5.1 Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de elektrische interfacegroepen van de robotarm en regelkast. Er wor-
den voorbeelden gegeven voor de soorten I/O. De term I/O verwijst naar zowel digitale als ana-
loge signalen gaande van of naar de hieronder vermelde elektrische interfacegroepen.
• Voedingsaansluiting
• Robotaansluiting
• Regelaar-I/O
• I/O's gereedschap
• Ethernet
5.1.1 Houder regelkast
Aan de onderzijde van de I/O-interfacegroepen bevindt zich een houder met poorten voor aan-
vullende aansluitingen (hieronder afgebeeld). De bodem van de regelkast heeft een afgedekte
opening voor eenvoudige aansluiting (zie 5.2).
Opmerking: De zekering moet voorzien zijn van UL-markering, type steekzekering met een maxi-
mum stroomsterkte van: 10A en minimum spanning van: 32V
5.2 Ethernet
De ethernet-interface kan worden gebruikt voor:
• MODBUS, EtherNet/IP en PROFINET (zie deel II).
• Externe toegang en controle.
Om de ethernetkabel aan te sluiten moet deze door de opening in de bodem van de regelkast
worden gevoerd en in de ethernetpoort aan de onderzijde van de houder worden gestoken.
Vervang de afdekking in de bodem van de regelkast door een geschikte kaneelwatel om de kabel
aan te sluiten op de ethernetpoort.
Versie 5.0.0
5 Elektrische interface
I-29
UR5e/CB5