Laad de wagen enkel op met juist geïn-
●
stalleerde, goedgekeurde stopcontacten
die niet beschadigd zijn en met een elektri-
sche installatie die zich in onberispelijke
toestand bevindt. Laat de stopcontacten
en elektrische installaties regelmatig nakij-
ken door gespecialiseerd personeel.
Steek de laadkabel enkel in een stopcon-
●
tact dat beschermd is tegen water, vocht
en andere vloeistoffen.
Laad de wagen nooit op plaatsen met
●
ontploffingsgevaar op. De componenten
van de laadkabel kunnen vonken veroorza-
ken en zo ontvlambare of explosieve dam-
pen doen ontsteken.
Gebruik nooit laadstekers of -kabels die
●
beschadigd zijn. Controleer voor elk ge-
bruik of de laadsteker en -kabel niet be-
schadigd is.
Gebruik de laadkabel nooit met een ver-
●
lengkabel, kabelhaspel, stekkerdoos of
adapter bijv. adapter voor andere landen
of met timer.
Bescherm de stekkers altijd om te vermij-
●
den dat water, vocht of andere vloeistoffen
binnendringen.
Om veiligheidsredenen mag tijdens het
●
opladen niet worden gewerkt aan de wa-
gen.
Beëindig het laadproces steeds voordat
●
u de voedingsstekker uittrekt. Anders kun-
nen de laadkabel en elektrische installatie
beschadigd raken.
338
Accu
Laad nooit verscheidene voertuigen te-
●
gelijkertijd in de laadaansluitingen van
eenzelfde beveiligde stroomkring. Gebruik
een andere beveiligde stroomkring om bij-
komende voertuigen op te laden. Let steeds
op de maximale stroom of vermogen van
de gebruikte beveiligde stroomkring. Doe
zo nodig een beroep op professionals die
gekwalificeerd zijn in elektrische installa-
ties.
Gebruik enkel de laadkabels die zijn
●
meegeleverd met de wagen of de kabel
van het laadstation. Indien de kabel ver-
vangen moet worden, wordt het aanbevo-
len om enkel laadkabels van SEAT te ge-
bruiken.
Voer geen veranderingen of reparaties
●
uit aan de elektrische componenten, met
name aan het hoogvoltsysteem.
Voordat u begint te rijden, verwijdert u
●
steeds de laadkabel. Plaats beschermdop-
pen en sluit de klep van de laadaansluiting.
Let op
De hoogvoltaccu mag enkel worden op-
●
geladen in laadstations die voldoen aan de
normen en voorschriften:
IEC 61851 en IEC 62196 (stekker type
–
2).
Indien de temperatuur erg laag of erg
●
hoog is, kan het laadvermogen van de
hoogvoltaccu sterk dalen.
Om mogelijke problemen met de compa-
●
tibiliteit met laadinfrastructuren te vermij-
den, beveelt SEAT het gebruik aan van
laadkabels en laadstations in huis die zijn
goedgekeurd door de Volkswagen Groep.
Voor het opladen met wisselstroom be-
●
veelt SEAT aan om de hoogvoltaccu op te
laden in een vast laadstation of wallbox
met maximaal laadvermogen. Op die ma-
nier wordt een hogere efficiëntie verkregen
dan bij het opladen met een stopcontact.
Neem de technische informatie over de
●
laadcapaciteit van uw wagen in acht. Voor
meer informatie kunt u steeds terecht bij
een SEAT-dealer.