Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Snel Opstarten Systeem - Universal Robots e Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor e Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

11.2 Snel opstarten systeem

Starten van de robot:
1. Tik op de AAN-knop met de groene LED om het initialisatieproces te starten. De LED wordt
vervolgens geel om aan te geven dat de robot is ingeschakeld en Niet actief is.
2. Tik op de START-knop om de remmen los te laten.
3. Tik op de UIT-knop met de rode LED om de robotarm uit te schakelen.
• Wanneer de PolyScope start, tik eenmaal op de AAN-knop om de robotarm in te schakelen.
De status wijzigt vervolgens naar geel om aan te geven dat de robot is ingeschakeld en niet
actief is. Niet actief.
• Als de status van de robotarm Niet actief is, tikt u op de START-knop om de robotarm te
starten. Op dit punt worden sensorgegevens gecontroleerd aan de hand van de geconfi-
gureerde montage van de robotarm. Als er een fout gevonden wordt (met een tolerantie
van 30
), wordt de knop uitgeschakeld en wordt daaronder een foutmelding weergegeven.
Als de montageverificatie succesvol is, tik dan op Start om alle gewrichtsremmen loslaten,
waarna de robotarm gereed is voor normaal gebruik.
11.2 Snel opstarten systeem
Controleer voordat u de PolyScope gebruikt dat de robotarm en regelkast goed zijn geïnstalleerd.
1. Druk op de Programmeereenheid op de noodstopknop.
2. Druk op de Programmeereenheid op de aan/uitknop en laat het systeem starten en de tekst
op de PolyScope weergeven.
3. Een pop-up verschijnt op het aanraakscherm en geeft aan dat het systeem klaar voor ge-
bruik is en dat de robot moet worden geïnitialiseerd.
4. Raak in de pop-updialoog de knop aan om naar het initialisatiescherm te gaan.
5. Wanneer de dialoog Bevestiging van toegepaste Veiligheidsconfiguratie verschijnt, drukt u
op de knop Veiligheidsconfiguratie bevestigen om een initiële reeks veiligheidsparameters
toe te passen. Deze moeten op basis van een risicobeoordeling worden aangepast.
6. Ontgrendel de noodstopknop om de robotstatus van Noodstop naar Stroom uit te verande-
ren.
7. Stap uit het werkbereik van de robot.
8. Raak op het scherm Robot initialiseren de knop AAN en laat de robotstatus overgaan op
Niet actief.
9. Controleer in het veld Huidige belasting dat de belastingsmassa en geselecteerde montage
goed zijn. U wordt gewaarschuwd als de montage die gedetecteerd is op basis van de
sensorgegevens niet overeenkomt met de geselecteerde montage.
Versie 5.4
VOORZORGSMAATREGEL:
Zorgt dat de robotarm niet in aanraking komt met objecten (zoals
een tafel), omdat een botsing tussen de robotarm en een obstakel
een gewrichtstandwielkast kan beschadigen.
II-9
e-Series

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ur10eUr3eUr5e

Inhoudsopgave