Een opstartprogramma laden
Een standaardprogramma wordt geladen nadat de regelkast is aangezet. Daarnaast wordt het
standaardprogramma automatisch geladen wanneer het scherm Programma uitvoeren (zie 14)
geopend wordt en er geen programma geladen is.
Een opstartprogramma starten
Het standaardprogramma wordt automatisch gestart in het scherm Programma uitvoeren. Als
het standaardprogramma geladen is en de opgegeven transitie van de externe ingang gedetec-
teerd wordt, wordt het programma automatisch gestart.
Bij het starten is het huidige ingangssignaalniveau niet gedefinieerd. Door een transitie te kie-
zen die aansluit op het signaalniveau bij opstarten, start het programma direct. Als u daarnaast
het scherm Programma uitvoeren verlaat of tikt op de stopknop op het Dashboard word het
automatisch starten uitgeschakeld tot de knop Uitvoeren opnieuw ingedrukt wordt.
Automatisch opstarten
De robotarm wordt automatisch opgestart. Bij de opgegeven transitie van het externe ingangs-
signaal, wordt de robotarm volledig opgestart, ongeacht het scherm dat wordt weergegeven.
De laatste fase van het opstarten is het loslaten van de remmen. Tijdens het loslaten van de
remmen, maakt de robotarm een kleine beweging en een klikkend geluid. Daarnaast kunnen de
remmen niet automatisch losgelaten worden als de geconfigureerde montage niet overeenkomt
met de montage die op basis van de sensorgegevens gedetecteerd wordt. In dit geval moet de
robot handmatig gestart worden in het initialisatiescherm (zie 15).
Bij het starten is het huidige ingangssignaalniveau niet gedefinieerd. Door een transitie te kiezen
die aansluit op het signaalniveau bij opstarten, start de robotarm direct.
17.1.10 Gereedschap
De Communicatie-interface voor tools (TCI) zorgt dat de robot kan communiceren met een
bevestigde tool via de analoge ingang voor het robotgereedschap. Zo zijn geen externe kabels
nodig.
CB5
WAARSCHUWING:
1. Als automatisch laden, automatisch starten en automatisch
initialiseren allemaal ingeschakeld zijn, draait de robot het ge-
selecteerde programma zodra de regelkast aangezet wordt
als het ingangssignaal aansluit op het signaalniveau. Bijvoor-
beeld: randovergang naar het geselecteerde signaalniveau is
in dit geval niet nodig.
2. Wees voorzichtig als het signaalniveau is ingesteld op LAAG.
Ingangssignalen zijn standaard laag, waardoor het pro-
gramma automatisch draait zonder door een extern signaal
te worden getriggerd.
3. U moet in de modus Besturing op afstand staan voordat u
een programma draait waarin automatisch starten en auto-
matisch initialiseren zijn ingeschakeld.
II-82
17.1 Algemeen
Versie 5.0.0