Een Schroeven-node toevoegen
1. Tik in de koptekst op Programma.
2. Tik onder Geavanceerd op Schroeven. In de lijst Selectie programma kunt u een bestaand
programma selecteren op de regelkast van de schroevendraaier.
3. Selecteer Aandraaien om in een aandraaiende richting te schroeven of selecteer Losdraaien
om in een losdraaiende richting te schroeven.
4. Selecteer Startpunt inschakelen om een BewegenL aan de programmastructuur toe te voe-
gen om een specifiek startpunt te definiëren.
Selecteer Schroef volgen onder Proces om de schroefactie op de volgende manieren te beïn-
vloeden:
• Kracht: Selecteer Kracht om te bepalen hoeveel kracht op een schroef wordt uitgeoefend.
Selecteer vervolgens Snelheidslimiet om de bewegingssnelheid van de robotarm te beper-
ken.
• Snelheid: Selecteer Gereedschapssnelheid om de robot de schroef met een bepaalde snel-
heid te laten volgen. Selecteer vervolgens Versnelling om de robot de schroef tot een be-
paalde snelheid te laten volgen.
• Expressie: Vergelijkbaar met het Als-commando (zie 15.6.4), selecteer Expressie om de
voorwaarde te beschrijven waarbij de robot de schroef volgt.
Schroeven tot
De programmanode Schroeven bevat een standaard Tot succes Tot node die de stopcriteria voor
de schroefbeweging definieert.
e-Series
VOORZORGSMAATREGEL:
Plaats de schroefbit boven de schroef voordat u een schroefpro-
gramma start. Het uitoefenen van kracht op de schroef kan de
prestaties van het schroefprogramma beïnvloeden.
II-66
15.6 Nodes geavanceerd programma
Versie 5.4