Figuur 4.1: Gaten voor monteren van de robot. Gebruik vier M8 bouten. Alle metingen zijn in mm.
Als de robot op een lineaire as of bewegend platform gemonteerd wordt, dan moet
de versnelling van de bewegende montagebasis heel laag zijn. Een hoge versnelling
kan ertoe leiden dat de robot stopt, omdat hij denkt dat hij ergens tegenaan gebotst
is.
Gereedschap De gereedschapsflens van de robot heeft vier M6-gaten waarmee
een gereedschap aan de robot bevestigd kan worden. De gaten moeten aangedraaid
UR10/CB3
0,05
120
±0,5
GEVAAR:
Zorg ervoor dat de robotarm correct en stevig met bouten beves-
tigd is. Het montageoppervlak moet stevig zijn.
VOORZORGSMAATREGEL:
Als de robot langere tijd ondergedompeld wordt in water, kan hij
beschadigd raken. De robot mag nooit in water of een natte omge-
ving gemonteerd worden.
I-24
4.3 Montage
Versie 3.2
(rev. 21833)