Wielen
Wielen en banden
Algemene aanwijzingen
Met nieuwe banden de eerste 500 kilome-
–
ter bijzonder voorzichtig rijden.
Rijd uitsluitend langzaam en indien mogelijk
–
in een rechte hoek stoepranden en verge-
lijkbare obstakels op.
Controleer de banden regelmatig op be-
–
schadigingen (gaten, sneden, scheuren en
bulten). Scherpe voorwerpen uit het ban-
denprofiel verwijderen.
Kapotte velgen of banden meteen laten
–
vervangen.
De banden niet met olie, vet en brandstof in
–
aanraking laten komen.
Verloren ventieldopjes direct vervangen.
–
Wielen markeren, voordat ze worden verwij-
–
derd. Ze moeten namelijk dezelfde loop-
richting hebben, als ze worden geplaatst.
Verwijderde banden en wielen koel, droog
–
en zo donker mogelijk bewaren.
Laagprofielbanden
Laagprofielbanden bieden een breder loop-
vlak en grotere velgdiameter. Ook is de wang
372
Advies en actie
van de band minder hoog. Dit alles leidt tot
een soepeler rijgedrag.
De laagprofielbanden kunnen sneller be-
schadigd raken dan de standaard banden,
bijvoorbeeld door krachtig stoten, kuilen, put-
deksels en stoepranden. De juiste spanning
›››
van de band
pag. 375
is erg belangrijk.
Om schade aan banden en velgen te vermij-
den, moet u extra voorzichtig rijden op wegen
in slechte staat.
Voer een visuele controle van de wielen uit
om de 3.000 km.
Indien de banden of velgen een hevige schok
hebben gekregen of beschadigd zijn, moet u
ze laten nakijken en zo nodig vervangen in
een gespecialiseerde werkplaats.
De laagprofielbanden kunnen sneller verslij-
ten dan de standaard banden.
Verborgen schade
Schade aan banden en velgen is vaak ver-
borgen. Ongebruikelijke trillingen en eenzij-
dig trekken van de wagen kunnen op slijtage
van de banden wijzen. Als u denkt dat een
wiel beschadigd is, direct snelheid minderen.
Banden op beschadigingen controleren. Is er
aan de buitenzijde geen schade herkenbaar,
dan langzaam en voorzichtig naar de volgen-
de gespecialiseerde werkplaats rijden om uw
wagen te laten controleren.
Doorgedrongen vreemde voorwerpen in
de band
Verwijder geen vreemde voorwerpen uit de
●
band als die helemaal tot binnenin de band
zijn doorgedrongen!
Als er een bandenafdichtset in de wagen
●
aanwezig is, dicht u indien nodig het bescha-
digde wiel af zoals beschreven in het hoofd-
›››
stuk
pag.
45. Rijd naar een gespecialiseer-
de werkplaats om de band te laten repareren
of vervangen. SEAT raadt u aan om daarvoor
een SEAT-dealer te raadplegen.
Het rubber aan de binnenkant van het loop-
vlak van de band omhult het binnengedron-
gen vreemde voorwerp en dicht de band tij-
delijk af.
Draairichtinggebonden banden
Bij draairichtinggebonden banden is de wang
van de band met pijlen gemarkeerd. Houd
deze draairichting beslist aan. Hierdoor wor-
den de optimale rijeigenschappen met be-
trekking tot aquaplaning, grip, geluid en wrij-
ving gegarandeerd.
Naderhand inbouwen van accessoires
Officieel erkende SEAT dealers weten welke
technische mogelijkheden voor de aanpas-
sing en montage achteraf van banden, vel-
gen en wieldoppen er zijn.