5.7 Gereedschap-I/O
Gebruik van analoge gereedschapsingangen, niet-differentieel
Dit voorbeeld toont een analoge sensorverbinding met een niet-differentiële uitgang. De sensor
kan een stroom- of spanningsuitgang hebben, zolang de ingangsmodus van de analoge ingang
hetzelfde is ingesteld op het I/O-tabblad.
Opmerking: U kunt controleren of een sensor met spanningsuitgang de interne weerstand van
het gereedschap kan overbruggen, anders kan de meting ongeldig zijn.
Gebruik van analoge gereedschapsingangen, differentieel
Dit voorbeeld toont een analoge sensorverbinding met een differentiële uitgang. Aansluiten van
het negatieve uitgangsdeel op GND (0V) werkt op dezelfde manier als een niet-differentiële sen-
sor.
5.7.4 Gereedschapscommunicatie-I/O
• Signaalverzoeken De RS485-signalen maken gebruik van interne fail-safe biasing. Wan-
neer de aangesloten apparatuur deze fail-safe niet ondersteunt, moet signaalbiasing wor-
den gedaan in het aangesloten gereedschap of extern worden toegevoegd door het toevoe-
gen van pull-upweerstanden aan RS485+ en pull-downweerstanden aan RS485-.
• Latentie De latentie van via de gereedschapsaansluiting verstuurde berichten varieert van
2 tot 4 ms, vanaf het moment dat het bericht is geschreven op de PC tot de start van het
bericht op de RS485. Een buffer slaat naar de gereedschapsconnector verzonden gegevens
op totdat de lijn inactief wordt. Wanneer 1000 bytes aan gegevens is ontvangen, wordt het
bericht op het apparaat geschreven.
Versie 5.0.0
Baudrates
9,6k, 19,2k, 38,4k, 57,6k, 115,2k, 1M, 2M, 5M
Stopbits
1, 2
Pariteit
Geen, oneven, even
I-47
POWER
AI2
AI8
GND
POWER
AI8
AI2
GND
UR5e/CB5