13.2 Veiligheidsmenu-instellingen
soft-as van de robot worden beperkt.
13.2.5 Vlakken
Veiligheidsvlakken beperken de werkruimte van de robot. U kunt tot acht veiligheidsvlakken de-
finiëren, die het gereedschap en de elleboog van de robot beperken. U kunt de beweging van
de elleboog ook beperken voor elk veiligheidsvlak of deactiveren door het vakje af te vinken.
Voordat u de veiligheidsvlakken configureert, moet u een functie in de robotinstallatie definiëren
(zie 17.1.3). De functie kan vervolgens in het scherm veiligheidsvlak worden gekopieerd en
geconfigureerd.
Modi
U kunt elk vlak met beperkende Modi configureren aan de hand van onderstaande pictogram-
men.
Versie 5.0.0
OPMERKING:
De configuratie van vlakken is volledig op functies gebaseerd. Wij
bevelen aan dat u alle functies aanmaakt en benoemt voordat u
de veiligheidsconfiguratie gaat bewerken, omdat de robot uit staat
wanneer het tabblad Veiligheid is ontgrendeld. De robot kan dan
niet worden verplaatst.
WAARSCHUWING:
Het definiëren van veiligheidsvlakken beperkt alleen de bollen en
elleboog van het gereedschap, niet de algemene limiet voor de ro-
botarm. Dit betekent dat de specificatie van een veiligheidsvlak niet
garandeert dat andere delen van de robotarm zich ook aan deze be-
perking houden.
II-21
CB5