Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Universal Robots UR10/CB3 Gebruikershandleiding pagina 133

Inhoudsopgave

Advertenties

13.10 Installatie
Variabelen
Variabelen die hier gecre¨ e erd worden, worden installatievariabelen genoemd en
kunnen gebruikt worden net als normale programmavariabelen. Installatievariabe-
len zijn speciaal omdat ze hun waarde behouden, zelfs als een programma gestopt
en dan weer gestart wordt, en wanneer de robotarm en/of regelkast uitgeschakeld
en dan weer ingeschakeld wordt. Hun namen en waarden worden opgeslagen tij-
dens de installatie, dus het is mogelijk dezelfde variabele te gebruiken in meerdere
programma's.
Door op Nieuw cre¨ e ren te drukken wordt een scherm weergegeven met een
voorgestelde naam voor de nieuwe variabele. De naam kan gewijzigd worden en
de waarde kan ingevoerd worden via het aanraken van het tekstveld. De knop
OK kan alleen aangeklikt worden als de nieuwe naam nog niet gebruikt is in deze
installatie.
Het is mogelijk de waarde van een installatievariabele te wijzigen door de variabele
in de lijst te markeren en te klikken op Waarde bewerken.
Selecteer, om een variabele te verwijderen, de variabele in de lijst en klik op Verwijderen.
Na het configureren van de installatievariabelen, moet de installatie zelf opgesla-
gen worden om deze configuratie te bewaren, zie 13.5. De installatievariabelen en
hun waarden worden ook iedere 10 minuten automatisch opgeslagen.
Als een programma of installatie geladen is en een of meer van de programmavari-
abelen hebben dezelfde naam als de installatievariabelen, krijgt de gebruiker twee
opties om het probleem op te lossen: gebruik de installatievariabelen van dezelfde
naam in plaats van de programmavariabele of laat de conflicterende variabelen au-
tomatisch hernoemen.
Versie 3.2
(rev. 21833)
II-53
CB3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave