Functie kopi ¨ eren De positie en normale staat van het veiligheidsvlak wordt ge-
specificeerd met behulp van een functie (zie 13.12) van de huidige robotinstallatie.
Gebruik het vervolgkeuzemenu in het deel linksonder in de sectie Eigenschappen
veiligheidsvlak om een functie te selecteren. Alleen de typefuncties punt en
vlak zijn beschikbaar. Door te kiezen voor het item <Niet gedefinieerd> wist
u de configuratie van het vlak.
De z-as van de geselecteerde functie wijst naar het gebied dat niet is toegestaan en
het normale vlak wijst in tegenovergestelde richting, met uitzondering van waar de
functie Basis geselecteerd is. In dit geval wijst het normale vlak in dezelfde rich-
ting. Als het vlak is geconfigureerd als eenTrigger verminderde modus vlak (zie 10.12.3),
geeft het vlak normaal de zijde aan van het vlak dat niet de overgang triggert naar
Verminderde modus.
Er dient te worden opgemerkt dat wanneer het veiligheidsvlak geconfigureerd is
door het selecteren van een functie, de positie van de informatie alleen maar gekopi-
eerd wordt naar het veiligheidsvlak; het vlak wordt niet gekoppeld aan die functie.
Dit betekent dat wanneer er wijzigingen optreden aan de positie of ori¨ e ntatie van
een functie die gebruikt is voor het configureren van een veiligheidsvlak, het vei-
ligheidsvlak niet automatisch bijgewerkt wordt. Als de functie gewijzigd is, wordt
dit aangegeven door een pictogram a
Klik op de knop
dige positie en ori¨ e ntatie van de functie. Het
als de geselecteerde functie uit de installatie verwijderd is.
Veiligheidsmodus Gebruik het vervolgkeuzemenu rechts van het scherm Eigenschappen
veiligheidsvlak om de veiligheidsmodus om het veiligheidsvlak te selecteren
met de volgende modi beschikbaar:
CB3
naast de kiezer om het veiligheidsvlak bij te werken met de hui-
Uitgeschakeld
Normaal
Verminderd
Normaal &Verminderd
Trigger verminderde
modus
II-16
dat over de functiekiezer geplaatst wordt.
pictogram wordt ook weergegeven
Het veiligheidsvlak is nooit actief.
Wanneer het veiligheidssysteem in de modus
Normaal is, is een Normaal modusvlak actief en
fungeert het als een strikte limiet voor de positie
van de robot TCP.
Wanneer het veiligheidssysteem in de modus Ver-
minderd is, is een Verminderd modusvlak actief
en fungeert het als een strikte limiet voor de posi-
tie van de robot TCP.
Wanneer het veiligheidssysteem in de modus
Normaal of Verminderd is, is een Normaal
&Verminderd modusvlak actief en fungeert het
als een strikte limiet voor de positie van de robot
TCP.
Wanneer het veiligheidssysteem hetzij in de mo-
dus Normaal of Gereduceerd is, is een vlak Trigger
verminderde modus actief en doet het veiligheids-
systeem schakelen naar de modus Verminderd zo-
lang de robot TCP daarbuiten gepositioneerd is.
10.12 Grenzen
Versie 3.2
(rev. 21833)