16.1 Algemeen
I/O-acties en regeling van het I/O-tabblad
Ingangs- en uitgangsacties Fysieke en digitale veldbus-I/O's kunnen worden gebruikt om acties
te triggeren of te reageren op de status van een programma.
Beschikbare ingangsacties:
• Start: start of hervat het huidige programma aan een stijgende kant. Deze functie is
alleen ingeschakeld in Besturing op afstand (zie 21.4.4).
• Stoppen: Stopt het huidige programma aan een stijgende kant.
• Pauzeren: Pauzeert het huidige programma aan een stijgende kant.
• Freedrive: Wanneer de invoer hoog is, staat de robot in de freedrivemodus (vergelijk-
baar met de freedriveknop). De invoer wordt genegeerd als een programma wordt uit-
gevoerd of andere omstandigheden geen freedrive toestaan.
Beschikbare uitgangsacties:
• Laag bij niet lopen: De uitgang is laag als de programmastatus "gestopt" of "gepau-
zeerd" is.
• Hoog bij niet lopen: De uitgang is hoog als de programmastatus "gestopt" of "gepau-
zeerd" is.
• Hoog als de robot loopt, laag als deze is gestopt De uitgang is laag als de program-
mastatus "gestopt" of "gepauzeerd" is en hoog wanneer de robot loopt.
• Continue puls: De uitgang wisselt tussen hoog en laag gedurende een bepaald aantal
seconden terwijl het programma loopt. Pauzeer of stop het programma om de puls-
status te behouden.
Regeling I/O-tab Bepaal of een uitgang op het I/O-tabblad wordt geregeld (door programmeurs,
of operators en programmeurs) of dat deze wordt geregeld door de robotprogramma's.
Versie 5.4
WAARSCHUWING:
Als de robot is gestopt terwijl de Start-invoeractie wordt gebruikt,
beweegt de robot langzaam naar het eerste waypoint van het pro-
gramma, voordat het programma wordt uitgevoerd. Als de robot
is gepauzeerd terwijl de Start-invoeractie wordt gebruikt, beweegt
de robot langzaam naar de positie waarin deze was gepauzeerd,
voordat het programma wordt hervat.
II-95
e-Series