Aanwijzingen op het scherm
Mogelijke aanwijzingen op het display in
het instrumentenpaneel
Op het display van het instrumentenpaneel
kan uiteenlopende informatie weergegeven
worden, naargelang de uitvoering van de wa-
gen:
Geopende portieren, motorkap en achter-
●
klep
Waarschuwings- en informatieberichten
●
Kilometerteller
●
›››
Tijd
pag. 81
●
Aanwijzingen van de radio en het navigatie-
●
systeem
Aanwijzingen van de telefoon
●
Buitentemperatuur
●
Aanwijzing van het kompas
●
Keuzehendelstanden
●
Aanbevolen versnelling
●
Gecombineerde actieradius (hybride wa-
●
›››
gens)
pag. 73
Aanwijzing van de reisgegevens (multifunc-
●
tie-indicatie) en menu's om diverse instellin-
›››
gen uit te voeren
pag. 74
Service-intervalindicatie
●
Snelheidswaarschuwing
●
Snelheidswaarschuwing voor de winter-
●
banden
72
Statusindicatie van het Start-Stopsysteem
●
›››
pag. 237
Borden gedetecteerd door het systeem van
●
verkeerstekenherkenning
Indicatie van de staat van het actief cilin-
●
dermanagement (ACT®)
Rijden met laag verbruik
●
Motorcode (LDM)
●
Aanwijzingen van de bestuurdershulpsyste-
●
›››
men
Auteursrecht
●
Geopende portieren, motorkap en achter-
klep
Na ontgrendeling van de auto en tijdens het
rijden toont het display van het instrumenten-
paneel of een van de portieren, motorkap of
achterklep openstaan; in dat geval klinkt ook
een akoestisch signaal. Afhankelijk van de uit-
voering van het instrumentenpaneel, kan de
voorstelling variëren.
›››
pag. 248
Keuzehendelstanden (versnellingsbak
met 2-voudige koppeling DSG®)
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt
zowel naast de keuzehendel als op het dis-
play van het instrumentenpaneel aangege-
›››
pag. 85
ven. Als de hendel zich in stand D/S of in
›››
pag. 74
stand Tiptronic bevindt, wordt op het display
van het instrumentenpaneel de ingeschakel-
de versnelling getoond.
Bedienen
›››
pag. 78
›››
pag. 254
pag. 257
Buitentemperatuurmeter
Indien de buitentemperatuur lager is dan on-
geveer +4 °C (+39 °F), gaat in de indicator
buitentemperatuur daarnaast ook het "ijskris-
talsymbool"
. Dit symbool blijft branden tot
de buitentemperatuur hoger is +6 °C
›››
(+43 °F)
.
Als de wagen stilstaat met ingeschakelde in-
terieurvoorverwarming of met zeer lage snel-
heid rijdt, kan de weergegeven temperatuur
door stralingswarmte van de motor iets hoger
zijn dan de werkelijke buitentemperatuur.
Het meetbereik varieert tussen -45 °C
(-49 °F) en +76 °C (+169 °F).
Aanbevolen versnelling
Tijdens het rijden kan op het display van het
instrumentenpaneel de aanbevolen versnel-
ling worden getoond om brandstof te bespa-
›››
ren
pag.
248.
Kilometerteller
De totale kilometerteller registreert de totaal
afgelegde afstand van de wagen.
De dagteller ( trip ) geeft het aantal afgeleg-
de kilometer aan sinds de laatste reset.
Zet de dagteller op nul met behulp van het
●
infotainmentsysteem of het multifunctiestuur-
›››
wiel
pag.
74.