Let op
Wanneer de functietoets
geactiveerd is
in het infotainmentsysteem, werken de be-
dieningselementen achterin niet.
Luchtroosters
Voor een correcte verwarming, koeling en
ventilatie in het interieur van de wagen moe-
ten de luchtroosters continu geopend zijn.
Om de luchtroosters te openen en sluiten,
●
draait u het betreffende kartelwieltje in de
gewenste richting. Als het wieltje in de stand
staat, is het luchtrooster gesloten.
De luchtrichting oriënteren met de hendel
●
van het ventilatierooster.
Er zijn ook luchtroosters die niet versteld kun-
nen worden; deze zijn te vinden in het dash-
board in de voetenruimte en achteraan in de
wagen.
Let op
Plaats nooit voedingsmiddelen, medicijnen
of andere voorwerpen die gevoelig zijn
voor temperaturen voor de luchtroosters,
ze kunnen beschadigd of onbruikbaar ra-
ken als gevolg van de lucht.
Airconditioning
Luchtcirculatie
In de circulatiefunctie wordt vermeden dat
buitenlucht terechtkomt in het interieur.
Uit veiligheidsoverwegingen wordt de circula-
tiefunctie uitgeschakeld in de volgende situ-
aties:
U drukt op de toets
●
deelknop op
.
Een sensor detecteert dat de ruiten kunnen
●
aandampen.
Handmatige circulatiefunctie in- en uit-
schakelen
De knop
indrukken om de handmatige
●
circulatiefunctie aan of uit te zetten.
Automatische werking van de luchtcircu-
latie van Climatronic
Als de automatische circulatiefunctie is geac-
tiveerd, wordt verse lucht toegelaten tot het
interieur van de wagen. Wanneer het systeem
een verhoogde concentratie aan schadelijke
stoffen in de buitenlucht vaststelt, wordt de
circulatiefunctie automatisch ingeschakeld.
Wanneer het verontreinigingsniveau opnieuw
een normaal peil bereikt, wordt de circulatie-
functie uitgeschakeld.
Het systeem is niet in staat om onaangename
geuren op te sporen.
De circulatiefunctie wordt niet automatisch
ingeschakeld in uitvoeringen zonder vocht-
sensor en in geval van de volgende buiten-
omstandigheden:
De buitentemperatuur is lager dan +3 °C
●
(+38 °F).
Het koelsysteem is uitgeschakeld en de om-
●
gevingstemperatuur is lager dan +10 °C (+50
of zet de luchtver-
°F).
Het koelsysteem is uitgeschakeld, de om-
●
gevingstemperatuur is lager dan +15 °C (+59
°F) en de ruitenwisser is ingeschakeld.
Air Care Climatronic met allergenenfilter
Het allergenenfilter van de Air Care Climatro-
nic kan ervoor zorgen dat minder schadelijke
stoffen binnendringen, inclusief allergenen.
Indien de optie Air Care actief is, wordt de cir-
culatiefunctie van de airconditioning gemaxi-
maliseerd. Het risico bestaat dan dat de rui-
ten aandampen naargelang de vochtig-
heidsgraad in het interieur en de buitentem-
peratuur. De circulatiefunctie wordt automa-
tisch geregeld en bevat een automatische in-
stelling om vermoeidheid van de inzittenden
te voorkomen.
Open de instellingen voor klimatisering in
●
het infotainmentsysteem
Schakel de Air Care-functie in of uit met
●
Air Care aan
›››
pag.
170.
.
»
171