laadstation of de wallbox. Daarna moet hij
volledig worden uitgerold.
Laadkabel voor stopcontacten: De beveili-
●
ging voert een zelfcontrole uit
Met ontgrendelde wagen gaat de laadklep
●
van de accu open door erop te drukken
›››
afb.
228.
Steek de rechte laadsteker in de laadcon-
●
tactdoos. Controleer of de laadsteker volle-
dig is ingestoken.
De steker wordt automatisch geblokkeerd.
De led-lamp
(laadprocesindicatie) van de
2
laadsteker gaat branden. Het controlelampje
gaat branden op het scherm van het in-
strumentenpaneel.
Automatische start van het laadproces
Indien geprogrammeerd laden niet actief is,
begint het laden onmiddellijk
externe laadinfrastructuur moet actief zijn.
Tijdens het laden
De laadprocesindicatie
tactdoos knippert groen. Het controlelampje
gaat groen knipperen in het instrumenten-
paneel.
Het laadproces onderbreken
Het laadproces kan worden onderbroken:
Ontgrendel de wagen.
●
340
Druk op de knop voor onmiddellijk laden
●
›››
afb. 225
grendeld.
›››
pag.
345.
Ontgrendel de wagen om de laadsteker te
●
deblokkeren.
Het laadproces kan voortgaan door opnieuw
te drukken op de knop voor onmiddellijk la-
den
Na het laden
Wanneer de hoogvoltaccu volledig is opge-
laden, gaat de laadprocesindicatie groen
branden.
Ontgrendel de wagen.
●
Haal de laadsteker uit de laadcontactdoos
●
binnen 30 seconden.
Trek de laadkabel uit de voeding en plaats
●
de beschermkap.
›››
pag.
336. De
Sluit de laadklep tot hij hoorbaar vastklikt.
●
Eerste lading en laden na een lange perio-
de
in de laadcon-
2
Indien de hoogvoltaccu nieuw is of lange tijd
niet werd opgeladen, kan het maximale laad-
peil van de accu enkel worden bereikt na ver-
scheidene laadbeurten. Dit is om technische
redenen en wijst niet op een storing van de
wagen.
Accu
. De laadsteker blijft ver-
1
.
Indien de wagen lange tijd niet wordt ge-
bruikt, moet de hoogvoltaccu maximaal na
vier maanden worden opgeladen.
Let op
Indien de laadkabel aangesloten blijft na
het opladen, zullen de stroomverbruikers
van de wagen de hoogvoltaccu niet ontla-
den.