Actieve belasting en installatie
Wanneer de robotarm ingeschakeld is, wordt de belastingsmassa die door de regel-
kast gebruikt wordt wanneer de robotarm in gebruik is, in het kleine witte tekstveld
weergegeven. Deze waarde kan aangepast worden door op het tekstveld te tikken
en een nieuwe waarde in te voeren. Let erop dat het instellen van deze waarde de
belasting in de robotinstallatie niet wijzigt (zie 13.6), alleen de belastingsmassa die
door de regelkast gebruikt wordt, wordt ingesteld.
Op vergelijkbare wijze wordt de naam van het installatiebestand dat op dit moment
geladen wordt, weergegeven in het grijze tekstveld. U kunt een andere installatie
laden door op het tekstveld te tikken of door gebruik te maken van de knop Laden
die ernaast staat. Anders kunt u de geladen installatie aanpassen met behulp van
de knoppen naast de 3D-weergave in het onderste deel van het scherm.
Voordat u de robotarm start, is het heel belangrijk dat u controleert of de actieve
belasting en de actieve installatie overeenkomt met de daadwerkelijke conditie van
de robotarm.
Initialiseren van de robotarm
De grote knop met het groene pictogram is voor het uitvoeren van de daadwerke-
lijke initialisatie van de robotarm. De tekst die erop staat, en de actie die hij uitvoert,
wijzigt afhankelijk van de huidige status van de robotarm.
CB3
GEVAAR:
Controleer altijd of de daadwerkelijke belasting en installatie cor-
rect zijn voordat u de robotarm opstart. Als deze instellingen fou-
tief zijn, werken de robotarm en regelkast niet correct en kan het
gevaarlijk worden voor mensen of apparaat in de buurt van de
robotarm.
VOORZORGSMAATREGEL:
U moet heel voorzichtig zijn als de robotarm een obstakel of tafel
raakt, omdat als de robotarm in een obstakel boort, dit schade kan
toebrengen aan een tandwielkast van een gewricht.
• Nadat de controller-computer is opgestart, moet u een keer op de knop tikken
om de robotarm in te schakelen. De status van de robotarm verandert dan in
Aan en vervolgens naar Stationair. Let erop dat wanneer er een noodstop is, de
robotarm niet ingeschakeld kan worden, dus wordt de knop uitgeschakeld.
• Als de status van de robotarm Stationair is, moet u nog een keer op de knop
tikken op de robotarm te starten. Op dit punt worden sensorgegevens ge-
controleerd aan de hand van de geconfigureerde montage van de robotarm.
Als er een fout gevonden wordt (met een tolerantie van 30 ), wordt de knop
uitgeschakeld en wordt daaronder een foutmelding weergegeven.
II-32
11.5 Initialisatiescherm
Versie 3.2
(rev. 21833)