14.27 Commando: Traceren transportband
14.27 Commando: Traceren transportband
Wanneer een transportband gebruikt wordt, kan de robot worden geconfigureerd
om zijn bewegingen bij te houden. Voor het traceren van een transportband is een
programmaknooppunt beschikbaar, Traceren Transportband. Wanneer de in
de installatie gedefinieerde Traceren Transportband goed geconfigureerd is, kan
een lineaire of circulaire transportband worden nagelopen. Het knooppunt kan
vanuit het knooppunt Wizardprogramma onder het tabblad Structuur worden toe-
gevoegd. Terwijl het programma onder het knooppunt Traceren Transportband
wordt uitgevoerd, past de robot zijn bewegingen aan om de transportband te vol-
gen. Tijdens het traceren van de transportband zijn andere bewegingen toegestaan,
maar gebeuren ten opzichte van de beweging van de transportband.
14.28 Commando: Onderdrukken
Onderdrukte programmaregels worden eenvoudigweg overgeslagen bij het uit-
voeren van het programma. Het onderdrukken van een regel kan later op elk ge-
wenst moment ongedaan worden gemaakt. Dit is een snelle manier om wijzigingen
aan te brengen in een programma zonder de oorspronkelijke inhoud te vernielen.
14.29 Tab Grafisch
Grafische weergave van het actuele robotprogramma. Het traject van het TCP
wordt getoond in 3D-weergave, met zwarte bewegingssegmenten en groene afsnij-
segmenten (overgangen tussen bewegingssegmenten). De groene punten geven de
posities aan van het TCP op ieder waypoint in het programma. De 3D-tekening van
de robotarm toont de actuele positie van de robotarm, terwijl de "schaduw" van de
Versie 3.2
(rev. 21833)
II-103
CB3