Op dit scherm kunt u de robotarm rechtstreeks bewegen (joggen) door translatie/rotatie van het
robotgereedschap of door robotgewrichten afzonderlijk te bewegen.
18.1 Gereedschap bewegen
Houd een van pijlen Gereedschap bewegen ingedrukt om de robotarm op een bepaalde manier
te laten bewegen.
• De bovenste Translatiepijlen bewegen de gereedschapspunt van de robot in de aangeduide
richting.
• De onderste Translatiepijlen wijzigen de oriëntatie van het robotgereedschap in de aange-
duide richting. Het rotatiepunt is het Tool Center Point (TCP), dat wil zeggen het punt aan
het uiteinde van de robotarm dat zorgt voor een kenmerkend punt op het gereedschap van
de robot. De TCP wordt weergegeven als een blauw balletje.
18.2 Robot
Als de huidige positie van de robot-TCP in de buurt komt van een veiligheids- of triggervlak, of
als de oriëntatie van robotgereedschap in de buurt is van de oriëntatielimiet van gereedschap
(zie 13.2.5), wordt een 3D-weergave van het naderen van de grenzen weergegeven.
Let op: wanneer de robot een programma uitvoert, zullen de visualisatie van de limieten worden
uitgeschakeld.
Veiligheidsvlakken worden gevisualiseerd in geel en zwart met een kleine pijl die de normale
positie van de vlakken weergeeft, die staat voor de zijkant van het vlak waarop de robot-TCP
Versie 5.0.0
18 Tab Bewegen
II-95
CB5