15.3 Wachtwoord instellen
Twee wachtwoorden worden ondersteund. Het eerste is een optioneel systeem-
wachtwoord dat onbevoegde wijziging van de instellingen van de robot voorkomt.
Als het systeemwachtwoord ingesteld is, kunnen programma's zonder wachtwoord
worden geladen en uitgevoerd, maar is een juist wachtwoord vereist voor het aan-
maken of wijzigen van programma's.
Het tweede is een vereist veiligheidswachtwoord dat juist moet worden ingevoerd
om de veiligheidsconfiguratie te wijzigen.
CB3
OPMERKING:
Om de veiligheidsconfiguratie te wijzigen, moet het veiligheids-
wachtwoord zijn ingesteld.
WAARSCHUWING:
Voeg een wachtwoord toe om te voorkomen dat niet-bevoegd per-
soneel de robotinstallatie wijzigt.
II-112
15.3 Wachtwoord instellen
Versie 3.2
(rev. 21833)