Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Connectiviteitsstatus Signaal; Geavanceerde Opties Weergeven; Geavanceerde Opties - Universal Robots UR10/CB3 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

kan de gewenste signaalwaarde worden ingesteld met de knop. Voor een register-
uitgang moet de waarde voor de eenheid wederom een positief geheel getal zijn.

Connectiviteitsstatus signaal

Dit pictogram geeft aan of het signaal juist kan worden gelezen/geschreven (groen)
of dat de eenheid onverwachts reageert of niet bereikbaar is (grijs). Als een MODBUS-
uitzonderingsrespons ontvangen wordt, wordt de responscode weergegeven. De
MODBUS-TCP-uitzonderingsresponses zijn:

Geavanceerde opties weergeven

Dit vakje toont/verbergt de geavanceerde opties van elk signaal.

Geavanceerde opties

CB3
• E1 ILLEGALE FUNCTIE (0x01): De ontvangen functiecode in de query is geen
toegestane actie voor de server (of slave).
• E2 ILLEGAAL GEGEVENSADRES (0x02): De ontvangen functiecode in de
query is geen toegestane actie voor de server (of slave), controleer of het inge-
voerde signaaladres overeenkomt met de installatie van de externe MODBUS-
server.
• E3 ILLEGALE GEGEVENSWAARDE (0x03): Een waarde in het query-gegevensveld
is geen toegestane waarde voor de server (of slave), controleer of de inge-
voerde signaalwaarde geldig is voor het specifieke adres op de externe MODBUS-
server.
• E4 FOUT SLAVE-APPARAAT (0x04): Er is een onherstelbare fout opgetreden
terwijl de server (of slave) de verzochte actie probeerde uit te voeren.
• E5 ERKENNEN (0x05): Speciaal gebruik in combinatie met programmacom-
mando's verzonden naar de externe MODBUS-eenheid.
• E6 SLAVE-APPARAAT IN GEBRUIK (0x06): Speciaal gebruik in combinatie
met programmacommando's die verzonden zijn aan de externe MODBUS-
eenheid, de slave (server) kan nu niet reageren.
• Update-frequentie: met dit menu kunt u de update-frequentie van het signaal
wijzigen. Dit is de frequentie waarmee verzoeken naar de MODBUS-eenheid
worden verzonden om de signaalwaarde te lezen of te schrijven.
• Slave-adres: dit tekstveld kan worden gebruikt om een specifiek slave-adres
in te stellen voor de verzoeken die bij een specifiek signaal horen. De waarde
moet liggen in het bereik 0-255, en de standaard is 255. Als u deze waarde
wijzigt, is het aan te raden de handleiding van het externe MODBUS-apparaat
te raadplegen om de functionaliteit als slave-adres te controleren.
13.11 Installatie
I/O-instellingen MODBUS-client
II-56
Versie 3.2
(rev. 21833)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave