10.2 Scherm Aan de slag
10.1.2 Knoppen voettekst
Initialiseren beheert robotstatus. Druk erop wanneer dit ROOD is om de
robot operationeel te maken.
de relatieve snelheid waarop de robotarm beweegt, rekening houdend met de
veiligheidsinstellingen.
tussen Simulatiemodus en Echte robot. In de Simulatiemodus beweegt de ro-
botarm niet. Zo kan de robot zichzelf of apparatuur in de buurt niet beschadigen
door een botsing. Als u niet zeker weet wat de robotarm gaat doen, gebruik dan
de Simulatiemodus om programma's te testen.
delijk hoger zijn dan 250 mm/s. Deze functie, die ingedrukt moet worden gehou-
den om uit te voeren, is alleen beschikbaar in de Handmatige modus wanneer
een inschakelapparaat met drie standen is geconfigureerd.
Afspelen start het op dit moment geladen robotprogramma.
Stappen biedt de mogelijkheid een programma in individuele stappen uit
te voeren.
Stoppen stopt het op dit moment geladen robotprogramma.
10.2 Scherm Aan de slag
Versie 5.4
De knop Simulatie schakelt een programma-uitvoering
Met Handmatige hoge snelheid kan de gereedschapssnelheid tij-
Snelheidsschuifbalk toont in realtime
II-5
e-Series