2. Selecteer in het scherm Robotinstallatie laden een bestaand programma en tik op Openen.
3. Selecteer in het veld Veiligheidsconfiguratie Toepassen en start opnieuw op om de robot te
rebooten.
4. Selecteer Installatie instellen om de installatie voor het huidige Programma in te stellen.
5. Controleer in het Bestandpad of de gewenste installatienaam wordt weergegeven.
20.2 Nieuw ...
Hiermee kunt u een nieuw Programma en/of Installatie aanmaken.
Een nieuw Programma
1. Tik in Programma- en installatiebeheer op Nieuw... en selecteer Programma.
2. Configureer in het scherm Programma uw nieuwe programma.
3. Tik in Programma- en installatiebeheer op Opslaan ... en selecteer Alles opslaan of Pro-
gramma opslaan als...
4. Geef het bestand in het scherm Programma opslaan als een naam en tik op Opslaan.
5. Controleer in het Bestandpad of de nieuwe programmanaam wordt weergegeven.
Een nieuwe Installatie
Let op: U moet een installatie voor gebruik opslaan nadat de robot wordt uitgezet.
1. Tik in Programma- en installatiebeheer op Nieuw... en selecteer Installatie.
2. Tik op Veiligheidsconfiguratie bevestigen.
3. Configureer in het scherm Installatie uw nieuwe installatie.
4. Tik in Programma- en installatiebeheer op Opslaan... en selecteer Installatie opslaan als...
5. Geef het bestand in het scherm Robotinstallatie opslaan een naam en tik op Opslaan.
6. Selecteer Installatie instellen om de installatie voor het huidige Programma in te stellen.
7. Controleer in Bestandpad of de nieuwe installatie wordt weergegeven.
e-Series
II-126
20.2 Nieuw ...
Versie 5.4