Als de werking van de Front Assist ver-
●
stoord is, bijvoorbeeld door vuil of de ont-
regeling van de radarsensor, kan het sys-
teem onnodige waarschuwingen zenden en
ontoepasselijk ingrijpen op de remmen.
Front Assist reageert niet bij dieren, noch
●
bij kruisende wagens of bij een tegemoet-
komende wagen op dezelfde rijstrook.
Front Assist reageert ook niet bij voet-
●
gangers die in tegengestelde richting rij-
den op dezelfde rijstrook.
U moet als bestuurder altijd paraat zijn
●
om de controle van de wagen over te ne-
men.
Let op
Bij ingeschakelde Front Assist kunnen de
●
aanwijzingen van het display van andere
functies verborgen zijn.
Wanneer de Front Assist remt, is het rem-
●
pedaal "zwaarder".
Automatische ingrepen op de remmen
●
van de Front Assist kunnen worden onder-
broken door het koppelingspedaal of het
gaspedaal in te trappen, of door te draaien
aan het stuurwiel.
Front Assist kan de auto doen vertragen
●
tot zelfs volledige stilstand. Het remsys-
teem doet de wagen echter niet permanent
stilstaan. Trap het rempedaal in!
Als de Front Assist niet werkt zoals be-
●
schreven in dit hoofdstuk (bijv. indien het
266
Rijden
systeem verschillende keren onnodig in-
grijpt), schakel het dan uit.
Bediening van het noodremhulp-
systeem (Front Assist)
Afb. 184
Op het display van het instrumenten-
paneel: aanwijzing van Front Assist uitgescha-
keld.
De Front Assist is actief bij inschakelen van
het contact.
Wanneer de Front Assist uitgeschakeld is, zijn
ook de functie van voorwaarschuwing en de
afstandswaarschuwing uitgeschakeld.
SEAT raadt aan de Front Assist geactiveerd te
›››
laten. Uitzonderingen
pag. 267, De Front
Assist tijdelijk uitschakelen in de volgende
situaties.
Front Assist in- en uitschakelen
Met ingeschakeld contact kan de Front Assist
als volgt worden in- en uitgeschakeld:
Selecteer de juiste optie in het menu via de
●
toets van de hulpsystemen voor de bestuur-
›››
der
pag.
87.
OF: via het infotainmentsysteem met de
●
functietoets > Assistentie
Wanneer de Front Assist is uitgeschakeld, ver-
schijnt op het instrumentenpaneel de aanwij-
›››
zing
afb.
184.
De voorwaarschuwing in- of uitschakelen
De voorwaarschuwing kan worden in- en
uitgeschakeld in het infotainmentsysteem
met de functietoets > Assistentie
›››
pag.
94.
Het systeem behoudt de uitgevoerde instel-
ling de volgende keer dat het contact inge-
schakeld wordt.
SEAT raadt aan de voorwaarschuwing inge-
schakeld te houden.
Naargelang het infotainmentsysteem van de
wagen kan de functie van voorwaarschu-
wing als volgt worden aangepast:
Vroegtijdig
●
Middel
●
Laat
●
Uit
●
›››
pag.
94.