10.10 Algemene limieten
Bij het instellen van de algemene veiligheidslimieten dient duidelijk gemaakt te
worden dat hiermee alleen een limiet voor het gereedschap vastgesteld wordt, en
niet de algemene limiet voor de robotarm. Dit betekent dat hoewel er een snel-
heidslimiet is ingesteld, dit niet garandeert dat andere delen van de robotarm zich
ook houden aan deze beperking.
Als de robot in de modus Freedrive staat (zie 13.1.5), en de huidige snelheid van
de robot-TCP de limiet voor Snelheid nadert, dan voelt de gebruiker een trekkende
kracht die sterker wordt als de snelheid de limiet dichter nadert. De kracht wordt
gegenereerd als de huidige snelheid binnen ongeveer 250
mm
/
van de limiet is.
s
Basisinstellingen Het eerste subscherm met algemene limieten, dat als stan-
daardscherm wordt weergegeven, bevat een schuifbalk met vier vooraf ingestelde
reeksen waarden voor de limieten kracht, voeding, snelheid en momentum voor
de modi Normaal en Verminderd .
De specifieke reeksen waarden staan in de GUI. Van tevoren gedefinieerde reeksen
waarden zijn slechts suggesties en mogen een eigen risicobeoordeling niet vervan-
gen.
Schakelen naar geavanceerde instellingen Als geen van de vooraf ingestelde
reeksen waarden goed is, dan kunt u op de knop Geavanceerde instellingen...
drukken om het geavanceerde scherm met algemene limieten te openen.
Geavanceerde instellingen
Hier kunt u alle algemene limieten, beschreven in 10.10, onafhankelijk van elkaar
aanpassen. Dit kunt u doen door op het corresponderende tekstveld te tikken en
CB3
II-10
Versie 3.2
(rev. 21833)