Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ethernet/Ip - Universal Robots e Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor e Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

17.4 Veldbus
Geavanceerde opties
Update-frequentie met dit menu kunt u de update-frequentie van het signaal wijzigen. Dit is
de frequentie waarmee verzoeken naar de MODBUS-eenheid worden verzonden om de sig-
naalwaarde te lezen of te schrijven. Wanneer de frequentie is ingesteld op 0, dan wor-
den modbus-verzoeken op aanvraag gestart via een modbus_ontvang_signaal_status, mod-
bus_uitgang_register_instellen, en modbus_uitgang_signaal_instellen scriptfuncties.
Slave-adres dit tekstveld kan worden gebruikt om een specifiek slave-adres in te stellen voor
de verzoeken die bij een specifiek signaal horen. De waarde moet liggen in het bereik 0-
255, en de standaard is 255. Als u deze waarde wijzigt, is het aan te raden de handleiding
van het externe MODBUS-apparaat te raadplegen om de functionaliteit als slave-adres te
controleren.
Telling opnieuw verbinden Aantal keren dat TCP-verbinding werd gesloten en opnieuw werd
verbonden.
Verbindingsstatus TCP-verbindingsstatus.
Responstijd [ms ] Tijd tussen modbus-verzoek verzonden en respons ontvangen - dit wordt al-
leen bijgewerkt als communicatie actief is.
Modbus pakketfouten Aantal ontvangen pakketten dat fouten bevat (bijv. ongeldige lengte, ont-
brekende gegevens, TCP-contactfout).
Time-outs Aantal modbus-verzoeken dat geen respons heeft ontvangen.
Verzoeken mislukt Aantal pakketten dat niet verzonden kon worden vanwege ongeldige con-
tactstatus.
Werkelijke freq. De gemiddelde frequentie van updates van client (master)-signaalstatus. Deze
waarde wordt opnieuw berekend wanneer het signaal een respons van de server (of slave)
ontvangt.
Alle tellers tellen tot 65535, en keren dan terug naar 0.

17.4.2 Ethernet/IP

EtherNet/IP is waar u de verbinding van de robot met een EtherNet/IP kunt in- of uitschakelen.
Indien ingeschakeld, kunt u selecteren welke actie met een programma moet gebeuren wanneer
er sprake is van verlies van verbinding met een EtherNet/IP-scanner. Die acties zijn:
geen: PolyScope negeert het verlies van de EtherNet/IP-verbinding en gaat normaal verder met
het programma.
Pauzeren: PolyScope pauzeert het huidige programma. Het programma gaat verder waar het
werd gestopt.
Stoppen: PolyScope stopt het huidige programma.
Versie 5.0.0
II-93
CB5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ur5e

Inhoudsopgave