ATTENTIE
Indien op het scherm van het instrumenten-
paneel het bericht ACC gereed om te
verschijnt en de voorligger komt in
starten
beweging, dan rijdt de wagen automatisch
weg. In dat geval worden obstakels op de
weg mogelijk niet gedetecteerd. Dit kan
ongevallen en ernstige letsels tot gevolg
hebben.
Let steeds op de weg voordat u begint te
●
rijden en rem indien nodig zelf.
Beperkingen van het ACC-systeem
Wagen in een bocht.
Afb. 189
die voor u rijdt, buiten de actieradius van de ra-
darsensor.
272
Een voertuig wisselt van rijstrook.
Afb. 190
Voertuig dat draait en een ander dat stil-
staat.
Door de eigen limieten van het ACC-systeem
is het mogelijk niet in alle situaties geschikt
›››
in Inleiding tot thema op pag.
SEAT beveelt aan om de functie niet te ge-
bruiken in onderstaande gevallen
Regen, sneeuw of dichte mist.
●
Rijden door tunnels.
●
Bij wegwerkzaamheden.
●
Trajecten met bochten, bijv. bergwegen.
●
Terreinrijden.
●
Motorrijder
Overdekte parkeerplaatsen.
●
Rijden
●
werpen, bijv. trein- of tramsporen.
●
Let vooral op wanneer u ACC gebruikt in de
volgende situaties:
In bochten
De ACC merkt mogelijk de voorligger in de
bocht niet op of regelt de afstand tot voertui-
gen die zich op andere rijstroken bevinden
›››
Voertuigen buiten het gebied van de sen-
sor
In de volgende rijsituaties kan de ACC niet,
laattijdig of ontoepasselijk reageren:
●
detectiegebied van de sensor, bijvoorbeeld
268.
motorfietsen
●
korte afstand van uw wagen
›››
:
●
aan de zijkanten, achter- of bovenzijde uitste-
ken.
Voorwerpen die niet worden gedetecteerd
De ACC-functie detecteert en reageert enkel
op voertuigen die zich in dezelfde richting ver-
plaatsen. Ze detecteert dus niet:
Wegen met geïntegreerde metalen voor-
Wegen met losse steentjes.
afb. 189
.
Voertuigen die uit de lijn rijden of buiten het
›››
afb. 189
Voertuigen die naar uw rijstrook wisselen op
›››
afb. 190
Voertuigen met ladingen of accessoires die
.