De sensoren worden opnieuw ingeschakeld:
Na enige tijd.
●
OF: als de wagen ontgrendeld wordt met
●
de toets
van de sleutel.
OF: als de achterklep wordt geopend.
●
OF: als de wagen handmatig wordt ont-
●
grendeld met de sleutel.
Functie voor tijdelijke uitschakeling van de
Keyless Access
U kunt het ontgrendelen van de auto met
Keyless Access (sleutelloze toegang) uitscha-
kelen voor een cyclus van ver- en ontgrende-
len.
Zet de keuzehendel in stand P (bij auto met
●
automatische versnellingsbak), aangezien de
auto anders niet vergrendeld kan worden.
Portier sluiten.
●
Druk op de sluitknop
●
diening en raak dan binnen de 5 volgende
seconden het sensoroppervlak van vergren-
deling van de bestuurdersportiergreep
79
aan. Neem de portiergreep niet vast,
B
aangezien de wagen anders niet vergrendeld
wordt. De uitschakeling kan ook plaatsvinden
indien de auto wordt vergrendeld via het slot
van het bestuurdersportier.
Om te controleren of de functie is uitge-
●
schakeld, wacht u minstens 10 seconden;
104
neem dan de portiergreep vast en trek eraan.
Het portier mag niet opengaan.
De auto kan de volgende keer enkel ontgren-
deld worden met de afstandsbediening of via
het slot. Na de volgende vergrendeling/ont-
grendeling is de sleutelloze toegang (Keyless
Access) weer actief.
Comfortfuncties
Om alle elektrisch bediende ruiten en het
schuifdak te sluiten met de comfortfunctie,
houdt u een vinger gedurende enkele secon-
den op het sensoroppervlak voor vergrende-
›››
ling
afb. 79
de ruiten en het dak gesloten zijn.
Het openen van de portieren bij aanraking
van het sensoroppervlak van de portiergreep
vindt plaats volgens de instellingen in het in-
fotainmentsysteem met de functietoets >
Instellingen > Openen en sluiten
van de afstandsbe-
VOORZICHTIG
De sensoroppervlaken van de portiergre-
›››
afb.
pen kunnen geactiveerd worden wanneer
ze geraakt worden door een waterstraal of
hogedrukspuit wanneer er een passende
autosleutel in de omgeving aanwezig is. Als
ten minste één van de elektrisch bediende
ruiten geopend is en het sensoroppervlak
›››
afb. 79
grepen constant ingeschakeld is, worden
alle ruiten gesloten.
Bedienen
(pijl) van de portiergreep tot
B
.
(pijl) van een van de portier-
B
Let op
Als de 12 volt accu nog weinig spanning
●
heeft of helemaal leeg is, of de batterij van
de autosleutel bijna leeg of leeg is, dan is
het mogelijk dat de wagen niet ontgren-
deld of vergrendeld kan worden met het
Keyless Accesssysteem. De wagen kan
handmatig worden ontgrendeld of vergren-
›››
deld
pag.
109.
Om de juiste vergrendeling van de wagen
●
te controleren, blijft de ontgrendelings-
functie uitgeschakeld gedurende ca. 2 se-
conden.
Als op het scherm van het instrumenten-
●
paneel het bericht Keyless defect wordt
getoond, kunnen er zich storingen voor-
doen in de werking van het Keyless Access-
systeem. Raadpleeg een gespecialiseerde
werkplaats. SEAT raadt u aan om daarvoor
een SEAT-dealer te raadplegen.
Afhankelijk van de functie ingesteld in het
●
infotainmentsysteem voor buitenspiegels,
worden de buitenspiegels ingeklapt en
gaat de omgevingsverlichting branden bij
het ontgrendelen van de wagen via het
sensoroppervlak in de portiergrepen van
›››
de bestuurder en bijrijder
pag.
Als er zich geen enkele passende sleutel
●
binnenin de wagen bevindt of het systeem
hem niet herkent, zal er een melding ver-
schijnen op het display van het instrumen-
tenpaneel. Dit zou kunnen gebeuren als er
een ander radiofrequentiesignaal zou in-
terfereren met het signaal van de sleutel
131.