Gordelverloop aanpassen aan de li-
chaamslengte
Het verloop van de gordelband kan aange-
past worden met de volgende uitvoeringen:
Veiligheidsgordels van de in hoogte verstel-
●
bare voorstoelen.
In hoogte verstelbare voorstoelen.
●
ATTENTIE
Een verkeerd gordelverloop kan bij een on-
geval ernstig of zelfs dodelijk letsel veroor-
zaken.
Het schoudergedeelte van de gordel
●
moet over het midden van de schouder lo-
pen en nooit over de hals of onder de arm.
De veiligheidsgordel moet vlak en vast
●
op het bovenlichaam liggen.
Het heupgedeelte van de veiligheidsgor-
●
del moet vóór het bekken lopen en nooit
over de buik. De veiligheidsgordel moet
vlak en vast op het bekken liggen. Trek zo
nodig lichtjes aan de gordelband.
In het geval van zwangere vrouwen moet
●
de veiligheidsgordel zo laag mogelijk en
vlak over het bekken en "rond" de buik lo-
›››
pen
afb.
13.
Verdraai de gordelband niet tijdens het
●
dragen.
Verwijder de veiligheidsgordel nooit van
●
het lichaam met de hand na juiste plaat-
sing.
22
Veiligheid
Laat de gordelband niet over harde of
●
breekbare voorwerpen lopen, zoals brillen,
balpennen of sleutels.
Wijzig het gordelverloop nooit met gor-
●
delklemmen, bevestigingsogen en dergelij-
ke.
Let op
Degenen voor wie wegens hun lichaams-
bouw, de optimale positie van de gordel-
band niet verwezenlijkt kan worden, moe-
ten informeren bij een gespecialiseerde
werkplaats over mogelijke speciale inrich-
tingen om de maximale bescherming van
de gordel en de airbag mogelijk te maken.
SEAT raadt u aan de Technische Dienst te
raadplegen.
Gordelhoogteverstelling
Naast de voorstoelen:: gordelhoogte-
Afb. 14
verstelling.
Met behulp van de gordelhoogteverstellin-
gen van de voorstoelen en de buitenste zit-
plaatsen van de tweede zitrij, kan het gordel-
verloop in de schouderzone aangepast wor-
den aan de hoogte van de inzittenden voor
het juist omgespen ervan:
Houd de geleidingsinrichting ingedrukt in
●
›››
de richting van de pijl
afb.
14.
Verplaats de geleidingsinrichting naar bo-
●
ven of onderen tot de veiligheidsgordel over
het midden van de schouder loopt
20.
Laat de geleidingsinrichting los.
●
Trek met een stevige ruk aan de gordel om
●
te controleren of de inrichting goed vastge-
klikt is.
ATTENTIE
Pas nooit de hoogte van de gordel aan tij-
dens het rijden.
›››
pag.