band geeft de kant van de wagen aan waar
het verkeer in dwarsrichting nadert
Automatisch bedienen van de remmen om
schade te verminderen
Indien de uitparkeerhulp een weggebruiker
detecteert die nadert aan de achterzijde van
de wagen zonder dat de bestuurder het rem-
pedaal intrapt, bedient het systeem automa-
tisch de remmen.
Het uitparkeersysteem helpt de bestuurder
met remmen, zodat de omvang van de scha-
de beperkt blijft. De remmen worden auto-
matisch bediend indien men achteruit rijdt
met een snelheid van ca. 1-12 km/u (1-7 mph).
Zodra het systeem detecteert dat de wagen
stilstaat, wordt hij gedurende 2 seconden on-
beweeglijk gehouden.
Na het automatisch bedienen van de remmen
om de schade te verminderen, moeten onge-
veer 10 seconden voorbijgaan voordat het
systeem opnieuw kan ingrijpen in het remsys-
teem.
Het automatisch bedienen van de remmen
kan worden onderbroken door het gas- of
rempedaal krachtig in te trappen, waardoor
de bestuurder opnieuw de controle over de
wagen krijgt.
1)
Dit wordt enkel getoond indien de wagen uit-
gerust is met het parkeersysteem.
286
ATTENTIE
1)
.
De intelligente technologie in de uitpar-
keerhulp kan de limieten opgelegd door de
natuurkundige wetten niet overwinnen en
werkt enkel binnen de eigen grenzen van
het systeem. De functie van het inparkeer-
systeem mag geen aanleiding zijn voor het
nemen van risico's. Ondanks het systeem
moet de bestuurder te allen tijde opmerk-
zaam blijven.
Gebruik het systeem nooit wanneer het
●
zicht beperkt is of in complexe verkeerssi-
tuaties, bijv. op erg drukke wegen of om
verscheidene rijstroken over te steken.
Houd altijd de omgeving van de wagen in
●
het oog, aangezien het systeem bijv. fiet-
sen of voetgangers niet in alle situaties
perfect opmerkt.
De uitparkeerhulp remt de wagen niet al-
●
tijd vanzelf af tot volledige stilstand.
De hulpsystemen bedienen
De hulpsystemen in- en uitschakelen
De rijstrookwisselassistent met uitparkeeras-
sistent kan worden in- en uitgeschakeld via
het menu Assistentie van het infotainment-
systeem of het scherm van het instrumenten-
Rijden
paneel met de bedieningselementen op het
stuur. Indien de wagen is uitgerust met multi-
functionele camera, is toegang ook mogelijk
met de toets van de bestuurdershulpsyste-
men op de grootlichthendel.
Open het menu Hulpsystemen
●
●
Indien het selectievakje van het instrumen-
tenpaneel of het infotainmentsysteem aan-
gevinkt is
geactiveerd wanneer het contact wordt inge-
schakeld.
Zodra de rijstrookwisselassistent klaar is voor
werking, gaat de indicatie in de buitenspie-
gels bij wijze van bevestiging kort branden.
De laatst uitgevoerde instelling van het sys-
teem blijft actief wanneer het contact op-
nieuw wordt ingeschakeld.
Rijden met een aanhangwagen
De rijstrookwisselassistent en uitparkeerassis-
tent worden automatisch uitgeschakeld en
kunnen niet weer worden ingeschakeld indien
de in de fabriek gemonteerde trekhaak elek-
trisch is aangesloten op een aanhangwagen
of vergelijkbaar systeem.
Side Assist
Uitparkeerassistent
, wordt de functie automatisch