Sneeuwkettingen
Als het verplicht is om sneeuwkettingen te ge-
bruiken, moet u dit ook bij wagens met 4-wie-
›››
laandrijving doen
pag.
Banden verwisselen
Bij wagens met vierwielaandrijving mogen al-
leen wielen met dezelfde maat worden ge-
bruikt. Vermijd ook banden met verschillende
›››
profieldiepte
pag.
373.
Terreinwagen?
Uw SEAT is geen terreinwagen, de bodemvrij-
heid is daarvoor te gering. Daarom ongepla-
veide wegen mijden.
ATTENTIE
Ook bij wagens met vierwielaandrijving
●
uw rijstijl steeds aan de toestand van de rij-
weg en aan de verkeerssituatie aanpassen.
De geboden hogere veiligheid mag geen
aanleiding zijn tot het nemen van grotere ri-
sico's. Gevaar voor ongevallen!
Het remvermogen van uw wagen wordt
●
door de grip van de banden bepaald. Het is
daarom niet anders dan bij een 2-wielaan-
gedreven wagen. Daarom dient men, on-
danks een goede acceleratie op zelfs een
glad wegdek, niet met te hoge snelheden
te rijden. Gevaar voor ongevallen!
Let er bij een natte rijbaan op dat bij een
●
te hoge snelheid de voorwielen kunnen
gaan "glijden" (aquaplaning). Daarbij
254
wordt, anders dan bij wagens met voorwie-
laandrijving, niet aangegeven dat de wie-
len beginnen te glijden doordat de motor
plotseling in een hoger toerentalgebied
378.
komt. Om deze reden en ondanks het voor-
afgaande, dient u de snelheid aan de weg-
omstandigheden aan te passen. Gevaar
voor ongevallen!
Zuinig en milieubewust rijden
Het brandstofverbruik, de verontreiniging en
de slijtage van de motor, remmen en banden
hangen van uw rijgedrag af. Met een efficiën-
te rijstijl kan uw verbruik 10-15% dalen. In dit
hoofdstuk staan enkele tips om het milieu en
tegelijkertijd uw portemonnee te ontlasten.
Actieve cilinderregeling (ACT®)
Naargelang de uitrusting van de wagen kan
de actieve cilinderregeling (ACT®) een aan-
tal cilinders van de motor uitschakelen indien
de rijsituatie niet veel vermogen vergt. Het
aantal actieve cilinders kan op het display
van het instrumentenpaneel weergegeven
worden
Vooruitziend rijden
Als u vooruitziend rijdt, hoeft u minder te rem-
men en dus ook minder te accelereren. Maak
wanneer mogelijk gebruik van de inertie van
de wagen met een ingeschakelde versnel-
Rijden
›››
pag.
72.
ling. Doordat u op de motor afremt, ontziet u
de remmen en de banden. Bovendien worden
er geen uitlaatgassen geproduceerd en
wordt er geen brandstof verbruikt.
Energiebesparend schakelen
Een effectieve manier om brandstof te be-
sparen is om tijdig op te schakelen.
Schakelbak: zo snel mogelijk van de eerste
naar de tweede versnelling schakelen. Een
gunstiger brandstofverbruik is ook een functie
van de gekozen versnelling. Kies de hoogst
mogelijke versnelling voor de rijsituatie, let er
daarbij op dat de motor nog mooi rond loopt.
Automatische versnellingsbak: gaspedaal
langzaam intrappen en de "kickdown" vermij-
den.
Volgas vermijden
De topsnelheid van uw wagen moet u bij
voorkeur nooit helemaal halen. Het brand-
stofverbruik, de uitstoot van schadelijke gas-
sen en het lawaai nemen sterk toe met de
verhoging van de snelheid. Verlagen rijden
bespaart brandstof.
Stationair draaien beperken
Bij wagens met start-stopsysteem wordt sta-
tionair draaien automatisch beperkt. Bij wa-
gens zonder start-stopsysteem loont het de
moeite om de motor uit te zetten, bijv. voor
spoorwegovergangen en verkeerslichten die