kunnen
komen en de klep van binnenuit dichtma-
ken; ze zijn dan ingesloten en kunnen zon-
der hulp niet uit de wagen komen – levens-
gevaar!
Sluit en vergrendel zowel de achterklep
●
als ook alle portieren wanneer u de wagen
verlaat. Controleer vóór het vergrendelen
van de wagen of er geen personen meer in
de wagen zitten.
VOORZICHTIG
De verwarmingsdraden of, naargelang de
uitrusting, de antenne geïntegreerd in de
achterruit kunnen beschadigd raken, mo-
gelijk zelfs onherstelbaar, indien ze tegen
voorwerpen schuren.
Vervoeren en praktische uitrustingen
Let op
Geschikte spanbanden om lading aan de
bevestigingsogen vast te maken, zijn ver-
krijgbaar bij een automaterialenzaak.
Bagageruimte
Hoedenplank
In de bagageruimte: hoedenplank ge-
Afb. 119
sloten.
In de bagageruimte: hoedenplank uit-
Afb. 120
bouwen.
Hoedenplank openen
Trek de afdekking een beetje naar achteren
●
›››
met de hendel
afb. 119
en haal ze naar
1
boven uit de verankering (pijlen). Leid de af-
dekking voorzichtig naar voren.
Hoedenplank sluiten
Trek de afdekking naar achteren met de
●
hendel
en klik ze vast in de verankering
1
(pijlen).
Hoedenplank uitbouwen
Open indien nodig de hoedenplank.
●
Druk de steun van de afdekking
●
120
in de richting van de pijl en houd hem
1
in deze positie.
De beschermhoes naar boven verwijderen.
●
Laat de steun van de afdekking
●
120
los.
1
›››
afb.
›››
afb.
»
147
Advertenties
