Voorruitverwarming met de ontwase-
mingsfunctie
Indien de ontwasemingsfunctie is ingescha-
keld en een sensor detecteert dat de voorruit
kan aandampen, wordt de voorruitverwar-
ming aangezet.
Wanneer wordt de voorruitverwarming uit-
geschakeld?
De voorruitverwarming wordt uitgeschakeld
wanneer is voldaan aan een van de onder-
staande voorwaarden:
Het verbruikte vermogen is te hoog.
●
Het systeem van de airconditioning is de-
●
fect.
De vooraf ingestelde tijd is verstreken.
●
Locatie elektronische accessoires
De verwarmde voorruit heeft een folie die in-
fraroodstralen weerkaatst. Deze folie beïn-
vloedt de werking van de elektronische ac-
cessoires (bijv. elektronische tolheffing). Om
dit te vermijden, zijn er een aantal zones aan
de achteruitkijkspiegel om deze apparaten te
›››
plaatsen
afb. 153
(pijlen).
Deze zones mogen niet worden afgedekt en
er mogen geen stickers op worden gekleefd;
anders kunnen er storingen optreden in de
werking van de daar geplaatste elektroni-
sche componenten.
Airconditioning
Oplossing van problemen
De koeling
kan niet worden ingescha-
keld of functioneert slechts in beperkte
mate
De koeling werkt enkel met draaiende motor
en indien de buitentemperatuur hoger is dan
+3 °C (+38 °F). Wanneer de motor erg warm
is, wordt de koeling uitgeschakeld.
Schakel de ventilator in.
●
Controleer de zekering van de airconditio-
●
›››
ning
pag.
60.
Vervang het interieurluchtfilter.
●
Indien de storing zich blijft voordoen, ga
●
dan naar een gespecialiseerde werkplaats.
Het verwarmings- en ventilatiesysteem
kan niet worden ingeschakeld of functio-
neert slechts in beperkte mate
Het verwarmings- en ventilatiesysteem en
●
de ontwasemingsfunctie functioneren beter
wanneer de motor warm is.
Hybride wagens: Selecteer de Hybride
●
stand omdat het vermogen in stand E-MODE
beperkt is.
Indien de storing zich blijft voordoen, ga
●
dan naar een gespecialiseerde werkplaats.
De ruiten zijn aangedampt
De ruiten dampen aan wanneer hun tempe-
ratuur lager is dan de omgevingstemperatuur
en de lucht erg vochtig is. Koude lucht kan
minder vocht opnemen dan warme lucht,
daarom dampen de ruiten sneller aan bij
koud weer.
De luchttoevoer naar de voorruit houdt ze
●
vrij van ijs, sneeuw en bladeren, waardoor het
rendement van de verwarmings- en koelsys-
temen verbetert.
De luchtopeningen aan de achterzijde van
●
de bagageruimte mogen niet afgedekt wor-
den, zodat de lucht door de wagen kan circu-
leren van voren naar achteren.
Schakel de ontwasemingsfunctie in
●
›››
167,
pag.
169.
De temperatuureenheid is niet correct
Verander de eenheden voor alle tempera-
tuurindicaties van de wagen met behulp van
het infotainmentsysteem.
Water of waterdamp onder de wagen
Wanneer de buitenlucht erg vochtig is en de
omgevingstemperatuur is hoog, kan er con-
denswater van de verdamper van het koel-
systeem druppelen, waardoor er zich een
plas onder de wagen vormt. Dat is perfect
normaal en wijst zeker niet op een lek.
Wanneer de buitenlucht erg vochtig is en de
omgevingstemperatuur is laag, kan de interi-
eurvoorverwarming het condenswater doen
verdampen. In dat geval kan er waterdamp
›››
pag.
»
175