De wagen opkrikken
Steunpunten voor de krik.
Afb. 37
Langsligger: plaatsing van de wagen-
Afb. 38
krik.
Plaats de krik (wagengereedschap) op een
●
stevige ondergrond. Gebruik indien nodig een
stabiele plaat met een groot oppervlak. Bij
een gladde ondergrond, zoals bijv. een tegel-
vloer, een stroeve drager (bijv. een rubber
›››
mat) gebruiken
.
50
Noodgevallen
Zoek het bevestigingspunt op de langslig-
●
ger (verzonken gedeelte) dat zich het dicht-
ste bij het te vervangen wiel bevindt
37.
Draai aan de krik die u onder het bevesti-
●
gingspunt op de langsligger hebt geplaatst,
om deze hoog te verplaatsen tot de flens
›››
afb. 38
zich onder de betreffende uitspa-
ring bevindt.
Lijn de krik zodanig uit dat de flens
●
grijpt" in de uitsparing voor de langsligger en
dat de beweegbare grondplaat
grond ligt. De grondplaat
moet zich verti-
2
caal t.o.v. het steunpunt
bevinden.
1
Draai de krik verder omhoog tot het wiel
●
iets van de grond komt.
ATTENTIE
De uit de fabriek meegeleverde krik is al-
leen voor uw wagenmodel bedoeld. In geen
geval daarmee zwaardere wagens of an-
dere lasten optillen - gevaar voor verwon-
dingen!
Let erop dat de krik stabiel blijft staan. Als
●
het oppervlak glad of zacht is, kan de krik
verschuiven of verzinken – gevaar van ver-
wondingen!
Breng de wagen uitsluitend omhoog met
●
de krik die af fabriek is meegeleverd. Ande-
re krikken, ook indien ze zijn goedgekeurd
voor andere modellen van SEAT, kunnen
wegglijden en zo letsels veroorzaken.
Plaats de krik uitsluitend onder de daar-
●
toe bestemde bevestigingspunten op de
›››
afb.
langsligger en lijn de krik uit. Als dit niet ge-
beurt, dan kan de krik wegschuiven omdat
ze niet voldoende grip op de wagen heeft.
gevaar op verwondingen!
Houd nooit een lichaamsdeel zoals een
●
1
arm of been onder de alleen door een krik
ondersteunde wagen.
Als u zich genoodzaakt ziet om onder de
●
"in-
1
wagen werkzaamheden uit te voeren, zet
hem dan met stroppen en bokken vast zo-
plat op de
2
dat hij niet kan bewegen.
De wagen nooit opkrikken als deze naar
●
één kant overhelt of als motor draait.
De motor nooit starten met opgekrikte
●
wagen. De wagen zou van de krik kunnen
vallen als gevolg van de motortrillingen.
VOORZICHTIG
De wagen mag niet omhoog worden ge-
bracht onder een dwarsbalk. Plaats de krik
uitsluitend onder de daartoe bestemde
plaatsen op de langsligger. Anders kan de
wagen beschadigd worden.