nadat ze geactiveerd zijn geweest, moeten
ze vervangen worden.
Alle werkzaamheden aan de zij-airbag en
●
het uit- en inbouwen van onderdelen van
het systeem vanwege reparatiewerkzaam-
heden (bijv. voorstoel uitbouwen) mogen
alleen door de werkplaats van een officiële
dealer worden uitgevoerd. Anders kunnen
er storingen in de werking van de airbags
optreden.
Hoofdairbags
Plaats van de hoofdairbags.
Afb. 22
De hoofdairbags zitten aan beide zijden in
het interieur boven de portieren
zijn gemarkeerd met de opschriften "AIRBAG".
De hoofdairbags bieden als aanvulling op de
veiligheidsgordels extra bescherming voor
het bovenlichaam van de inzittenden bij zwa-
›››
re botsingen van opzij
32
Wanneer de hoofdairbag wordt geactiveerd,
neemt hij de in het rood aangeduide ruimte in
›››
afb. 22
Hierom is het verboden om voorwerpen in dit
gebied te plaatsen of vast te maken
Bij botsingen van opzij wordt de hoofdairbag
geactiveerd die zich aan de zijde van de bot-
sing bevindt.
De hoofdairbags zorgen voor een daling van
het risico op letsels aan de lichaamsdelen die
het sterkst getroffen worden door de botsing
bij de inzittenden voor- en achterin.
ATTENTIE
Om de hoofdairbags hun volledige be-
●
schermende werking te laten bieden, moe-
ten de veiligheidsgordels ervoor zorgen dat
de juiste zithouding tijdens het rijden altijd
blijft behouden.
Om veiligheidsredenen dient de hoofd-
●
airbag verplicht te worden uitgeschakeld
bij wagens die met een scheidingsnet uit-
gerust zijn. Laat de airbag uitschakelen bij
uw dealer.
Tussen de inzittenden van de wagen en
●
het werkingsgebied van de hoofdairbags
mogen zich geen andere personen, dieren
›››
afb. 22
en
of voorwerpen bevinden zodat de airbag
ongehinderd kan worden ontvouwen en zijn
maximale beschermende werking kan bie-
den. Daarom mogen aan de ruiten in geen
geval zonweringen worden bevestigd die
.
Veiligheid
(gebied van het openvouwen).
›››
.
niet uitdrukkelijk voor uw wagen zijn goed-
gekeurd.
Aan de kledinghaken in de wagen mag
●
uitsluitend kleding met weinig gewicht wor-
den opgehangen. In de zakken van de kle-
dingstukken mogen geen zware en scherpe
voorwerpen zitten. Bovendien mogen voor
het ophangen van de kleding geen kleer-
hangers worden gebruikt.
De beschermende werking van de air-
●
bags geldt slechts voor één aanrijding en
nadat ze geactiveerd zijn geweest, moeten
ze vervangen worden.
Alle werkzaamheden aan de hoofdairbag
●
en het uit- en inbouwen van onderdelen van
het systeem vanwege reparatiewerkzaam-
heden (bijv. verwijderen van de hemelbe-
kleding) mogen alleen in de werkplaats van
een officiële dealer worden uitgevoerd. An-
ders kunnen er storingen in de werking van
de airbags optreden.
De aansturing van de zij- en hoofdair-
●
bags gebeurt met sensoren die zich bevin-
den aan de binnenzijde van de voorportie-
ren. Om de correcte werking van de zij- en
hoofdairbags te garanderen, mogen noch
de portieren, noch de portierpanelen ge-
wijzigd worden (bijv. door naderhand luid-
sprekers in te bouwen). Indien schade aan-
gebracht wordt aan het voorportier kan de
correcte werking van het systeem aange-
tast worden. Alle werkzaamheden aan het
voorportier moeten door de werkplaats van
een officiële dealer uitgevoerd worden.