Tegenstuurhulp
De hulp ondersteunt de bestuurder in kriti-
sche situaties. Het systeem beveelt het draai-
en van het stuur aan om een corrigerend ma-
noeuvre uit te voeren (tegensturing) en draait
het stuur lichtjes om slippen te vermijden
›››
.
ATTENTIE
De tegenstuurhulp is een hulpfunctie voor
kritische situaties. Het is echter de taak van
de bestuurder om de controle over het
stuur op ieder moment te behouden.
Controlelampje
Gaat rood branden
Stuurinrichting defect.
Rijd niet verder, breng de wagen tot stilstand zodra
dat kan op veilige wijze.
Rijd meteen naar een gespecialiseerde werkplaats
om de storing te laten repareren.
250
Rijden
Gaat geel branden
Beperkte werking van de stuurinrichting.
Rijd voorzichtig naar een gespecialiseerde werk-
plaats om het systeem door een specialist te laten
controleren.
Indien het controlelampje niet opnieuw gaat bran-
den nadat de motor in werking is gesteld en een klein
traject is afgelegd, hoeft de stuurinrichting niet te
worden nagekeken.
OF: de accu van 12 volt was losgekoppeld en werd
opnieuw vastgemaakt.
Leg een kort traject af met 15-20 km/u (9-12 mpu).
Knippert geel
De stuurkolom zit vast.
Draai in stilstand het stuur naar de ene en andere
kant.
OF: de stuurkolom wordt niet ontgrendeld of vergren-
deld.
Schakel het contact uit en weer in. Houd rekening
met de berichten die worden getoond op het scherm
van het instrumentenpaneel.
Rijd niet verder indien de stuurkolom vergrendeld
blijft na inschakeling van het contact. Roep de hulp in
van gespecialiseerd personeel.
Het controlelampje gaat enkele seconden
branden wanneer u het contact inschakelt.
Het lampje moet na het aanslaan van de mo-
tor uitgaan.
ATTENTIE
De waarschuwingslampjes en de berichten
nooit negeren.
Als u de waarschuwingslampjes en de
●
overeenstemmende berichten negeert, kan
de wagen midden in het verkeer tot stil-
stand komen en kunnen zich ongevallen of
ernstige letsels voordoen.
De wagen tot stilstand brengen zodra dat
●
veilig kan.
SEAT-rijprofielen (SEAT Drive
Profile)
Inleiding tot thema
De bestuurder heeft dankzij SEAT Drive Profi-
le de keuze uit vier profielen, Eco, Normal,
Sport en Individual, waarbij het gedrag van
de diverse functies van de wagen wordt aan-
gepast voor uiteenlopende rijervaringen.
In de versie 4Drive zijn daarnaast ook de pro-
fielen Offroad en Snow beschikbaar.
Individual kan worden geconfigureerd naar
wens.
Beschrijving
Afhankelijk van de uitrusting van de wagen,
beïnvloedt SEAT Drive Profile de volgende
onderdelen: