bijvoorbeeld een uitgangssignaal hoog wordt, kan het gebeurtenisprogramma 200 ms wachten
en het vervolgens weer op laag zetten. Hierdoor kan de hoofdprogrammacode aanzienlijk ver-
eenvoudigd worden wanneer een externe machine wordt getriggerd door een stijgende flank in
plaats van een hoog ingangsniveau. Gebeurtenissen worden per controlecyclus (8ms) één keer
gecontroleerd.
16.6.7 Thread
Een thread is een proces dat parallel loopt aan het robotprogramma. Een thread kan worden
gebruikt om een externe machine onafhankelijk van de robotarm aan te sturen. Een thread kan
via variabelen en uitgangssignalen communiceren met het robotprogramma.
16.6.8 Switch
Met een Switch Case constructie kan het gedrag van de robot worden gewijzigd op basis van
sensoringangen of variabele waarden. Gebruik de expressie-editor om de basisvoorwaarde te
CB5
16.6 Nodes geavanceerd programma
II-62
Versie 5.0.0