Pagina 5
Inhoudsopgave HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 6
59 Gebruikte aanwijzingen........................60 Aanwijzingen voor het gebruik van NC-programma's............... 61 Gebruikershandboek als geïntegreerde producthulp TNCguide............61 1.5.1 In TNCguide zoeken............................ 65 1.5.2 NC-voorbeelden naar klembord kopiëren....................65 contact met de redactie........................65 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 7
Symbolen in de werkgebieden........................94 2.7.3 Overzicht van de werkgebieden........................ 94 Bedieningselementen........................97 2.8.1 Algemene gebaren voor het touchscreen....................97 2.8.2 Bedieningselementen van de toetsenbordeenheid................97 2.8.3 Symbolen van de besturingsinterface....................104 2.8.4 Werkgebied Hoofdmenu...........................105 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 9
Werkgebied Posities........................145 Statusoverzicht van de besturingsbalk................... 151 Werkgebied Status......................... 153 Werkgebied Simulatiestatus......................168 Weergave van de programma-afloop....................170 Digitale uitlezingen.........................171 4.7.1 Modus van de digitale uitlezing omschakelen..................172 Inhoud van het tabblad QPARA definiëren..................173 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 10
Inhoudsopgave In- en uitschakelen........................175 Inschakelen............................ 176 5.1.1 Machine en besturing inschakelen......................177 Werkgebied Refereren........................178 5.2.1 Referentiepunt van de assen vastleggen..................... 179 Uitschakelen...........................180 5.3.1 Besturing afsluiten en machine uitschakelen..................181 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 11
Inhoudsopgave Handmatige bediening......................183 Toepassing Manual operation......................184 Machineassen verplaatsen......................186 6.2.1 Assen met de astoetsen verplaatsen....................186 6.2.2 Assen stapsgewijs positioneren......................187 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 12
Subprogramma's en herhalingen van programmadelen..............194 7.2.5 Programmeren met variabelen....................... 194 7.2.6 CAM-programma's.............................194 Basisprincipes van het programmeren................... 194 7.3.1 Inhouden van een NC-programma......................194 7.3.2 Werkstand Programmeren........................197 7.3.3 Werkgebied Programma.......................... 199 7.3.4 NC-programma's bewerken........................207 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 13
Schuine draaibewerking........................... 220 8.2.4 Simultane draaibewerking........................222 8.2.5 Draaibewerking met FreeTurn-gereedschap..................224 8.2.6 Onbalans in draaimodus.......................... 226 Slijpbewerking (optie #156)......................228 8.3.1 Basisprincipes.............................228 8.3.2 Coördinatenslijpen............................. 230 8.3.3 Dressen................................ 231 8.3.4 Dresswerkstand activeren met FUNCTION DRESS................232 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 14
9.1.3 Rotatiesymmetrisch onbewerkt werkstuk met BLK FORM ROTATION......... 241 9.1.4 STL-bestand als onbewerkt werkstuk met BLK FORM FILE............243 Correctie van het onbewerkte werkstuk in de draaimodus met FUNCTION TURNDATA BLANK (optie #50)..............................244 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 16
Benaderingsfuncties APPR LCT en APPR PLCT.................334 11.5.7 Functie voor verlaten DEP LT......................... 335 11.5.8 Functie voor verlaten DEP LN.........................336 11.5.9 Functie voor verlaten DEP CT.........................337 11.5.10 Functies voor verlaten DEP LCT en DEP PLCT...................338 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 17
NC-programma selecteren en oproepen met SEL PGM en CALL SELECTED PGM.....348 12.3 cyclus 14 CONTOUR........................350 12.3.1 Cyclusparameters............................351 12.4 cyclus 12 PGM CALL........................351 12.4.1 Cyclusparameters............................352 12.5 Nesting van programmeertechnieken..................... 352 12.5.1 Voorbeeld..............................353 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 18
13.5.10 Voorbeeld: cycli in combinatie met PATTERN DEF toepassen............385 13.6 Cycli voor patroondefinitie......................387 13.6.1 Overzicht..............................387 13.6.2 cyclus 220 PATROON OP CRKL......................388 13.6.3 cyclus 221 MODEL OP LIJN........................391 13.6.4 Cyclus 224 VOORBEELD DATAMATRIX CODE..................395 13.6.5 Programmeervoorbeelden........................401 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 23
Basisprincipes voor het maken van vertandingen (software-optie 157)........927 14.6.4 cyclus 285 TANDWIEL DEFINIEREN (optie #157)................930 14.6.5 cyclus 286 TANDW. AFWIKKELFREZEN (optie #157)...............932 14.6.6 cyclus 287 TANDWIEL ROLSTEKEN (optie #157)................940 14.6.7 Programmeervoorbeelden........................948 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 24
Rotatie met TRANS ROTATIE......................... 998 15.6.5 Schalen met TRANS SCALE........................1000 15.7 Bewerkingsvlak zwenken (optie #8)..................... 1002 15.7.1 Basisprincipes............................1002 15.7.2 Bewerkingsvlak zwenken met PLANE-functies (optie #8).............. 1003 15.7.3 Venster 3D-rotatie (optie #8)........................ 1046 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 25
Inhoudsopgave 15.8 Schuine bewerking (optie #9).......................1050 15.9 Gereedschapsinstelling compenseren met FUNCTION TCPM (optie #9)........1051 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 26
3D-gereedschapscorrectie bij het kopfrezen (optie #9)..............1079 16.6.5 3D-gereedschapscorrectie bij het omtrekfrezen (optie #9)............1085 16.6.6 3D-gereedschapscorrectie met totale gereedschapsradius met FUNCTION PROG PATH (optie #9)................................1088 16.7 Van de ingrijpingshoek afhankelijke 3D-radiuscorrectie (optie #92)..........1090 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 27
Inhoudsopgave 17 Bestanden..........................1093 17.1 Bestandsbeheer..........................1094 17.1.1 Basisprincipes............................1094 17.1.2 Werkbereik Bestand openen......................... 1103 17.1.3 Werkbereik Snelkeuze..........................1104 17.1.4 Een bestand van de iTNC 530 aanpassen..................1104 17.1.5 USB-apparaten............................1105 17.2 Programmeerbare bestandsfuncties.....................1107 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 28
Spanmiddel in de botsingsbewaking integreren (optie #140)............1121 18.2.3 Spanmiddelen laden en verwijderen met de functie FIXTURE (optie #40)........1130 18.2.4 CFG-bestanden bewerken met KinematicsDesign................1131 18.3 Uitgebreide controle in de simulatie.....................1137 18.4 Gereedschap automatisch vrijzetten met FUNCTION LIFTOFF............1139 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 31
21.4 Bewerking met polaire kinematica met FUNCTION POLARKIN............. 1241 21.4.1 Voorbeeld: SL-cycli in polaire kinematica...................1245 21.5 CAM-gegenereerde NC-programma's................... 1246 21.5.1 Uitvoerformaten van NC-programma's....................1247 21.5.2 Bewerkingswijzen op aantal assen..................... 1249 21.5.3 Processtappen............................1251 21.5.4 Functies en functiepakketten........................1258 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 32
22.5 Additionele functies voor gereedschap..................1298 22.5.1 Zustergereedschap automatisch inspannen met M101..............1298 22.5.2 Positieve gereedschapsovermaten toestaan met M107 (optie #9)..........1300 22.5.3 Radius van het zustergereedschap controleren met M108............1302 22.5.4 Tastsysteembewaking onderdrukken met M141................1302 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 33
23.5.5 Globale gegevens voor boorbewerkingen..................1352 23.5.6 Globale gegevens voor freesbewerkingen met kamercycli............1353 23.5.7 Globale gegevens voor freesbewerkingen met contourcycli............1354 23.5.8 Globale gegevens voor het positioneergedrag..................1354 23.5.9 Globale gegevens voor tastfuncties....................1355 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 34
Wijzigingen van een transactie niet accepteren met SQL ROLLBACK......... 1366 23.6.7 Transactie afsluiten met SQL COMMIT....................1368 23.6.8 Regel van de resultaathoeveelheid wijzigen met SQL UPDATE............ 1369 23.6.9 Nieuwe regel in de resultaathoeveelheid maken met SQL INSERT..........1371 23.6.10 Voorbeeld..............................1373 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 35
24.2 Contouren in het grafische programmeren importeren..............1384 24.2.1 Contouren importeren..........................1386 24.3 Contouren uit het grafische programmeren exporteren..............1387 24.4 Eerste stappen in het grafisch programmeren................1390 24.4.1 Voorbeeldopdracht D1226664......................1390 24.4.2 Voorbeeldcontour tekenen........................1391 24.4.3 Getekende contour exporteren......................1393 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 36
25.4 Contouren en posities in NC-programma's overnemen met CAD Import (optie #42)......1407 25.4.1 Contour kiezen en opslaan........................1410 25.4.2 Posities selecteren..........................1411 25.5 STL-bestanden genereren met 3D mesh (optie #152)..............1413 25.5.1 3D-model positioneren voor bewerking aan de achterkant............1416 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 37
26.11.1 Calculator openen en sluiten........................ 1438 26.11.2 Resultaat uit de geschiedenis selecteren...................1438 26.11.3 Verloop wissen............................1438 26.12 Snijgegevenscalculator.........................1438 26.12.1 Snijgegevenscalculator openen......................1440 26.12.2 Snijgegevens met tabellen berekenen....................1441 26.13 Meldingsmenu van de informatiebalk...................1441 26.13.1 Servicebestand maken........................... 1444 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 38
27.7 Rotatiecentrum van de simulatie....................1462 27.7.1 Rotatiecentrum op een hoek van het gesimuleerde werkstuk instellen........1463 27.8 Snelheid van de simulatie......................1463 27.9 NC-programma tot bepaalde NC-regel simuleren................. 1464 27.9.1 NC-programma tot bepaalde NC-regel simuleren................1465 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 39
Lengte van het werkstuk-tastsysteem kalibreren................1483 28.2.2 Radius van het werkstuk-tastsysteem kalibreren................1484 28.2.3 Tastsysteem voor het werkstuk 3D-kalibreren (optie #92)............1485 28.3 Tastsysteembewaking onderdrukken................... 1486 28.3.1 Tastsysteembewaking deactiveren..................... 1486 28.4 Vergelijking van offset en 3D-basisrotatie..................1488 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 40
29.3.17 cyclus 408 REF.PT. MIDDEN SLEUF....................1634 29.3.18 cyclus 409 REF. PT. MIDDEN DAM.....................1639 29.3.19 Voorbeeld: referentiepunt vastleggen midden van cirkelsegment en bovenkant van werkstuk..............................1644 29.3.20 Voorbeeld: referentiepunt vastleggen: bovenkant werkstuk en midden van gatencirkel..1645 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 41
31 of 481 GEREEDSCH.-LENGTE....................1783 29.8.4 cyclus 32 of 482 GEREEDSCH.-RADIUS.....................1786 29.8.5 cyclus 33 of 483 GEREEDSCHAP METEN..................1790 29.8.6 cyclus 484 IR-TT KALIBREREN......................1793 29.8.7 cyclus 485 DRAAIGEREEDSCHAP METEN (optie #50)..............1797 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 43
31 Palletbewerking en opdrachtenlijsten..................1807 31.1 Basisprincipes..........................1808 31.1.1 Palletteller..............................1808 31.2 Werkgebied Opdrachtenlijst......................1808 31.2.1 Basisprincipes............................1808 31.2.2 Batch Process Manager (optie #154)....................1812 31.3 Werkgebied Invoerscherm voor pallets..................1815 31.4 Gereedschapsgeoriënteerde bewerking..................1816 31.5 Palletreferentiepunttabel......................1819 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 44
Handmatig verplaatsen tijdens een onderbreking................1829 32.1.3 Binnenkomst in het programma met regelsprong................1830 32.1.4 Opnieuw benaderen van de contour....................1837 32.2 Correcties tijdens de programma-afloop..................1839 32.2.1 Tabellen uit de werkstand Programma-afloop openen..............1840 32.3 Toepassing Vrijzetten........................1840 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 45
33.11.1 Schrijfbeveiliging activeren........................1900 33.11.2 Schrijfbeveiliging verwijderen........................1900 33.11.3 Referentiepunttabel in inch maken......................1901 33.12 Puntentabel..........................1902 33.12.1 Puntentabel aanmaken.......................... 1904 33.12.2 Afzonderlijke punten voor de bewerking verbergen.................1904 33.13 Nulpunttabel..........................1904 33.13.1 Nulpunttabel aanmaken......................... 1906 33.13.2 Nulpunttabel bewerken...........................1906 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 46
33.18.1 AFC-basisinstellingen AFC.tab......................1919 33.18.2 Instellingsbestand AFC.DEP voor leersneden................... 1922 33.18.3 Protocolbestand AFC2.DEP........................1924 33.18.4 Tabellen voor AFC bewerken........................ 1926 33.19 Technologietabel voor cyclus 287 Tandwiel afwikkelschalen............1926 33.19.1 Parameters in de technologietabel......................1927 33.19.2 Technologietabel maken........................1928 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 53
39.1 Basisprincipes..........................2016 39.2 HEROS-menu..........................2016 39.3 Seriële gegevensoverdracht......................2021 39.4 PC-software voor gegevensoverdracht..................2023 39.5 Gegevensbeveiliging........................2025 39.6 Bestanden met tools openen......................2026 39.6.1 Tools openen............................2027 39.7 Netwerkconfiguratie met Advanced Network Configuration............2027 39.7.1 Venster Netwerkverbinding bewerken....................2029 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 54
40.2.1 Lijst met gebruikersparameters......................2035 40.2.2 Details over de gebruikersparameters....................2046 40.3 Vooraf ingestelde foutnummers voor FN 14: ERROR..............2095 40.4 Systeemgegevens........................2101 40.4.1 Lijst met FN-functies..........................2101 40.5 Toetskappen voor toetsenbordeenheden en machinebedieningspanelen........2143 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 58
HEIDENHAIN biedt aparte informatieproducten voor andere doelgroepen: Brochures en leveringsprogramma voor potentiële kopers Servicehandboek voor servicetechnici Technisch handboek voor machinefabrikanten Bovendien biedt HEIDENHAIN gebruikers en beginners een breed cursusaanbod op het gebied van NC-programmering. HEIDENHAIN-trainingsportaal Rekening houdend met de doelgroep bevat deze gebruikershandleiding alleen informatie over de werking en bediening van de besturing.
Pagina 59
Het overzicht van nieuwe en gewijzigde softwarefuncties informeert u over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de afzonderlijke softwareversies. TNCguide HEIDENHAIN-brochures bieden u informatie over producten en diensten van HEIDENHAIN, bijv. softwareopties van de besturing. HEIDENHAIN-Prospekte De database NC-Solutions biedt oplossingen voor vaak voorkomende taken.
Pagina 60
Het signaalwoord toont de ernst van het gevaar Soort en bron van het gevaar Gevolgen bij het negeren van het gevaar, bijv. "Bij de volgende bewerkingen bestaat er botsingsgevaar" Vluchtinstructies - veiligheidsmaatregelen als afweer tegen het gevaar HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 61
De geïntegreerde producthulp TNCguide omvat de volledige reeks gebruikershandboeken. Verdere informatie: "beschikbare gebruikersdocumentatie", Pagina 59 Het gebruikershandboek ondersteunt u bij een veilig gebruik van de besturing volgens de voorschriften. Verdere informatie: "", Pagina 68 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 62
Help of in het werkgebied Help. Verdere informatie: "Toepassing Help", Pagina 63 Verdere informatie: "Werkgebied Help", Pagina 1418 De bediening van de TNCguide is in beide gevallen identiek. Verdere informatie: "Symbolen", Pagina 64 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 63
Verdere informatie: "Symbolen in de geïntegreerde producthulp TNCguide ", Pagina 64 Inhoudskolom van de TNCguide Scheiding tussen de kolommen van de TNCguide Met behulp van de verdeler kunt u de breedte van de kolommen aanpassen. Navigatiekolom van de TNCguide HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 64
De index dient als alternatieve navigatie in de documentatie. Vorige of volgende pagina in de documentatie weergeven Navigatie weergeven of verbergen NC-voorbeelden naar het klembord kopiëren Verdere informatie: "NC-voorbeelden naar klembord kopië- ren", Pagina 65 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 65
Wenst u wijzigingen of hebt u fouten ontdekt? Wij streven er voortdurend naar onze documentatie voor u te verbeteren. U kunt ons daarbij helpen. De door u gewenste wijzigingen kunt u per e-mail toezenden naar: tnc-userdoc@heidenhain.de HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 68
De TNC7 Elke HEIDENHAIN-besturing ondersteunt u met programmering via dialoogvensters en detailgetrouwe simulatie. Met de TNC7 kunt u bovendien via invoerschermen of grafisch programmeren en bereikt u zo snel en veilig het gewenste resultaat. Softwareopties en optionele hardware-uitbreidingen maken een flexibele uitbreiding van de functionaliteit en het bedieningsgemak mogelijk.
Pagina 69
Over het product. | De TNC7 Definities Richtlijn Definitie DIN EN Deze norm behandelt o.a. het thema emissie en immuniteit 50370-1:2006-02 van gereedschapsmachines. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 70
GEVAAR Let op: risico voor gebruiker! De functie AUTOSTART start de bewerking automatisch. Open machines met niet- beveiligde werkruimten vormen een enorm gevaar voor de operator! Functie AUTOSTART uitsluitend op gesloten machines gebruiken HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 71
Bij assen waarvan het referentiepunt niet is bepaald, moet u erop letten dat de bewaking van het verplaatsingsbereik niet beschikbaar is AANWIJZING Let op: botsingsgevaar! De TNC7 ondersteunt met NC-software 81762x-16 geen ISO-programmering. Tijdens de afwerking bestaat er door de ontbrekende ondersteuning gevaar voor botsingen. Gebruik uitsluitend klaartekst-NC-programma's.
Pagina 72
NC-programma of programmadeel met behulp van de grafische simulatie testen NC-programma of programmadeel in de werkstand PGM-afloop regel voor regel voorzichtig testen De onderstaande bekende verschillen in acht nemen (de onderstaande lijst is mogelijk onvolledig!) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 73
NC-functies, bijvoorbeeld Transformaties. Daardoor bestaat er tijdens de daaropvolgende bewerking gevaar voor botsingen! Gebruik GOTO alleen bij het programmeren en testen van NC-programma's. Bij het uitvoeren van NC-programma's alleen gebruikmaken van Regelsprong HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 74
De softwareopties bieden u de mogelijkheid om de besturing aan uw individuele behoeften aan te passen. U kunt een overzicht oproepen van de softwareopties die op uw machine zijn vrijgeschakeld. Verdere informatie: "Softwareopties bekijken", Pagina 1968 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 75
Over het product. | software Overzicht en definities De TNC7 beschikt over verschillende softwareopties die uw machinefabrikant elk afzonderlijk kan vrijgeven. Het volgende overzicht bevat uitsluitend softwareopties die voor u als gebruiker relevant zijn. In het gebruikershandboek kunt u aan de hand van optienummers zien of een functie al dan niet deel uitmaakt van de standaardfunctionaliteit.
Pagina 76
TCP/IP-protocol toegang tot gegevens van de besturing. Mogelijke toepassingsgebieden zijn bijvoorbeeld: Koppeling met bovenliggende ERP- of MES-systemen Registratie van machines en bedrijfsgegevens U hebt HEIDENHAIN DNC nodig in combinatie met externe Windows-applica- ties. Dynamische botsingsbewaking DCM Dynamic Collision Monitoring...
Pagina 77
De correcties zijn in vergelijking met KinematicsOpt (optie #48) nog omvangrij- ker. Verdere informatie: "cyclus 453 KINEMATICA ROOSTER (optie #48), (optie #52)", Pagina 1770 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 78
De T-gb.volgorde toont de gereedschapsvolgorde van het af te werken NC-programma of de pallet Verdere informatie: "T-gb.volgorde (optie #93)", Pagina 1893 Met het uitgebreide gereedschapsbeheer kunt u de gereedschapsbehoefte tijdig herkennen en daardoor onderbrekingen tijdens de programma-afloop voorkomen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 79
Adaptieve positieregeling PAC Position Adaptive Control Met deze softwareoptie kan de machinefabrikant bijv. positie-afhankelijke (optie #142) afwijkingen van het gereedschap compenseren en daarmee de nauwkeurigheid en dynamiek verhogen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 80
Met deze softwareoptie kunnen de door de machinefabrikant geconfigureerde (optie #155) machinecomponenten automatisch worden bewaakt. Met de componentenbewaking helpt de besturing door het uitgeven van waarschuwingen en foutmeldingen machineschade door overbelasting te voorkomen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 81
Verdere informatie: "Cyclus 883 DRAAIEN SIMULTAANNABEWERKEN (optie #158)", Pagina 843 Met de uitgebreide draaifuncties kunt u niet alleen bijv. werkstukken met onder- snijdingen maken, maar ook tijdens de bewerking een groter gedeelte van de snijplaat gebruiken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 82
U kunt de licentievoorwaarden als volgt op de besturing oproepen: Werkstand Start selecteren Toepassing Instellingen selecteren Tabblad Besturingssysteem selecteren Via HeROS dubbel tikken of klikken De besturing opent het venster HEROS Licence Viewer. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 83
HEIDENHAIN en Softing Industrial Automation GmbH overeengekomen gebruiksvoorwaarden van toepassing zijn. Met behulp van de OPC UA NC-server (opties #56 - #61) en de HEIDENHAIN DNC (optie #18) kan het gedrag van de besturing worden beïnvloed. Voordat deze interfaces productief worden gebruikt, moeten systeemtests worden uitgevoerd om storingen of uitval van prestaties van de besturing uit te sluiten.
Pagina 84
Schakel de besturing uit voordat u het beeldscherm reinigt. Als alternatief kunt u ook de reinigingsmodus voor het touchscreen gebruiken. Verdere informatie: "Toepassing Instellingen", Pagina 1959 Voorkom beschadiging van het touchscreen door het afzien van de volgende reinigingsmiddelen of hulpmiddelen: Agressieve oplosmiddelen Schuurmiddelen Perslucht Stoomreiniger HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 85
TE 360 met alternatieve opstelling ometers potentiometers TE 361 De TNC7 wordt geleverd met verschillende toetsenborden. U bedient de besturing met touchgebaren en met de bedieningselementen van het toetsenbord. Verdere informatie: "Algemene gebaren voor het touchscreen", Pagina 97 Verdere informatie: "Bedieningselementen van de toetsenbordeenheid",...
Pagina 86
Breng een kleine hoeveelheid isopropanol-alcoholreiniger aan op een pluisvrije en schone doek Volg de instructies voor het reinigingsmiddel op. Veeg de schaal voorzichtig schoon met de doek totdat er geen strepen of vlekken zichtbaar zijn HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 87
Toetskap verwijderen Plaats de toetskap op de afdichting en druk deze vast De afdichting mag niet beschadigd raken, anders is de beschermingsklasse IP54 niet gegarandeerd. Plaatsing en werking testen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 88
Hardware-uitbreidingen bieden u de mogelijkheid om de gereedschapsmachine aan uw individuele behoeften aan te passen. De TNC7 beschikt over verschillende hardware-uitbreidingen die uw machinefabrikant elk afzonderlijk en ook achteraf kan vrijgeven. Het volgende overzicht bevat uitsluitend uitbreidingen die voor u als gebruiker relevant zijn.
Pagina 89
Met Remote Desktop Manager (optie #133) kunt u de toepassingen op het besturingsscherm laten zien. Verdere informatie: "Venster Remote Desktop Manager (optie #133)", Pagina 1993 De industrie-pc biedt een veilig en krachtig alternatief voor externe pc's. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 90
Verdere informatie: "Beeldschermtoetsenbord van de besturingsbalk", Pagina 1420 Instellingen In de instellingen kunt u diverse voorgedefinieerde weergaven van de bestu- ringsinterface selecteren. Datum en tijd Informatiebalk Actieve werkstand Meldingsmenu Verdere informatie: "Meldingsmenu van de informatiebalk", Pagina 1441 Symbolen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 91
Contouren maken en bewerken Pallettabellen maken en bewerken De werkstand Handmatig bevat de volgende toepassingen: Toepassing Manual operation Pagina 184 Toepassing MDI Pagina 1803 Toepassing Instellen Pagina 1467 Toepassing Ref. punt benaderen Pagina 178 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 92
Raadpleeg uw machinehandboek! In de werkstand Machine kan de machinefabrikant eigen functies definiëren, bijvoorbeeld diagnosefunc- ties van de spil en assen of applicaties. Raadpleeg uw machinehandboek! HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 93
De beschikbare werkgebieden zijn afhankelijk van de actieve toepassing. Teken Met de scheiding tussen twee werkgebieden kunt u de schaalwaardebepaling van de werkgebieden wijzigen. Actiebalk In de actiebalk toont de besturing keuzemogelijkheden voor de actuele dialoog, bijvoorbeeld NC-functie. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 94
Pagina 1163 In het werkgebied GPS kunt u geselecteerde transformaties en instellingen definiëren, zonder het NC-programma te wijzigen. Pagina 105 Hoofdmenu In het werkgebied Hoofdmenu toont de besturing geselecteer- de besturings- en HEROS-functies. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 95
Pagina 1847 Tabel In het werkgebied Tabel toont de besturing de inhoud van een tabel. Bij sommige tabellen toont de besturing links een kolom met filters en een zoekfunctie. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 96
Bewaking In het werkgebied Procesbewaking visualiseert de bestu- ring het bewerkingsproces tijdens de programma-afloop. U kunt verschillende bewakingstaken activeren, passend bij het proces. Indien nodig kunt u aanpassingen aan de bewakingsta- ken configureren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 97
2.8.2 Bedieningselementen van de toetsenbordeenheid Toepassing De TNC7 wordt primair bediend via het touchscreen, bijvoorbeeld via gebaren. Verdere informatie: "Algemene gebaren voor het touchscreen", Pagina 97 Bovendien biedt de toetsenbordeenheid van de besturing ook onder meer toetsen, die alternatieve bedieningsvolgordes mogelijk maken.
Pagina 98
Verdere informatie: "Meldingsmenu van de informatiebalk", Pagina 1441 Calculator openen en sluiten Verdere informatie: "Calculator", Pagina 1437 Toepassing Instellingen openen Verdere informatie: "Toepassing Instellingen", Pagina 1959 Help openen Verdere informatie: "Gebruikershandboek als geïntegreerde producthulp TNCguide", Pagina 61 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 99
Over het product. | Bedieningselementen Gedeelte werkstanden Bij de TNC7 zijn de werkstanden van de besturing anders opgedeeld dan bij de TNC 640. Omwille van de compatibiliteit en om de bediening te vergemakkelijken, blijven de toetsen op het toetsenbord hetzelfde.
Pagina 100
Verdere informatie: "Cycli definiëren", Pagina 433 In het venster NC-functie invoegen de map Cyclusoproep openen om een bewerkingscyclus op te roepen Verdere informatie: "Cycli oproepen", Pagina 435 Spronglabel programmeren Verdere informatie: "Label definiëren met LBL SET", Pagina 342 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 101
In het venster NC-functie invoegen de map Speciale functies openen, om bijvoorbeeld naderhand een onbewerkt werkstuk te programmeren In het venster NC-functie invoegen de map Selectie openen, om bijvoorbeeld een extern NC-programma op te roepen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 102
NC-regel wissen of tijdens het programmeren de dialoog afbreken Optionele syntaxiselementen tijdens de programmering overslaan of verwijderen Invoeren bevestigen en dialoog voortzetten Invoer beëindigen, bijvoorbeeld NC-regel afsluiten Tussen polaire en cartesiaanse coördinaatinvoer wisselen Tussen incrementele en absolute coördinateninvoer wisselen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 103
Actieve toepassing markeren om tussen de toepassingen te navigeren Tussen de gedeelten van een toepassing navigeren potentiometer potentio- Functie meter Aanzet vergroten en verkleinen Verdere informatie: "Aanzet F", Pagina 289 Spiltoerental verhogen en verlagen Verdere informatie: "Spiltoerental S", Pagina 288 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 104
Wit: besturingsbalk of de machinefabrikantlijst uitklappen Groen: besturingsbalk of machinefabrikantlijst inklappen of teruggaan Grijs: melding bevestigen Toevoegen Bestand openen Sluiten Werkgebied maximaliseren Werkgebied verkleinen Zwart: toevoegen aan favorieten Geel: uit favorieten verwijderen Opslaan CTRL+S HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 105
CTRL+F Kopiëren CTRL+C Invoegen CTRL+V Instellingen openen Actie ongedaan maken CTRL+Z Actie herstellen CTRL+Y Keuzemenu openen Meldingsmenu openen 2.8.4 Werkgebied Hoofdmenu Toepassing In het werkgebied Hoofdmenu toont de besturing geselecteerde besturings- en HEROS-functies. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 106
Muis op een willekeurige positie binnen het werkgebied plaatsen of met de rechtermuisknop klikken De besturing toont in elk gedeelte een plus- of min-symbool. Plussymbool selecteren De besturing voegt het gedeelte in. Als u op het min-symbool klikt, wordt het gedeelte verborgen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 107
Met de muis het symbool van een functie ingedrukt houden of er met de rechtermuisknop op klikken De besturing toont het symbool voor Favorieten verwijderen. Favoriet verwijderen selecteren De besturing verwijdert de functie uit het gedeelte Favorieten. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 110
Machinehandboek raadplegen en opvolgen Veiligheidsinstructies en veiligheidssymbolen in acht nemen Veiligheidsapparatuur gebruiken Raadpleeg uw machinehandboek! Het inschakelen en het benaderen van de referentiepunten zijn machine- afhankelijke functies. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 111
In- en uitschakelen Verdere informatie: "In- en uitschakelen", Pagina 175 Lengte- en hoekmeetsystemen Verdere informatie: "Lengte- en hoekmeetsystemen en referentiemarkeringen", Pagina 191 Referentiepunt van de assen vastleggen Verdere informatie: "Werkgebied Refereren", Pagina 178 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 112
Offenders will be held liable for the payment of damages. All rights reserved in the event of the grant of a patent, utility model or design. ( ISO 16016 ) Version Revision Sheet Page Created Responsible Released 1358459 00 A 01 M-TS DR. JOHANNES HEIDENHAIN GmbH 83301 Traunreut, Germany 05.08.2021 Document number HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 113
U kunt de kolom Invoerscherm als volgt openen: Invoerscherm selecteren De besturing opent de kolom Invoerscherm Gedetailleerde informatie NC-programma bewerken Verdere informatie: "NC-programma's bewerken", Pagina 207 Kolom Invoerscherm Verdere informatie: "Kolom Invoerscherm in het werkgebied Programma", Pagina 206 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 114
De besturing opent een nieuw NC-programma en het venster NC-functie invoegen voor de definitie van het onbewerkte werkstuk. Gedetailleerde informatie Werkgebied Bestand openen Verdere informatie: "Werkbereik Bestand openen", Pagina 1103 Werkstand Programmeren Verdere informatie: "Werkstand Programmeren", Pagina 197 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 115
Wanneer u het venster gesloten hebt zonder een onbewerkt werkstuk te selecteren, kunt u de beschrijving van het onbewerkte werkstuk met behulp van de knop NC-functie invoegen achteraf selecteren. Venster NC-functie invoegen voor definitie van onbewerkt werkstuk HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 116
Kleinste Z-coördinaat invoeren, bijvoorbeeld -40 Invoer bevestigen Grootste X-coördinaat invoeren, bijvoorbeeld 100 Invoer bevestigen Grootste Y-coördinaat invoeren, bijvoorbeeld 100 Invoer bevestigen Grootste Z-coördinaat invoeren, bijvoorbeeld 0 Invoer bevestigen Bevestigen selecteren De besturing beëindigt de NC-regel. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 117
Verdere informatie: "Referentiepunten in de machine", Pagina 192 3.3.6 Structuur van een NC-programma Wanneer u NC-programma's op een uniforme manier structureert, biedt dat de volgende voordelen: Beter overzicht Snellere programmering Vermindering van storingsbronnen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 118
6 In de gereedschapsas voorpositioneren, evt. koelmiddel inschakelen 7 Contour benaderen, evt. gereedschapsradiuscorrectie inschakelen 8 Contour bewerken 9 Contour verlaten, koelmiddel uitschakelen 10 Gereedschap naar een veilige positie verplaatsen 11 NC-programma afsluiten 12 END PGM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 119
De afbeelding toont het volgende: Als het eindpunt wordt vastgelegd in het donkergrijze gedeel- te, dan wordt de contour bij het benaderen van het eindpunt beschadigd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 120
U kunt de gegevens rechtstreeks in het formulier invoeren. Programmeer NC-programma's zo alsof het gereedschap zich zou bewegen! Daardoor is het niet relevant of een kop- of tafelas de beweging uitvoert. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 121
TOOL CALL selecteren In het invoerscherm Nummer selecteren Gereedschapsnummer invoeren, bijvoorbeeld 16 Gereedschapsas Z selecteren Spiltoerental S selecteren Spiltoerental invoeren, bijvoorbeeld 6500 Bevestigen selecteren De besturing beëindigt de NC-regel. 3 TOOL CALL 16 Z S6500 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 122
U positioneert in het bewerkingsvlak als volgt voor: Baanfunctie L selecteren X selecteren Waarde invoeren, bijvoorbeeld -20 Y selecteren Waarde invoeren, bijvoorbeeld -20 Aanzet FMAX selecteren Bevestigen selecteren De besturing beëindigt de NC-regel. 5 L X-20 Y-20 FMAX HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 123
Eventueel additionele functie M invoeren, bijvoorbeeld M8, spil inschakelen Bevestigen selecteren De besturing beëindigt de NC-regel. 6 L Z-5 R0 F3000 M8 Contour benaderen Te programmeren werkstuk Kolom Invoerscherm met de syntaxiselementen van een benaderingsfunctie HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 124
RL selecteren De besturing neemt gereedschapsradiuscorrectie links over. Aanzet F selecteren Waarde voor aanzet invoeren, bijvoorbeeld 700 Bevestigen selecteren De besturing beëindigt de NC-regel. 7 APPR CT X+5 Y+5 CCA90 R+8 RL F700 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 125
Y 5 Met Bevestigen NC-regel afsluiten Baanfunctie CHF selecteren Afkantingsbreedte invoeren, bijvoorbeeld 20 Met Bevestigen NC-regel afsluiten Baanfunctie L selecteren Veranderende coördinaten van contourpunt invoeren, bijvoorbeeld X 5 Met Bevestigen NC-regel afsluiten HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 126
Verlatingsradius invoeren, bijvoorbeeld 8 Aanzet F selecteren Waarde voor positioneeraanzet invoeren, bijvoorbeeld 3000 Eventueel additionele functie M invoeren, bijvoorbeeld M9, koelmiddel uitschakelen Bevestigen selecteren De besturing beëindigt de NC-regel. 14 DEP CT CCA90 R+8 F3000 M9 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 127
Verdere informatie: "Voorbeeldopdracht 1338459", Pagina 112 Nadat u een cyclus hebt ingevoegd, kunt u de bijbehorende waarden in de cyclusparameters definiëren. U kunt de cyclus rechtstreeks in de kolom Invoerscherm programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 128
De besturing neemt R0 over, geen gereedschapsradiuscorrectie. Aanzet FMAX selecteren De besturing neemt de ijlgang FMAXover. Eventueel additionele functie M invoeren, bijvoorbeeld M3, spil inschakelen Bevestigen selecteren De besturing beëindigt de NC-regel. 17 L Z+250 R0 FMAX M3 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 129
U positioneert in het bewerkingsvlak als volgt voor: Baanfunctie L selecteren X selecteren Waarde invoeren, bijvoorbeeld +50 Y selecteren Waarde invoeren, bijvoorbeeld +50 Aanzet FMAX selecteren Bevestigen selecteren De besturing beëindigt de NC-regel. 18 L X+50 Y+50 FMAX HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 130
Alle invoerwaarden in het invoerscherm invoeren Invoegen selecteren De besturing opent een dialoog en vraagt om invoer van alle waarden. Alle invoerwaarden in het invoerscherm invoeren Bevestigen selecteren De besturing slaat de cyclus op. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 132
NC-programma geopend zijn. U opent het werkgebied Simulatie als volgt: In de toepassingsbalk Werkgebied selecteren Simulatie selecteren De besturing toont vervolgens het werkgebied Simulatie. U kunt het werkgebied Simulatie ook openen met de werkstandtoets Programmatest. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 133
U kunt een simulatie als volgt starten: Start selecteren De besturing vraagt of het bestand opgeslagen moeten worden. Opslaan selecteren De besturing start de simulatie. De besturing toont met behulp van de STIB de simulatiestatus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 134
Gereedschappen kunnen in de werkstand Tabellen worden ingesteld. U kunt de werkstand Tabellen als volgt selecteren: Werkstand Tabellen selecteren De besturing toont de werkstand Tabellen. Gedetailleerde informatie Werkstand Tabellen Verdere informatie: "Werkstand Tabellen", Pagina 1846 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 135
Verdere informatie: "Werkgebied Tabel", Pagina 1847 3.4.3 Gereedschap voorbereiden en opmeten De gereedschappen kunnen als volgt worden voorbereid: De benodigde gereedschappen in de juiste gereedschapsopnames spannen Gereedschap opmeten Lengte en radius noteren of rechtstreeks naar de besturing verzenden HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 136
Gedetailleerde informatie Werkstand Tabellen Verdere informatie: "Werkstand Tabellen", Pagina 1846 Werkgebied Invoerscherm Verdere informatie: "Werkgebied Invoerscherm voor tabellen", Pagina 1851 Gereedschapsbeheer Verdere informatie: "Gereedschapsbeheer ", Pagina 274 Gereedschapstypen Verdere informatie: "Gereedschapstypen", Pagina 259 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 137
Plaatstabel selecteren De besturing toont de toepassing Plaatstabel. Werkgebied Invoerscherm openen Bewerken activeren Gewenste plaatsnummer selecteren Gereedschapsnummer definiëren Eventueel extra gereedschapsgegevens definiëren, bijvoorbeeld Plaats gereserveerd Gedetailleerde informatie Plaatstabel Verdere informatie: "Plaatstabel tool_p.tch", Pagina 1889 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 138
U kunt een tastsysteem voor werkstukken als volgt inspannen: T selecteren Gereedschapsnummer van het tastsysteem voor werkstukken invoeren, bijvoorbeeld 600 Toets NC-start indrukken De besturing wisselt het tastsysteem voor werkstukken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 139
De besturing toont in het gedeelte Meetresultaat de coördinaten van het vastgestelde hoekpunt. Actief referentiepunt corrigeren selecteren De besturing neemt de berekende resultaten over als referentiepunt van het werkstuk. Tasten beëindigen selecteren De besturing sluit het tastcyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 140
U bewerkt werkstukken in de werkstand Programma-afloop. U kunt de werkstand Programma-afloop als volgt selecteren: Werkstand Programma-afloop selecteren De besturing toont de werkstand Programma-afloop en het laatst afgewerkte NC-programma. Gedetailleerde informatie Werkstand Programma-afloop Verdere informatie: "Werkstand Programma-afloop", Pagina 1822 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 141
U kunt de besturing als volgt afsluiten: Werkstand Start selecteren Afsluiten selecteren De besturing opent het venster Afsluiten. Afsluiten selecteren De besturing wordt afgesloten. Wanneer het afsluiten is afgesloten, toont de besturing de tekst U kunt nu uitschakelen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 144
Additionele statusweergaven voor specifieke gedeelten in het werkgebied Status Verdere informatie: "Werkgebied Status", Pagina 153 Additionele statusweergaven in de werkstand Programmeren in het werkgebied Simulatiestatus op basis van de bewerkingsstatus van het gesimuleerde werkstuk Verdere informatie: "Werkgebied Simulatiestatus", Pagina 168 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 145
DCM (optie #40) Actief gereedschap Technologiewaarden Positie van de spil- en aanzet-potentiometers Actieve additionele functies voor de spil Aswaarden en toestanden, bijvoorbeeld referentiepunt van as niet vastgelegd Verdere informatie: "Testopstelling voor de assen", Pagina 1956 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 146
U kunt de as met het handwiel verplaatsen. Stoptoestand van de aanzet Verdere informatie: "Functional Safety FS in het werkgebied Posities", Pagina 1953 Stoptoestand van de spil Verdere informatie: "Functional Safety FS in het werkgebied Posities", Pagina 1953 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 147
Wanneer u in plaats van een toerental een snijsnelheid hebt geprogrammeerd, rekent de besturing deze waarde automatisch om naar een toerental. Stand van de spilpotentiometer in procenten Actieve additionele functie voor de spil HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 148
Pagina 973 De assen worden, rekening houdend met de basisrotatie, verplaatst. Verdere informatie: "Instelling Basisrotatie", Pagina 1049 In het actieve referentiepunt is een 3D-basisrotatie gedefini- eerd. Verdere informatie: "Basisrotatie en 3D-basisrotatie", Pagina 973 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 149
Verdere informatie: "Bewerkingsmodus omschakelen met FUNCTION MODE", Pagina 214 De dress-werkstand is actief (optie #156). Verdere informatie: "Dresswerkstand activeren met FUNCTION DRESS", Pagina 232 De functie Dynamische botsingsbewaking DCM is actief (optie #40). HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 150
Hulpassen worden via de PLC gestuurd en zijn niet in de kinematicabeschrijving opgenomen. Hulpassen worden bijvoorbeeld door middel van een externe motor hydraulisch of elektrisch aangedreven. De machinefabrikant kan bijvoorbeeld het gereedschapsmagazijn als hulpas definiëren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 151
Wanneer u de regel van een as selecteert, slaat de besturing de actuele waarde van deze regel op in het klembord. Met de toets Actuele positie overnemen opent u de digitale uitlezing. De besturing vraagt welke waarde u op het klembord wilt overnemen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 152
Oranje: NC-programma onderbroken Rood: NC-programma gestopt Verdere informatie: "Programma-afloop onderbreken, stoppen of afbreken", Pagina 1826 Als de besturingsbalk is uitgeklapt, toont de besturing extra informatie over de actuele status, bijvoorbeeld Actief, aanzet op nul. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 153
Inhoud Elk gedeelte van de statusweergave bevat het symbool Favorieten. Als u het symbool selecteert, voegt de besturing het gedeelte toe aan het tabblad Favorieten. Verdere informatie: "Symbolen van de besturingsinterface", Pagina 104 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 154
In het tabblad AFC toont de besturing informatie over de functie Adaptieve aanzetregeling AFC (optie #45). Verdere informatie: "Adaptieve aanzetregeling AFC (optie #45)", Pagina 1144 Tabblad AFC Bereik Inhoud Ger.informatie Gereedschapsnummer Naam Gereedsch.naam Aanwijzingen met betrekking tot het gereedschap in Gereedschapsbeheer HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 155
Actuele toerentalafwijking in procenten Het AFC-diagram toont grafisch de verhouding tussen de AFC-diagram verstreken tijd [sec] en de spilbelasting/aanzet-override [%]. De groene lijn in het diagram toont daarbij de aanzet-override en de blauwe lijn de spilbelasting. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 156
In het tabblad FN16 toont de besturing de inhoud van een met behulp van FN 16: F- PRINT uitgevoerd bestand. Verdere informatie: "Teksten geformatteerd uitvoeren met FN 16: F-PRINT", Pagina 1324 Bereik Inhoud Met FN 16: F-PRINT uitgevoerde inhoud van het uitvoerbe- Uitvoer stand, bijvoorbeeld meetwaarden of teksten. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 157
Verschuiving (mW-CS) in de X-as De functie Verschuiving (mW-CS) is beschikbaar voor de andere lineaire assen Y en Z, maar ook voor de beschikbare rotatie-assen van de desbetreffende machinekinematica. Handwiel- Status override Coördinatensysteem HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 158
Inhoud Actieve M- Functie functies Actieve additionele functies, bijvoorbeeld M3 Beschrijving Beschrijvende tekst van de desbetreffende additionele functie. Raadpleeg uw machinehandboek! Alleen de machinefabrikant kan een beschrijvende tekst voor machinespecifieke additionele functies aanmaken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 159
De besturing toont een grafische analyse van eerdere Monitoring bewakingsprocedures. histogram Met het symbool Instellingen opent u het venster Weergave-instellingen. U kunt voor elk gedeelte de hoogte van de grafische weergave definiëren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 160
Parameter Q255 STILSTANDSTIJD Verdere informatie: "Weergave van de programma-afloop", Pagina 170 Pad van het hoofdprogramma en opgeroepen Opgeroepen NC-programma's, inclusief pad programma Geprogrammeerde assen en waarden van het cirkelmiddel- Pool / cirkel punt CC middelpunt HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 161
Door de machinefabrikant gedefinieerd Cyclus 800 DRAAISYST. AANPASSEN Cyclus 801 ROT. COOERD.SYSTEEM RESETTEN Cyclus 880 TANDWIEL AFWIKKELFR. Actief verplaatsingsbereik, bijvoorbeeld Limiet 1 voor Verplaat- Actieve singsbereik 1 verplaatsingsbe- reiken HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 162
Inhoud Toont de waarden van de geselecteerde Q-parameters Q-parameters Toont de waarden van de geselecteerde QL-parameters QL-parameters Toont de waarden van de geselecteerde QR-parameters QR-parameters Toont de inhoud van de geselecteerde QS-parameters QS-parameters HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 163
In het tabblad Tabellen toont de besturing informatie over de actieve tabellen voor de programma-afloop of de simulatie. Bereik Inhoud De besturing toont in dit gedeelte het pad voor de volgende Actieve tabellen actieve tabellen: Gereedschapstabel Draaigereedschapstabel Referentiepunttabel Nulpunttabel Plaatstabel Tastsysteemtabel Slijpgereedschapstabel Dress-gereedschapstabel HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 164
26 MAATFACTOR ASSPEC. gedefinieerde maatfactoren maatfactoren in de afzonderlijke lineaire assen Verdere informatie: "Schalen met TRANS SCALE", Pagina 1000 Verdere informatie: "cyclus 11 MAATFACTOR ", Pagina 984 Verdere informatie: "cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC. ", Pagina 985 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 165
Statusweergaven | Werkgebied Status Tabblad TT In het tabblad TT toont de besturing informatie over metingen met een gereedschapstastsysteem TT. Tabblad TT met waarden uit een meting van de afzonderlijke snijkanten van een freesgereedschap HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 166
(nr. 114206) definieert u de tolerantie voor de kantelhoek. Alleen wanneer een tolerantie is gedefinieerd, bepaalt de besturing de kantelhoek automatisch. TT: meting Nummer afzonderlijke Opsomming van de uitgevoerde metingen en meetwaarden bij snijkanten de afzonderlijke snijkanten HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 167
Maximale standtijd bij gereedschapsoproep Zustergereed- schap Gereedschapsnummer van het zustergereedschap Naam Gereedschapsnaam van het zustergereedschap Gereedschap Gereedschapsas type In de gereedschapsoproep geprogrammeerde gereed- schapsas, bijvoorbeeld Z Type Gereedschapstype van het actieve gereedschap, bijvoorbeeld DRILL HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 168
Deze offset is de verdraaihoek. Werkgebied Simulatiestatus Toepassing U kunt extra statusweergaven in de werkstand Programmeren in het werkgebied Simulatiestatus opvragen. De besturing toont in het werkgebied Simulatiestatus gegevens op basis van de simulatie van het NC-programma. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 169
Verdere informatie: "Tabblad QPARA", Pagina 162 Tabellen Verdere informatie: "Tabblad Tabellen", Pagina 163 TRANS Verdere informatie: "Tabblad TRANS", Pagina 164 Verdere informatie: "Tabblad TT", Pagina 165 Gereedschap Verdere informatie: "Tabblad Gereeds.", Pagina 167 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 170
Gereedschapswissel. Daarom is deze functie in het werkgebied Simulatie slechts beperkt geschikt voor de berekening van de productietijd. In de werkstand Programma-afloop toont de besturing de precieze duur van het NC-programma , waarbij rekening wordt gehouden met alle machinespecifieke procedures. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 171
Deze modus toont de actueel gemeten gereedschapspositie in Act. positie het invoercoördinatensysteem I-CS. (IST) De actuele positie is de gemeten positie van de assen, de meetsystemen bepalen op het moment van de vergelijking. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 172
Wanneer de machine de assen verplaatst, toont de besturing uitstaande restwegen van de afzonderlijke assen met een symbool en de bijbehorende waarde naast de actuele positie. Verdere informatie: "As- en digitale uitlezing", Pagina 146 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 173
Het resultaat van Q1 = COS 89,999 * 0,001 toont de besturing als +1,74532925e-08, waarbij e-08 met de factor overeenkomt. De besturing toont bij variabele teksten in QS-parameters de eerste 30 tekens. Hierdoor is mogelijk niet de volledige inhoud zichtbaar. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 176
Ref. punt benaderen. Nadat alle assen naar het referentiepunt zijn verplaatst, bevindt de besturing zich in de toepassing Manual operation. Verdere informatie: "Werkgebied Refereren", Pagina 178 Verdere informatie: "Toepassing Manual operation", Pagina 184 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 177
Verdere informatie: "Werkgebied Refereren", Pagina 178 Toets NC-start indrukken De besturing benadert alle benodigde referentiepunten. De besturing is nu gebruiksklaar staat in de werkstand Manual operation. Verdere informatie: "Toepassing Manual operation", Pagina 184 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 178
Bij tegenstrijdigheden of twijfel contact opnemen met de machinefabrikant Werkgebied Refereren Toepassing In het werkgebied Refereren toont de besturing bij machines met incrementele lengte- en hoekmeetsystemen van welke assen de besturing het referentiepunt moet vastleggen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 179
U kunt het referentiepunt van de assen als volgt vastleggen in willekeurige volgor- Voor iedere as de asrichtingstoets indrukken en ingedrukt houden tot het referentiepunt gepasseerd is De besturing gaat naar de toepassing Manual operation. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 180
U kunt de besturing via de toepassing Startmenu van de werkstand Start afsluiten. Wanneer u de knop UITSCHAKELEN selecteert, opent de besturing het venster UITSCHAKELEN. U kunt dan selecteren om de besturing uit te schakelen of opnieuw te starten. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 181
Het uitschakelen kan bij verschillende machines verschillend functioneren. Raadpleeg uw machinehandboek! Toepassingen van de besturing kunnen het afsluiten vertragen, bijvoorbeeld een verbinding met Remote Desktop Manager (optie #133) "Venster Remote Desktop Manager (optie #133)" HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 184
In de toepassing Manual operation kunt u de assen handmatig verplaatsen en de machine instellen. Verwante onderwerpen Machine-assen verplaatsen Verdere informatie: "Machineassen verplaatsen", Pagina 186 Machine-assen stapsgewijs positioneren Verdere informatie: "Assen stapsgewijs positioneren", Pagina 187 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 185
Verdere informatie: "Dynamische botsingsbewaking DCM voor de werkstan- den Handmatig en Programma-afloop activeren", Pagina 1116 Aanwijzing De machinefabrikant definieert welke additionele functies voor de besturing beschikbaar zijn en die in de toepassing Manual operation zijn toegestaan. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 186
Als u de astoets ingedrukt houdt en de toets NC-start indrukt, verplaatst de besturing de as met continue aanzet. U moet de verplaatsing met de toets NC-stop beëindigen. U kunt ook meerdere assen gelijktijdig verplaatsen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 187
De besturing beëindigt het stapsgewijs positioneren en sluit het gedeelte Stapmaat in het werkgebied Posities. U kunt het stapsgewijs positioneren ook beëindigen met behulp van de knop Uit in het gedeelte Stapmaat. Werkgebied Posities met actief gedeelte Stapmaat HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 188
Handmatige bediening | Machineassen verplaatsen Aanwijzing De besturing controleert vóór het verplaatsen van een as of het gedefinieerde toerental is bereikt. Bij positioneerregels met aanzet FMAX controleert de besturing het toerental niet. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 190
(2e as) en gereedschapsas. De hoofdas en de nevenas vormen het bewerkingsvlak. Tussen de assen bestaat de volgende samenhang: Hoofdas Nevenas Gereedschapsas Bewerkingsvlak XY, ook UV, XV, YZ, ook WU, ZU, ZX, ook VW, YW, HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 191
Wanneer het lengte- en hoekmeetsystemen afstandsgecodeerde referentiemarkeringen bevatten, moet u bij lengtemeetsystemen de assen met max. 20 mm verplaatsen. Bij hoekmeetsystemen bedraagt deze afstand max. 20°. Verdere informatie: "Referentiepunt van de assen vastleggen", Pagina 179 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 192
U bepaalt het referentiepunt van het werkstuk bijvoorbeeld met behulp van een 3D-tastsysteem. Verdere informatie: "Referentiepuntbeheer", Pagina 971 Wanneer er geen transformaties zijn gedefinieerd, zijn de ingevoerde gegevens in het NC-programma gerelateerd aan het referentiepunt van het werkstuk. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 193
Met behulp van additionele functies kunt u de volgende gedeelten regelen: Programma-afloop, bijvoorbeeld M0 Programma-afloop STOP Machinefuncties, bijvoorbeeld M3 spil AAN rechtsom Baaninstelling van het gereedschap, bijvoorbeeld M197 Hoeken afronden Verdere informatie: "Additionele functies", Pagina 1261 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 194
Met behulp van NC-programma's definieert u de bewegingen en de werking van uw machine. NC-programma's bestaan uit NC-regels, die de syntaxiselementen van de NC-functies bevatten. Met de HEIDENHAIN-klaartekst ondersteunt u de besturing, doordat u voor elk syntaxiselement een dialoog met gegevens over de benodigde inhoud biedt.
Pagina 195
Verdere informatie: "Nieuw NC-programma maken:", Pagina 114 NC-programma's met behulp van CAD-bestanden Verdere informatie: "CAM-gegenereerde NC-programma's", Pagina 1246 Structuur van een NC-programma voor de contourbewerking Verdere informatie: "Structuur van een NC-programma", Pagina 117 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 196
Het regelnummer maakt geen deel uit van de NC-functies. Syntaxisopener TOOL CALL De syntaxisopener duidt elke NC-functie eenduidig aan. In het venster NC-functie invoegen worden de syntaxisopeners gebruikt. Verdere informatie: "NC-functies invoegen", Pagina 208 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 197
Instructies AANWIJZING Let op: botsingsgevaar! De TNC7 ondersteunt met NC-software 81762x-16 geen ISO-programmering. Tijdens de afwerking bestaat er door de ontbrekende ondersteuning gevaar voor botsingen. Gebruik uitsluitend klaartekst-NC-programma's. NC-functies kunnen ook meerdere NC-regels omvatten, bijvoorbeeld BLK FORM.
Pagina 198
M in het tabblad van het NC-programma. Wanneer het werkgebied Simulatie voor dit NC-programma geopend is, toont de besturing het symbool STIB in het tabblad van het NC-programma. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 199
Verdere informatie: "Werkstand Simulatie", Pagina 1445 7.3.3 Werkgebied Programma Toepassing In het werkgebied Programma toont de besturing het NC-programma. In de werkstand Programmeren en de toepassing MDI kunt u het NC-programma bewerken, in de werkstand Programma-afloop niet. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 200
Kolom Indeling, Zoeken of Controle van gereedschap Verdere informatie: "Kolom Indeling in het werkgebied Programma", Pagina 1426 Verdere informatie: "Kolom Zoeken in het werkgebied Programma", Pagina 1428 Verdere informatie: "Gereedschapsgebruiktest", Pagina 291 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 201
NC-programma met een kleur aangegeven: Kleur Syntaxiselement Bruin Tekstinvoer, bijvoorbeeld een gereedschapsnaam of bestandsnaam Blauw Getalwaarden Structureringspunten en -teksten Donkergroen Commentaar Lila Variabelen Additionele M-functies Donkerrood Toerentaldefinitie Aanzetdefinitie Oranje IJlgang FMAX HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 202
Verdere informatie: "Kolom Indeling in het werkgebied Programma", Pagina 1426 U kunt de volgende structuurelementen selecteren: TOOL CALL * Structureringsregel LBL 0 CYCL DEF TCH PROBE MONITORING SECTION START MONITORING SECTION STOP PGM CALL FUNCTION MODE M30 / M2 M0 / STOP HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 203
Wanneer de schakelaar niet actief is, formatteert de besturing NC-programma's met meer dan 30 000 regels niet. Werkgebied Programma bedienen Het werkgebied Programma biedt de volgende bedieningsmogelijkheden: Touch-bediening Bediening met toetsen en knoppen Bediening met een muis HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 204
Vegen Binnen het NC-programma bladeren: Trekken Gedeelte wijzigen waarin NC-regels worden gemarkeerd. Verdere informatie: "Contextmenu in het werkgebied Programma", Pagina 1436 Opentrekken Lettergrootte van de syntaxis vergroten Dichttrekken Lettergrootte van de syntaxis verkleinen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 205
Tabblad Toevoegen openen Bewerken zonder wijziging afbreken Modus Klaartekst-editor of teksteditor selecteren Verdere informatie: "NC-functies wijzigen", Pagina 210 Venster NC-functie invoegen openen Verdere informatie: "NC-functies invoegen", Pagina 208 Contextmenu openen Verdere informatie: "Contextmenu", Pagina 1433 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 206
Verwante onderwerpen Werkgebied Invoerscherm voor pallettabellen Verdere informatie: "Werkgebied Invoerscherm voor pallets", Pagina 1815 NC-functie in de kolom Invoerscherm bewerken Verdere informatie: "NC-functies wijzigen", Pagina 210 Voorwaarde Modus Klaartekst-editor actief HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 207
Verdere informatie: "Werkgebied Programma bedienen", Pagina 203 Voorwaarden NC-programma's kunnen uitsluitend in de werkstand Programmeren en de toepassing MDI worden bewerkt. In de toepassing MDI kunt u uitsluitend het NC-programma $mdi.h of $mdi_inch.hbewerken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 208
Toetsenbord in de modus NC-invoer. Verdere informatie: "Beeldschermtoetsenbord van de besturingsbalk", Pagina 1420 U voegt de vaak benodigde NC-functies als volgt in: L selecteren De besturing maakt een nieuwe NC-regel en start de dialoog. De dialoog volgen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 209
De besturing opent het venster NC-functie invoegen. Naar de gewenste NC-functie navigeren De besturing markeert de geselecteerde NC-functie. Invoegen selecteren De besturing maakt een nieuwe NC-regel en start de dialoog. De dialoog volgen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 210
Eventueel alternatief syntaxiselement selecteren, bijvoorbeeld LP in plaats van L. Eventueel de waarde toevoegen of wijzigen Eventueel optioneel syntaxiselement invoeren of uit een lijst selecteren, bijvoorbeeld Additionele functie M8 Invoer beëindigen, bijvoorbeeld met de knop Bevestigen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 211
De modus Teksteditor ondersteunt alle navigatiemogelijkheden van het werkgebied Programma. U kunt de modus Teksteditor sneller bedienen met behulp van gebaren of een muis, omdat u dan bijvoorbeeld het aanwijzingssymbool direct kunt selecteren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 212
NC- en programmeerbasisprincipes | Basisprincipes van het programmeren Instructies AANWIJZING Let op: botsingsgevaar! De TNC7 ondersteunt met NC-software 81762x-16 geen ISO-programmering. Tijdens de afwerking bestaat er door de ontbrekende ondersteuning gevaar voor botsingen. Gebruik uitsluitend klaartekst-NC-programma's. In de instructies voor actie staan gemarkeerde tekstpunten, zoals 200 BOREN.
Pagina 213
Technologie- specifieke programmering...
Pagina 214
Wanneer de machinefabrikant de selectie van verschillende kinematica heeft vrijgegeven, kunt u de kinematica met de functie FUNCTION MODE omschakelen. Als de Draaimodus actief is, toont de besturing een symbool in het werkgebied Posities. Verdere informatie: "Werkgebied Posities", Pagina 145 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 215
MODE SET niet beschikbaar. Wanneer de functies Bewerkingsvlak zwenken of TCPM actief zijn, kunt u de bewerkingsmodus niet omschakelen. In de draaimodus moet het referentiepunt zich in het draaispilcentrum bevinden. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 216
De programmering verloopt dus altijd in het bewerkingsvlak ZX. Welke machineassen voor de eigenlijke bewegingen worden gebruikt, is afhankelijk van de desbetreffende machinekinematica en wordt door de machinefabrikant vastgelegd. Zo zijn NC-programma's met draaifuncties grotendeels uitwisselbaar en onafhankelijk van het machinetype. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 217
Verdere informatie: "Snijkantradiuscorrectie bij draaigereedschap (optie #50)", Pagina 1067 Correctietabellen Verdere informatie: "Gereedschapscorrectie met correctietabellen", Pagina 1070 Functie FUNCTION TURNDATA CORR Verdere informatie: "Draaigereedschappen corrigeren met FUNCTION TURNDATA CORR (optie #50)", Pagina 1073 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 218
Toerental voor de draaibewerking definiëren met FUNCTION TURNDATA SPIN Toepassing U kunt bij het draaien zowel met constant toerental als met constante snijsnelheid werken. Voor de definitie van het toerental gebruikt u de functie FUNCTION TURNDATA SPIN. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 219
Definitie van een constant toerental of een constante snijsnel- heid Syntaxiselement optioneel Waarde voor de snijsnelheid Syntaxiselement optioneel S of SMAX Constant toerental of toerentalbegrenzing Syntaxiselement optioneel Versnelling voor de draaispil GEARRANGE Syntaxiselement optioneel HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 220
Soms kan het nodig zijn de zwenkassen in een bepaalde positie te brengen om een bewerking te kunnen uitvoeren. Dat is bijv. nodig wanneer u contourelementen vanwege de gereedschapsgeometrie alleen in een bepaalde positie kunt bewerken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 221
Schroefdraadcycli zijn bij een schuine bewerking uitsluitend onder rechthoekige invalshoeken (+90° en -90°) mogelijk. De gereedschapscorrectie FUNCTION TURNDATA CORR-TCS werkt altijd in het gereedschapscoördinatensysteem, ook tijdens een schuine bewerking. Verdere informatie: "Draaigereedschappen corrigeren met FUNCTION TURNDATA CORR (optie #50)", Pagina 1073 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 222
Alleen voor paddenstoelvormige gereedschappen met TO 9 Verdere informatie: "Subgroepen technologiespecifieke gereedschapstypen", Pagina 261 Gereedschap moet op het midden van de snijkantradius opgemeten zijn. Verdere informatie: "Referentiepunten op het gereedschap", Pagina 248 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 223
* - ... ; Radiuscontour met R0 beëindigen 47 L X+100 Z-45 R0 FMAX ; FUNCTION TCPM terugzetten 48 FUNCTION RESET TCPM 49 FUNCTION MODE MILL * - ... 71 END PGM TURNSIMULTAN MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 224
Machinemerkmacro's voor simultane draaibewerking met FreeTurn-gereedschap FreeTurn-gereedschap met geschikte gereedschapshouder Gereedschapsdefinitie Een FreeTurn-gereedschap bestaat altijd uit drie snijkanten van een geïndexeerd gereedschap. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 225
Een FreeTurn-gereedschap definieert u als geïndexeerd gereedschap met drie snijkanten die met behulp van de oriëntatiehoek ORI ten opzichte van elkaar zijn verplaatst. Elke snijkant heeft de gereedschapsoriëntatie TO 18 . Verdere informatie: "Voorbeeld FreeTurn-gereedschap", Pagina 257 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 226
Door de rotatie van het werkstuk ontstaat een centrifugaalkracht. De besturing biedt functies om de onbalans te herkennen en u bij het compenseren van de onbalans te ondersteunen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 227
De besturing activeert de functie Onbalansmonitor automatisch bij de omschakeling naar de draaimodus. De Onbalansmonitor is actief totdat u weer omschakelt naar de freesmodus. Verdere informatie: "Bewerkingsmodus omschakelen met FUNCTION MODE", Pagina 214 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 228
Slijpbewerking (optie #156) 8.3.1 Basisprincipes Op speciale types freesmachines kunt u zowel frees- als slijpbewerkingen uitvoeren. Hierdoor kunnen werkstukken volledig op één machine worden uitgevoerd, zelfs wanneer daarvoor ingewikkelde frees- en slijpbewerkingen nodig zijn. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 229
Coördinatenslijpen Rondslijpen Vlakslijpen Op de TNC7 kunt u momenteel gebruikmaken van coördinatenslijpen. Coördinatenslijpen is het slijpen van een 2D-contour. De gereedschapsverplaatsing in het vlak wordt optioneel overlapt met een pendelbeweging langs de actieve gereedschapsas. Verdere informatie: "Coördinatenslijpen", Pagina 230 Als op uw freesmachine het slijpen is vrijgeschakeld (optie #156), is ook de functie Dressen beschikbaar.
Pagina 230
Daarbij overlapt een slag- of oscillatiebeweging, de zogenoemde pendelslag, in de gereedschapsas de beweging in het bewerkingsvlak. Slijpen is ook mogelijk in het gezwenkte bewerkingsvlak. De besturing pendelt langs de actieve gereedschapsas in het actieve bewerkingsvlak WPL-CS. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 231
Verdere informatie: "Algemeen over de dress-cycli", Pagina 865 Gereedschapsgegevens voor dress-gereedschappen Verdere informatie: "Dressgereedschapstabel tooldrs (optie #156)", Pagina 1882 Coördinatenslijpen Verdere informatie: "Coördinatenslijpen", Pagina 230 Voorwaarden Softwareoptie #156, Coördinatenslijpen Kinematicabeschrijving voor slijpbewerking beschikbaar De machinefabrikant maakt de kinematicabeschrijving. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 232
Daarbij wordt het slijpgereedschap naar het werkstuk verplaatst en de assen bewegen eventueel in omgekeerde richting. Mogelijk biedt uw machinefabrikant een vereenvoudigde procedure voor dressen. Verdere informatie: "Vereenvoudigd dressen met behulp van een macro", Pagina 232 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 233
Slijpschijf vóór de functie FUNCTION DRESS BEGIN in de buurt van het dress- gereedschap positioneren Na de functie FUNCTION DRESS BEGIN uitsluitend met cycli van HEIDENHAIN of uw machinefabrikant werken Om te zorgen dat de besturing overschakelt naar de dress-kinematica, moet u het dress-proces tussen de functies FUNCTION DRESS BEGIN en FUNCTION DRESS END programmeren.
Pagina 234
Syntaxiselement Betekenis Syntaxisopeners voor de dress-werkstand FUNCTION DRESS BEGIN of END Dress-werkstand activeren of deactiveren Naam of QS Naam van de geselecteerde kinematica Vaste of variabele naam Alleen bij selectie BEGIN Syntaxiselement optioneel HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 235
De besturing geeft het dressen niet grafisch weer. De met behulp van de simulatie vastgestelde tijden komen niet overeen met de werkelijke bewer- kingstijden. Reden daarvoor is o.a. de noodzakelijke omschakeling van de kinematica. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 238
Rechthoekig onbewerkt werkstuk Pagina 240 BLK FORM CYLINDER Cilindervormig onbewerkt werkstuk Pagina 241 BLK FORM ROTATION Rotatiesymmetrisch onbewerkt werkstuk met definieerbare contour Pagina 243 BLK FORM FILE STL-bestand als onbewerkt werkstuk en afgewerkt werkstuk HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 239
9.1.1 Rechthoekig onbewerkt werkstuk met BLK FORM QUAD Toepassing Met de functie BLK FORM QUAD wordt een rechthoekig onbewerkt werkstuk gedefinieerd. Daarvoor definieert u met een MIN-punt en een MAX-punt een ruimtelijke diagonaal. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 240
9.1.2 Cilindrisch onbewerkt werkstuk met BLK FORM CYLINDER Toepassing Met de functie BLK FORM CYLINDER wordt een cilindrisch onbewerkt werkstuk gedefinieerd. U kunt een cilinder definiëren als massief materiaal of als een buis. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 241
Rotatiesymmetrisch onbewerkt werkstuk met BLK FORM ROTATION Toepassing Met de functie BLK FORM ROTATION definieert u een rotatiesymmetrisch onbewerkt werkstuk met een definieerbare contour. U definieert de contour in een subprogramma of een afzonderlijk NC-programma. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 242
Het referentiepunt van het werkstuk ligt in het bewerkingsvlak in het midden van het onbewerkte werkstuk. U legt de coördinaten van de contour van het onbewerkte werkstuk vast vanuit het referentiepunt van het werkstuk. U kunt ook een overmaat definiëren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 243
Deze functie is vooral handig in combinatie met CAM- programma's, aangezien hierbij naast het NC-programma ook de benodigde 3D- modellen aanwezig zijn. Voorwaarde Max. 20 000 driehoeken per STL-bestand in ASCII-formaat Max. 50 000 driehoeken per STL-bestand in binair formaat HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 244
Hierdoor worden luchtsneden voorkomen en wordt de bewerkingstijd aanzienlijk verkort. U definieert het onbewerkte werkstuk voor correctie in een subprogramma of een afzonderlijk NC-programma. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 245
Bestandspad of naam van het subprogramma in een QS-parameter definiëren Nummer van het subprogramma in een Q-, QL-, of QR-parameter definiëren Met de functie FUNCTION TURNDATA BLANK OFF deactiveert u de correctie van het onbewerkte werkstuk. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 246
NC-programma of als subprogramma oproepen Nummer of naam van het afzonderlijke NC-programma of Nummer, Naam of QS subprogramma Vast of variabel nummer of naam Bij selectie van Bestand, QS of LBL HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 248
De besturing maakt voor verschillende berekeningen of toepassingen onderscheid tussen de volgende referentiepunten op het gereedschap. Verwante onderwerpen Referentiepunten in de machine of op het werkstuk Verdere informatie: "Referentiepunten in de machine", Pagina 192 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 249
Uitgaande van het referentiepunt van de gereedschapshouder definieert u de maten van het gereedschap in gereedschapsbeheer, bijvoorbeeld Lengte L en Radius R. Verdere informatie: "Gereedschapsbeheer ", Pagina 274 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 250
LO (optie #156) DLO (optie #156) Verdere informatie: "Gereedschapsgegevens voor de gereedschapstypes", Pagina 262 Bij draaigereedschappen (optie #50) gebruikt de besturing de theoretische gereedschapspunt, dus het snijpunt van de gedefinieerde waarden ZL, XL en YL. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 251
Binnen de functie FUNCTION TCPM(optie #9) kunt u het gereedschapsgeleidepunt ook op het gereedschapsmiddelpunt selecteren. Verdere informatie: "Gereedschapsinstelling compenseren met FUNCTION TCPM (optie #9)", Pagina 1051 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 252
3D-gereedschapscorrectie (optie #9). Bij rechten LN wijst de vlaknormaalvector op dit punt en definieert de richting van de 3D-gereedschapscorrectie. Verdere informatie: "3D-gereedschapscorrectie (optie #9)", Pagina 1075 Het centrum van gereedschapsradius 2 is met de R2-waarde van de gereedschapspunt en de gereedschapssnijkant verschoven. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 253
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 # $ % & , - _ . Wanneer u kleine letters invoert, vervangt de besturing deze bij het opslaan door hoofdletters. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 254
Met het geïn- dexeerde gereedschap definieert u het bovenste punt van de gereedschaps- snijkant. Wanneer u het geïndexeerde gereedschap voor het scheiden gebruikt, kunt u direct de opgegeven werkstukhoogte programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 255
De besturing neemt geen gegevens van het hoofdgereedschap over! Uitgaande van de maximale gereedschapslengte benaderen de lengten van de geïndexeerde gereedschappen het referentiepunt van de gereedschapshouder met oplopende index. Verdere informatie: "Referentiepunt gereedschapshouder", Pagina 249 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 256
Wanneer een geïndexeerd gereedschap versleten is en dus geblokkeerd is, geldt dat niet meteen voor alle indexen. Hierdoor blijft bijvoorbeeld het hoofdgereedschap bruikbaar. Verdere informatie: "Zustergereedschap automatisch inspannen met M101", Pagina 1298 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 257
; Op bewerkingsdiepte vooruit verplaatsen 23 L Z-5 R0 F500 ; De bovenkant van de sleuf met het 24 CALL LBL "CONTOUR" geïndexeerde gereedschap maken Voorbeeld FreeTurn-gereedschap Voor een FreeTurn-gereedschap hebt u de volgende gereedschapsgegevens nodig: HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 258
Wanneer de eerste snijkant de waarde 0 heeft, definieert u bij symmetrisch gereedschap de tweede snijkant met 120 en de derde snijkant met 240. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 259
10.3.4 Gereedschapstypen Toepassing De besturing toont, afhankelijk van het geselecteerde gereedschapstype in het gereedschapsbeheer de gereedschapsgegevens die u kunt bewerken. Verwante onderwerpen Gereedschapsgegevens in het gereedschapsbeheer bewerken Verdere informatie: "Gereedschapsbeheer ", Pagina 274 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 260
Ruimer (REAM) Conische verzinkboor (CSINK) Tapverzinker (TSINK) Uitdraaigereedschap (Bor) Terugwaartse verzinkboor (BCKBOR) Draadfrees (GF) Draadfrees met afkanting (GSF) Draadfrees met afzonderlijke plaat (EP) Draadfrees met wisselplaat (WSP) Verzinkdraadfrees (BGF) Circulair-schroefdraadfrees (ZBGF) Slijpschijf (GRIND) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 261
Symbool Gereedschapstype Nummer Slijpstift (GRIND_M) Slijpstift speciaal (GRIND_MS) Komschijf (GRIND_MT) Rechte schijf (GRIND_S) Op dit moment geen functie Schuine schijf (GRIND_A) Op dit moment geen functie Planschijf (GRIND_P) Op dit moment geen functie HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 262
Verdere informatie: "Simulatie van gereedschappen", Pagina 1455 Bewerkings- of tastcycli Verdere informatie: "Bewerkingscycli", Pagina 429 Verdere informatie: "Programmeerbare tastcycli", Pagina 1491 Dynamische botsingsbewaking DCM (optie #40) Verdere informatie: "Dynamische botsingsbewaking DCM (optie #40)", Pagina 1112 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 263
De besturing beschrijft deze waarde in combinatie met tastcycli. Snijkantlengte Aanbevolen LCUTS Snijkantbreedte Aanbevolen RCUTS Werklengte Aanbevolen Halsradius Aanbevolen Insteekhoek Aanbevolen voor de volgende boor- en freesgereedschapstypen: Freesgereedschap ANGLE voorbewerkingsfrees nabewerkingsfrees Kogelfrees Torusfrees HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 264
Frees- en boorgereedschap zijn alle gereedschapstypes van de kolom TYPE met uitzondering van: Tastsysteem Draaigereedschap Slijpschijf Dress-gereedschap Verdere informatie: "Gereedschapstypen", Pagina 259 De parameters staan beschreven in de gereedschapstabel. Verdere informatie: "Gereedschapstabel tool.t", Pagina 1858 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 265
De besturing beschrijft deze waarde in combinatie met tastcycli. Deltawaarde van de Optioneel snijkantradius De besturing beschrijft deze waarde in combinatie met tastcycli. Deltawaarde van de Optioneel snijkantbreedte De besturing beschrijft deze waarde in combinatie met tastcycli. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 266
TYPE. Verdere informatie: "Gereedschapstypen", Pagina 259 Verdere informatie: "Typen binnen het draaigereedschap", Pagina 261 De parameters staan beschreven in de draaigereedschapstabel. Verdere informatie: "Draaigereedschapstabel toolturn.trn (optie #50)", Pagina 1868 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 267
Komschijf Na initieel dressen kan deze waarde alleen nog worden gelezen. Hoek voor het schuine Vereist voor het slijpgereedschaptype ALPHA vlak Slijpstift speciaal Niet-aanpasbare standaardwaarde bij de volgende slijpgereedschapstypen: Slijpstift 0° Komschijf 90° HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 268
Deze waarde kan alleen door cycli worden radius gewijzigd. dR-OVR Deltawaarde van de Deze waarde kan alleen door cycli worden uitsteek gewijzigd. dL-OVR Deltawaarde van de Deze waarde kan alleen door cycli worden totale lengte gewijzigd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 269
Deze waarde wordt door de besturing binnenkant opgeteld. DRESS-N-I- Radius van de gereed- Optioneel schapsschacht R_SHAFT Minimaal toegestane Optioneel radius R_MIN Minimaal toegestane Optioneel breedte B_MIN Maximaal toegestane Optioneel snijsnelheid V_MAX Vrijloopwaarde op Vereist voor alle slijpgereedschapstypen diameter HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 270
TYPE. Verdere informatie: "Gereedschapstypen", Pagina 259 Verdere informatie: "Typen binnen de slijpgereedschappen", Pagina 261 De parameters staan beschreven in de slijpgereedschapstabel. Verdere informatie: "Slijpgereedschapstabel toolgrind.grd (optie #156)", Pagina 1873 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 271
Vereist voor alle dress-gereedschapsty- TYPE Gereedschapsoriëntatie Vereist voor alle dress-gereedschapsty- Deltawaarde van de Optioneel gereedschapslengte 1 Deltawaarde van de Optioneel gereedschapslengte 2 Deltawaarde van de Optioneel gereedschapslengte 3 Deltawaarde van de Optioneel snijkantradius HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 272
TYPE. Verdere informatie: "Gereedschapstypen", Pagina 259 Verdere informatie: "Typen binnen de dress-gereedschappen", Pagina 262 De parameters staan beschreven in de dress-gereedschapstabel. Verdere informatie: "Dressgereedschapstabel tooldrs (optie #156)", Pagina 1882 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 273
Bij een botsing NCSTOP Benodigd of EMERGSTOP activeren REACTIE Veiligheidsafstand Aanbevolen SET_UP Maximale meetweg Aanbevolen DIST Middenverstelling in de Vereist bij TRACK = ON hoofdas De besturing beschrijft deze waarde in combinatie met de kalibratiecyclus. CAL_OF1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 274
Verwante onderwerpen Nieuw gereedschap aanmaken Verdere informatie: "Gereedschap instellen", Pagina 134 Werkbereik tabel Verdere informatie: "Werkgebied Tabel", Pagina 1847 Werkbereik invoerscherm Verdere informatie: "Werkgebied Invoerscherm voor tabellen", Pagina 1851 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 275
Hierdoor voorkomt u handmatige bewerkingsinspanningen en mogelijke typefouten. Het importeren van gereedschapsgegevens is met name in combinatie met een voorinstelapparaat handig. Geëxporteerde gereedschapsgegevens kunt u bijvoorbeeld voor de gereedschapsdatabase van uw CAM-systeem gebruiken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 276
Ontbrekende gereedschapsgegevens bevatten geen waarde binnen de aanha- lingstekens. De volgorde van de kolomnamen kan willekeurig zijn. De volgorde van de gereed- schapsgegevens moet bij de kolomnamen passen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 277
Afbreken: de besturing breekt de import af. AANWIJZING Let op: gegevensverlies mogelijk! Wanneer u met de functie Overschrijven bestaande gereedschapsgegevens overschrijft, wist de besturing de oorspronkelijke gereedschapsgegevens definitief! Functie alleen gebruiken bij niet langer benodigde gereedschapsgegevens HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 278
TNC:\table. Bestandsnaam invoeren Bestandstype selecteren U kiest tussen TNC7 (*.csv) en TNC 640 (*.csv). De overdrachtbestanden verschillen ten opzichte van de interne formattering. Wanneer u de gegevens in een vorige besturing wilt gebruiken, moet u TNC 640 (*.csv) selecteren.
Pagina 279
Het overdrachtsbestand moet onder het pad TNC:\table opgeslagen zijn. De overdrachtbestanden verschillen ten opzichte van de interne formattering: TNC7 (*.csv) omsluit de waarden met dubbele aanhalingstekens en scheidt de waarden met puntkomma's TNC 640 (*.csv) omsluit bijvoorbeeld de waarden met accolades en scheidt de waarden met komma's De TNC7 kan beide overdrachtbestanden zowel importeren als exporteren.
Pagina 280
Wanneer een STL-bestand niet aan de eisen van de besturing voldoet, komt de besturing met een foutmelding. Voor gereedschapshouders gelden dezelfde eisen aan STL- en M3D- bestanden als bij spanmiddelen. Verdere informatie: "Mogelijkheden voor spanmiddelbestanden", Pagina 1120 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 281
Gereedschap | Gereedschapshouderbeheer Sjablonen gereedschapshouders Veel gereedschapshouders onderscheiden zich uitsluitend door hun afmetingen, voor wat betreft hun geometrische vorm zijn ze identiek. HEIDENHAIN biedt kant-en-klare gereedschapshoudersjablonen voor downloaden. Gereedschapshoudersjablonen zijn geometrisch vastgelegde, maar voor wat betreft afmetingen configureerbare 3D-modellen. De gereedschapshoudersjablonen moeten onder het pad TNC:\system \Toolkinematics met de extensie *.cft worden opgeslagen.
Pagina 282
Gebruik alleen volledig geparametriseerde gereedschapshouders, foutloze STL-bestanden of M3D-bestanden! Voor gereedschapshouders gelden dezelfde eisen aan STL- en M3D- bestanden als bij spanmiddelen. Verdere informatie: "Spanmiddelbewaking (optie #40)", Pagina 1119 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 283
HEIDENHAIN adviseert de bewerking met gereedschapsas Z. Met behulp van de software-optie #8 Uitgebreide functies groep 1 kunt u het bewerkingsvlak naar de hoek van verwisselbare hoekkoppen zwenken en verder met de gereedschapsas Z werken.
Pagina 284
Status zien. Verdere informatie: "Tabblad Gereeds.", Pagina 167 HEIDENHAIN adviseert na elke gereedschapsoproep de spil met M3 of M4 in te schakelen. Hierdoor worden problemen bij de programma- afloop, bijvoorbeeld bij het starten na een onderbreking, voorkomen.
Pagina 285
-radius", Pagina 1060 Deltawaarde van de gereedschapsradius Syntaxiselement optioneel Verdere informatie: "Gereedschapscorrectie voor gereed- schapslengte en -radius", Pagina 1060 Deltawaarde van gereedschapsradius 2 Syntaxiselement optioneel Verdere informatie: "Gereedschapscorrectie voor gereed- schapslengte en -radius", Pagina 1060 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 286
Bij het oproepen van een dress-gereedschap is het nummer of de naam van het gereedschap vereist! Verdere informatie: "Dressgereedschapstabel tooldrs (optie #156)", Pagina 1882 U kunt een dress-gereedschap alleen in de dress-modus oproepen! Verdere informatie: "Dresswerkstand activeren met FUNCTION DRESS", Pagina 232 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 287
Met de optionele machineparameter progToolCallDL (nr. 124501) definieert de machinefabrikant of de besturing rekening houdt met deltawaarden uit een gereedschapsoproep in het werkbereik Posities. Verdere informatie: "Gereedschapscorrectie voor gereedschapslengte en - radius", Pagina 1060 Verdere informatie: "Werkgebied Posities", Pagina 145 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 288
Verdere informatie: "potentiometer", Pagina 103 Statusweergave De besturing toont het actuele spiltoerental in de volgende werkbereiken: Werkbereik Posities Verdere informatie: "Werkgebied Posities", Pagina 145 Tabblad POS van het werkbereik Status Verdere informatie: "Tabblad POS", Pagina 161 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 289
Als de ingevoerde aanzet de maximale waarde overschrijdt die de machine- fabrikant heeft gedefinieerd, dan geldt de door de machinefabrikant gedefinieerde waarde Verdere informatie: "Toepassing Manual operation", Pagina 184 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 290
Hiervoor programmeert u na een TOOL CALL-regel de functie TOOL DEF en selecteert u het gereedschap dat vervolgens in het NC-programma wordt gebruikt. De besturing bereidt het gereedschap tijdens de programma-afloop voor. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 291
Hierdoor voorkomt u onderbrekingen tijdens de programma-afloop. Verwante onderwerpen Inhoud van het bestand GS-gebruik Verdere informatie: "Bestand GS-gebruik", Pagina 1891 Gereedschapsgebruiktest in Batch Process Manager (optie #154) Verdere informatie: "Batch Process Manager (optie #154)", Pagina 1812 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 292
Kolom Controle van gereedschap in het werkbereik Programma De besturing toont in de kolom Controle van gereedschap van het werkbereik Programma de gebieden Gebruik van gereedschap en Controle van gereedschap. Verdere informatie: "Werkgebied Programma", Pagina 199 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 293
Resterende standtijd te kort: Het gereedschap is geblokkeerd of beschikt niet over voldoende reststandtijd Wissel het gereedschap of gebruik een zustergereedschap. Verdere informatie: "Gereedschapsoproep met TOOL CALL", Pagina 283 Verdere informatie: "Zustergereedschap automatisch inspannen met M101", Pagina 1298 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 294
Verdere informatie: "Bestand GS-gebruik", Pagina 1891 Controle van gereedschap uitvoeren selecteren De besturing voert de gereedschapsgebruiktest uit. In het bereik Controle van gereedschap toont de besturing of alle gereedschappen aanwezig zijn en over voldoende reststandtijd beschikken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 295
Met de machineparameter dependentFiles (nr. 122101) definieert de machi- nefabrikant of de besturing afhankelijke bestanden met de bestandsextensie *.dep in het bestandsbeheer weergeeft. Ook wanneer de besturing afhankelijke gegevens niet toont, maakt de besturing desondanks een bestand GS-gebruik. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 298
L. 11 L X+60 Y+50 Z+20 RL F200 De geprogrammeerde coördinaten werken modaal. Wanneer de waarde van een as gelijk blijft, hoeft u de waarde in andere baanbewegingen niet opnieuw te definiëren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 299
Poolcoördinaten kunnen in een van de drie vlakken van een cartesiaanse coördinatensysteem worden gedefinieerd. Poolcoördinaten zijn gerelateerd aan een vooraf gedefinieerde pool. Vanuit deze pool definieert u een punt met de afstand tot de pool en de hoek ten opzichte van de hoekreferentie-as. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 300
11.1.3 Absolute invoer Toepassing Absolute invoer heeft altijd betrekking op een oorsprong. Bij cartesiaanse coördinaten is de oorsprong het nulpunt en bij poolcoördinaten de pool en de hoekreferentie-as. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 301
Incrementele invoerwaarden hebben altijd betrekking op de laatst geprogrammeerde coördinaten. Bij cartesiaanse coördinaten zijn dat de waarden van de assen X, Y en Z, bij poolcoördinaten de waarden van de poolcoördinatenradius PR en de poolcoördinatenhoek PA. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 302
De besturing bepaalt de verplaatsing met behulp van de coördinaatgegevens, de gereedschapsgegevens en de radiuscorrectie. De besturing plaatst tegelijkertijd alle machine-assen die u in de NC-regel van een baanfunctie programmeert. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 303
Het gereedschap onthoudt de Z-coördinaat en verplaatst zich in het XY-vlak naar de positie X+70 Y+50. U definieert het bewerkingsvlak bij de gereedschapsoproep TOOL CALL met de gereedschapsas. Verdere informatie: "Aanduiding van de assen op freesmachines", Pagina 190 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 304
Met de baanfuncties voor cirkelbogen programmeert u cirkelbewegingen in het bewerkingsvlak. De besturing verplaatst twee machine-assen tegelijkertijd: het gereedschap beweegt zich ten opzichte van het werkstuk via een cirkelbaan. Voor cirkelbanen kunt u een cirkelmiddelpunt CC programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 305
De besturing voert geen automatische botstest tussen het gereedschap en het werkstuk uit. Verkeerde voorpositionering kan bovendien tot contourbeschadigingen leiden. Tijdens de benaderingsbeweging bestaat er gevaar voor botsingen! Geschikte voorpositie programmeren Verloop en contour met behulp van de grafische simulatie controleren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 306
De besturing verplaatst het gereedschap via een rechte van de actuele positie naar het gedefinieerde eindpunt. Het startpunt is het eindpunt van de voorafgaande NC-regel. Afhankelijk van de kinematica van uw machine kunt u in een rechte L maximaal zes assen programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 307
U definieert de lengte waarmee elke rechte wordt verkort. De besturing benadert het hoekpunt niet. Wanneer in de CHF-regel een aanzet wordt geprogrammeerd, is de aanzet alleen actief tijdens de bewerking van de afkanting. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 308
Als in de RND-regel een aanzet wordt geprogrammeerd, is de aanzet alleen actief tijdens de bewerking van de afronding. Afronding RND programmeren U programmeert een afronding RND als volgt: RND selecteren Radius definiëren Eventueel aanzet definiëren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 309
Verdere informatie: "Poolcoördinatenoorsprong pool CC", Pagina 317 Cirkelmiddelpunt CC programmeren U programmeert een cirkelmiddelpunt CC als volgt: CC selecteren Coördinaten van het cirkelmiddelpunt definiëren Voorbeeld 5 CC X+25 Y+25 10 L X+25 Y+25 11 CC HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 310
Tegen de klok in: rotatierichting DR+ (met radiuscorrectie RL) Cirkelbaan C programmeren U programmeert een cirkelbaan C als volgt: C selecteren Coördinaten van het eindpunt definiëren Rotatierichting selecteren Eventueel aanzet definiëren Eventueel additionele functie definiëren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 311
5 CC X+25 Y+25 6 L X+45 Y+25 RR F200 M3 7 C X+45 Y+25 DR+ 11.3.7 Cirkelbaan CR Toepassing Met de functie Cirkelbaan CR programmeert u een cirkelbaan met behulp van een radius. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 312
Voor een volledige cirkel programmeert u twee cirkelbanen na elkaar. Het eindpunt van de eerste cirkelbaan is het startpunt van de tweede. Het eindpunt van de tweede cirkelbaan is het startpunt van de eerste. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 313
Met de functie Cirkelbaan CT programmeert u een cirkelbaan die tangentieel op het eerder geprogrammeerde contourelement aansluit. Voorwaarde Vorig contourelement geprogrammeerd Vóór een cirkelbaan CT moet een contourelement geprogrammeerd zijn waarop de cirkelbaan tangentieel kan worden aangesloten. Hiervoor zijn minstens twee NC-regels nodig. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 314
7 L X+0 Y+25 RL F300 M3 8 L X+25 Y+30 9 CT X+45 Y+20 10 L Y+0 11.3.9 Cirkelbaan in een ander vlak Toepassing U kunt ook cirkelbanen programmeren die niet in het actieve bewerkingsvlak liggen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 315
Voorbeeld 3 TOOL CALL 1 Z S4000 4 ... 5 L X+45 Y+25 Z+25 RR F200 M3 6 CC X+25 Z+25 7 C X+45 Z+25 DR+ HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 316
15 L X+5 ; Contour verlaten via een cirkelbaan met tangentiële 16 DEP LCT X-20 Y-20 R5 F1000 aansluiting ; Gereedschap terugtrekken, einde programma 17 L Z+250 R0 FMAX M2 18 END PGM CIRCULAR MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 317
De besturing benadert deze positie niet. Pool CC programmeren U programmeert een pool CC als volgt: CC selecteren Coördinaten van de pool definiëren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 318
Hoek van de hoekreferentieas t.o.v. PR met de klok mee: PA<0 Rechte LP programmeren U programmeert een rechte als volgt: L selecteren P selecteren Poolcoördinatenradius PR definiëren Poolcoördinatenhoek PA definiëren Eventueel radiuscorrectie selecteren Eventueel aanzet definiëren Eventueel additionele functie definiëren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 319
Het startpunt is het eindpunt van de voorafgaande NC-regel. De afstand van het startpunt tot de pool is automatisch zowel de poolcoördinatenradius PR als de radius van de cirkelbaan. U definieert welke poolcoördinatenhoek PA de besturing met deze radius verplaatst. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 320
Verdere informatie: "Poolcoördinatenoorsprong pool CC", Pagina 317 Vorig contourelement geprogrammeerd Vóór een cirkelbaan CTP moet een contourelement geprogrammeerd zijn waarop de cirkelbaan tangentieel kan worden aangesloten. Hiervoor zijn minstens twee positioneerregels nodig. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 321
13 CC X+40 Y+35 14 LP PR+25 PA+120 15 CTP PR+30 PA+30 16 L Y+0 11.4.6 Helix Toepassing Een helix is een cilindrische spiraal en wordt met behulp van een cirkelbaan met constante spoed geprogrammeerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 322
De tabel toont voor de verschillende schroefdraadvormen de onderlinge afhankelijkheid tussen werkrichting, rotatierichting en radiuscorrectie: Binnendraad Werkrichting Draairichting Radiuscorrectie Rechtse draad Z– DR– Linkse draad DR– Z– Buitendraad Werkrichting Draairichting Radiuscorrectie Rechtse draad Z– DR– Linkse draad DR– Z– HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 323
Een helix programmeert u als volgt: C selecteren P selecteren I selecteren Incrementele totale hoek IPA definiëren Incrementele totale hoogte IZ definiëren Rotatierichting selecteren Radiuscorrectie selecteren Eventueel aanzet definiëren Eventueel additionele functie definiëren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 324
; In de gereedschapsas voorpositioneren 11 L Z+1,25 R0 FMAX ; In het vlak voorpositioneren 12 L X+4 Y+0 RR F500 ; Pool activeren 13 CC X+0 Y+0 ; Schroefdraad maken 14 CP IPA-3600 IZ-12.5 DR- HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 325
De oplossingsmethode gebruikt de spoed direct als incrementele diepte-instelling per omwenteling. REP toont het aantal noodzakelijke herhalingen dat voor het bereiken van de berekende tien aanzetten noodzakelijk is. Verdere informatie: "Subprogramma's en herhalingen van programmadelen met label LBL", Pagina 342 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 326
14 LP PA+180 ; Contour verlaten via een cirkelbaan met tangentiële 15 DEP PLCT PR+60 PA+180 R5 F1000 aansluiting ; Gereedschap terugtrekken, einde programma 16 L Z+250 R0 FMAX M2 17 END PGM LINEARPO MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 327
Contour met een cirkelbaan met tangen- tiële aansluiting en rechte cartesiaans of polair verlaten U kunt in het invoerscherm of met de toets P omschakelen tussen cartesiaanse of poolcoördinaten. Verdere informatie: "Basisprincipes van de coördinatendefinitie", Pagina 298 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 328
Bij het benaderen en verlaten van een helix verplaatst het gereedschap zich in het verlengde van de helix en sluit via een tangentiële cirkelbaan op de contour aan. Gebruik hiervoor de functie APPR CT en DEP CT. Verdere informatie: "Helix", Pagina 321 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 329
Eindpunt P De positie P ligt buiten de contour en volgt uit de gegevens in de regel voor verlaten. Met de regel voor verlaten wordt de radiuscorrectie automatisch opgeheven. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 330
APPR DEP selecteren De besturing opent het venster NC-functie invoegen. Baanvorm selecteren, bijvoorbeeld APPR LT Coördinaten van het eerste contourpunt P definiëren Afstand van hulppunt P met LEN definiëren Radiuscorrectie RR/RL selecteren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 331
LEN tot het eerste contourpunt P Wanneer u met R0 programmeert, stopt de besturing de bewerking of simulatie met een foutmelding. Dit gedrag is anders dan bij de besturing iTNC 530. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 332
Benaderingsfuncties APPR CT en APPR PCT Toepassing Met deze functies benadert de besturing de contour via een cirkelbaan met tangentiële aansluiting. Met APPR CT definieert u het startpunt van de contour cartesiaans en met APPR PCT polair. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 333
APPR DEP selecteren De besturing opent het venster NC-functie invoegen. Baanvorm selecteren, bijvoorbeeld APPR CT Coördinaten van het eerste contourpunt P definiëren Middelpuntshoek CCA definiëren Radius R van de cirkelbaan definiëren Radiuscorrectie RR/RL selecteren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 334
De in de startregel geprogrammeerde aanzet is actief voor de totale afstand die de besturing in de startregel aflegt. Wanneer vóór de startregel geen aanzet geprogrammeerd is, dan komt de besturing met een foutmelding. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 335
De besturing verlaat de contour als volgt: Een rechte van het laatste contourpunt P naar eindpunt P De rechte ligt in het verlengde van het laatste contourelement. bevindt zich op afstand LEN van P HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 336
U definieert de functie voor verlaten als volgt: Laatste contourelement met eindpunt P en radiuscorrectie programmeren APPR DEP selecteren De besturing opent het venster NC-functie invoegen. DEP LN selecteren Afstand van hulppunt P met LEN positief definiëren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 337
Negatief Tegen de klok in Voor de middelpuntshoek CCA geldt het volgende: Alleen positieve invoerwaarden Maximale invoerwaarde: 360° Aanwijzing Wanneer u de radius R negatief invoert, verandert de positie van het eindpunt P HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 338
Laatste contourelement met eindpunt P en radiuscorrectie programmeren APPR DEP selecteren De besturing opent het venster NC-functie invoegen. Baanvorm selecteren, bijvoorbeeld DEP LN Coördinaten van eindpunt P definiëren Radius R van de cirkelbaan positief definiëren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 339
; Z terugtrekken, terugspringen, einde 13 L Z+100 FMAX M2 programma Definities Afkorting Definitie APPR (approach) Benaderingsfunctie DEP (departure) Functie voor verlaten L (line) Lijn C (circle) Cirkel T (tangential) Geleidelijke, soepele overgang N (normal) Verticaal HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 342
Als een nummer of naam tweemaal in het NC-programma aanwezig is, toont de besturing een waarschuwing voor de NC-regel. LBL 0 markeert het einde van een subprogramma. Dit nummer mag als enige willekeurig vaak in het NC-programma voorkomen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 343
Invoer: 1...65535 of Tekstbreedte 32 of 0...1999 U kunt het label met een keuzemenu selecteren uit alle labels die in het NC-programma aanwezig zijn. Aantal herhalingen totdat de besturing de volgende NC-regel bewerkt Syntaxiselement optioneel HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 344
Wanneer subprogramma's in het NC-programma vóór de NC-regel met M2 of M30 staan, worden zij zonder oproep minstens eenmaal uitgevoerd De besturing toont informatie voor een actief subprogramma in het tabblad LBL van het werkbereik Status. Verdere informatie: "Tabblad LBL", Pagina 158 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 345
De besturing toont informatie voor een actieve herhaling van een programmadeel in het tabblad LBL van het werkbereik Status. Verdere informatie: "Tabblad LBL", Pagina 158 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 346
Met de functie PGM CALL roept u vanuit een NC-programma een ander, afzonderlijk NC-programma op. De besturing werkt het opgeroepen NC-programma af op de plaats waar u het in het NC-programma hebt opgeroepen. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld een bewerking met verschillende transformaties uitvoeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 347
11 CALL PGM reset.h De NC-functie bevat de volgende syntaxiselementen: Syntaxiselement Betekenis Syntaxisopener voor het oproepen van een NC-programma CALL PGM Pad van opgeroepen NC-programma reset.h U kunt het NC-programma met een keuzemenu selecteren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 348
De besturing werkt het geselecteerde NC-programma af op de plaats waar u het in het NC-programma met CALL SELECTED PGM hebt opgeroepen. Verwante onderwerpen NC-programma direct oproepen Verdere informatie: "NC-programma oproepen met PGM CALL", Pagina 346 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 349
Vaste of variabele naam U kunt het NC-programma met een keuzemenu selecteren. De NC-functie CALL SELECTED PGM bevat de volgende syntaxiselementen: Syntaxiselement Betekenis Syntaxis voor het oproepen van het geselecteerde CALL SELECTED NC-programma HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 350
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodi FUNCTION MODE MILL en FUNCTION MODE TURN uitvoeren. Cyclus 14 is DEF-actief, d.w.z. dat hij vanaf zijn definitie in het NC-programma actief is. Met cyclus 14 kan een lijst worden gemaakt met maximaal 12 subprogramma's (deelcontouren). HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 351
NC-programma in dezelfde directory staan als het oproepende NC-programma. Wanneer het tot cyclus verklaarde NC-programma niet in dezelfde directory staat als het oproepende NC-programma, moet het volledige pad worden ingevoerd, bijv. TNC:\KLAR35\FK1\50.H. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 352
De volgende maximale nesting-diepten gelden voor NC-programma's: Maximale nesting-diepte voor subprogramma's: 19 Maximale nesting-diepte voor externe NC-programma's: 19, waarbij een CYCL CALL werkt als een oproep van een extern programma Herhalingen van programmadelen kunnen willekeurig vaak genest worden HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 353
4 Subprogramma UP1 wordt van NC-regel 32 tot NC-regel 41 uitgevoerd. Einde van subprogramma UP1 en terugspringen naar het NC-programma UPGMS. 5 NC-programma UPGMS wordt van NC-regel 12 tot NC-regel 21 uitgevoerd. ; Programma-einde met terugspringen naar NC-regel 1. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 354
3 Programmadeel tussen NC-regel 13 en NC-regel 11 (incl. subprogramma 2) wordt twee keer herhaald, dus in totaal drie keer afgewerkt. 4 NC-programma UPGREP wordt van NC-regel 14 tot NC-regel 21 uitgevoerd. ; Programma-einde met terugspringen naar NC-regel 1. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 356
(Q203) in de betreffende freescyclus met 0 worden geprogrammeerd. U kunt deze cycli op de besturing niet meer invoegen, maar in bestaande NC-programma's bewerken en afwerken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 357
Met deze aanzet verplaatst de besturing zich tussen de punten van de puntentabel. Als u geen aanzet invoert, verplaatst de besturing zich met de laatst gedefinieerde aanzet. Evt. additionele functies definiëren Met toets END bevestigen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 358
De besturing berekent de snijpunten S1 en S2. Ze hoeven niet te worden geprogrammeerd. De kamers worden als volledige cirkels geprogrammeerd. Subprogramma 1: kamer A 11 LBL 1 12 L X+10 Y+10 RR 13 CC X+35 Y+50 14 C X+10 Y+50 DR- 15 LBL 0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 359
13 CC X+35 Y+50 14 C X+10 Y+50 DR- 15 LBL 0 Oppervlak B: 16 LBL 2 17 L X+90 Y+50 RR 18 CC X+65 Y+50 19 C X+90 Y+50 DR- 20 LBL 0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 360
13.2.5 Oppervlak zaagsnede Oppervlak waar A en B elkaar overlappen, moet worden bewerkt. (Oppervlakken die elkaar enkel overlappen, mogen niet bewerkt worden.) A en B moeten kamers zijn A moet binnen B beginnen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 361
13 CC X+35 Y+50 14 C X+60 Y+50 DR- 15 LBL 0 Oppervlak B: 16 LBL 2 17 L X+90 Y+50 RR 18 CC X+65 Y+50 19 C X+90 Y+50 DR- 20 LBL 0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 362
Wanneer u OCM-cycli gebruikt, steekt de besturing verticaal in binnen lege gebieden. Wanneer u SL-cycli met de nummers 22 t/m 24 gebruikt, bepaalt de besturing de insteekpositie onafhankelijk van gedefinieerde lege gedeeltes. Controleer het gedrag met behulp van de simulatie. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 363
De besturing bewerkt de contour ononderbroken meelopend of tegenlopend. De maatgegevens voor de bewerking zoals freesdiepte, overmaten en veiligheidsafstand voert u centraal in cyclus 20 CONTOURDATA of bij OCM in cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS in. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 364
Bestandsselectie Nummer van een QS-parameter definië- Nummer Nummer, naam of QS-parameter van een label definiëren Naam Voorbeeld: 11 CONTOUR DEF P1 = LBL 1 I2 = LBL 2 DEPTH5 V1 = LBL 3 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 365
Als het opgeroepen bestand zich in dezelfde directory bevindt als het oproepende bestand, kunt u ook alleen de bestandsnaam zonder pad opnemen. 13.3.3 Contour afwerken met SL- of OCM-cycli De gedefinieerde totale contour wordt bewerkt met de SL-cycli of de OCM-cycli Pagina 462. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 367
Met deze cycli kunnen telkens terugkerende contouren in afzonderlijke NC-programma's worden opgeslagen. Via de contourformule kunnen de deelcontouren tot een totale contour worden samengevoegd en kan worden vastgelegd of er sprake is van een kamer of eiland. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 368
5 QC10 = ( QC1 | QC3 | QC4 ) \ QC2 6 END PGM MODEL MM 0 BEGIN PGM 120 MM 1 CC X+75 Y+50 2 LP PR+45 PA+0 3 CP IPA+360 DR+ 4 END PGM 120 MM 0 BEGIN PGM 121 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 369
Als het opgeroepen bestand zich in dezelfde directory bevindt als het oproepende bestand, kunt u ook alleen de bestandsnaam zonder pad opnemen. SEL CONTOUR-regel vóór de SL-cycli programmeren. Cyclus 14 CONTOUR is bij gebruik van SEL CONTUR niet langer noodzakelijk. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 370
(evt. diepte 0 toewijzen). Verschillende diepten (DEPTH) worden alleen bij elkaar overlappende elementen meeberekend. Dit is niet het geval bij zuivere eilanden binnen een kamer. Gebruik hiervoor de eenvoudige contourformule. Pagina 362 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 371
Kamers en eilanden kunt u laten overlappen, om een nieuwe contour te vormen. Daardoor kan het oppervlak van een kamer door een overlappende kamer vergroot of een eiland verkleind worden. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 372
4 END PGM POCKET MM Contourbeschrijvingsprogramma 2: kamer B 0 BEGIN PGM POCKET2 MM 1 L X+90 Y+50 R0 2 CC X+65 Y+50 3 C X+90 Y+50 DR- 4 END PGM POCKET2 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 373
In de contourformule wordt oppervlak B met de functie zonder van oppervlak A afgetrokken Contourdefinitieprogramma: * - ... 21 DECLARE CONTOUR QC1 = "POCKET.H" 22 DECLARE CONTOUR QC2 = "POCKET2.H" 23 QC10 = QC1 \ QC2 * - ... HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 374
22 DECLARE CONTOUR QC2 = "POCKET2.H" 23 QC10 = QC1 & QC2 * - ... 13.4.6 Contour afwerken met SL- of OCM-cycli De gedefinieerde totale contour wordt bewerkt met de SL-cycli of de OCM-cycli Pagina 462. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 375
PATTERN DEF selecteren De besturing start de invoer voor PATTERN DEF. Gewenst bewerkingspatroon selecteren, bijv. CIRC1 voor een volledige cirkel Vereiste definities invoeren Bewerkingscyclus definiëren bijv. cyclus 200 BOREN Cyclus met CYCL CALL PAT oproepen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 376
PATTERN DEF. Via de regelsprong kunt u een willekeurig punt selecteren van waaruit u de bewerking kunt beginnen of voortzetten. Verdere informatie: "Binnenkomst in het programma met regelsprong", Pagina 1830 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 378
Z). Voer de waarde absoluut en positief of negatief Invoer: -360.000...+360.000 Coördinaat werkstukoppervlak Z-coördinaat absoluut invoeren waar de bewerking start Invoer: -999999999...+999999999 Voorbeeld 11 PATTERN DEF ~ ROW1( X+25 Y+33.5 D+8 NUM5 ROT+0 Z+0 ) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 379
Invoer: -360.000...+360.000 Rotatiepositie hoofdas Rotatiehoek waarmee uitsluitend de hoofdas van het bewer- kingsvlak ten opzichte van het ingevoerde startpunt wordt vertekend. Waarde kan positief of negatief worden ingevoerd Invoer: -360.000...+360.000 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 380
Waarde kan positief of negatief worden ingevoerd Invoer: -360.000...+360.000 Coördinaat werkstukoppervlak Z-coördinaat absoluut invoeren waarbij de bewerking moet starten. Invoer: -999999999...+999999999 Voorbeeld 11 PATTERN DEF ~ PAT1( X+25 Y+33.5 DX+8 DY+10 NUMX5 NUMY4 ROT+0 ROTX+0 ROTY+0 Z+0 ) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 381
Invoer: -360.000...+360.000 Rotatiepositie hoofdas Rotatiehoek waarmee uitsluitend de hoofdas van het bewerkingsvlak ten opzichte van het ingevoerde startpunt wordt vertekend. Waarde kan positief of negatief worden ingevoerd. Invoer: -360.000...+360.000 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 382
Waarde kan positief of negatief worden ingevoerd. Invoer: -360.000...+360.000 Coördinaat werkstukoppervlak Z-coördinaat absoluut invoeren waar de bewerking start Invoer: -999999999...+999999999 Voorbeeld 11 PATTERN DEF ~ FRAME1( X+25 Y+33.5 DX+8 DY+10 NUMX5 NUMY4 ROT+0 ROTX+0 ROTY+0 Z+0 ) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 383
Aantal bewerkingen Totaal aantal bewerkingsposities op de cirkel Invoer: 0...999 Coördinaat werkstukoppervlak Z-coördinaat absoluut invoeren waar de bewerking start. Invoer: -999999999...+999999999 Voorbeeld 11 PATTERN DEF ~ CIRC1( X+25 Y+33 D80 START+45 NUM8 Z+0 ) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 384
Aantal bewerkingen Totaal aantal bewerkingsposities op de cirkel Invoer: 0...999 Coördinaat werkstukoppervlak Z-coördinaat invoeren waar de bewerking start. Invoer: -999999999...+999999999 Voorbeeld 11 PATTERN DEF ~ PITCHCIRC1( X+25 Y+33 D80 START+45 STEP+30 NUM8 Z+0 ) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 385
;SELECT. POS. HOOGTE ; cyclusoproep in combinatie met puntenpatroon 8 CYCL CALL PAT F5000 M3 ; gereedschap vrijzetten 9 L Z+100 R0 FMAX ; gereedschapsoproep boor (radius 2,4) 10 TOOL CALL 227 Z S5000 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 386
;COORD. OPPERVLAK ~ Q204=+10 ;2E VEILIGHEIDSAFST. ; cyclusoproep in combinatie met puntenpatroon 18 CYCL CALL PAT F5000 M3 ; gereedschap terugtrekken, einde programma 19 L Z+100 R0 FMAX 20 M30 21 END PGM 1 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 387
Volledige cirkel of steekcirkel Start- en eindhoek invoeren Pagina 391 MODEL OP LIJN DEF- actief Lijnenpatroon definiëren Rotatiehoek invoeren Pagina 395 VOORBEELD DATAMATRIX CODE DEF- actief Teksten in een puntenpatroon DataMatrix-code omzetten Positie en grootte invoeren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 388
220 met Q203=-5 geprogrammeerd, dan wordt bij de volgende CYCL CALL en M99-oproepen Q203=-5 gebruikt. De cycli 220 en 221 overschrijven de bovengenoemde parameters van de CALL-actieve bewer- kingscycli (wanneer in beide cycli dezelfde invoerparameters voorkomen). HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 389
(– = met de klok mee). De waarde werkt incrementeel. Invoer: -360.000...+360.000 Q241 Aantal bewerkingen? Aantal bewerkingen op de steekcirkel Invoer: 1...99999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 391
9 In een pendelbeweging worden alle verdere lijnen afgewerkt Wanneer u deze cyclus in de werkstand Programma-afloop / Regel voor regel uitvoert, stopt de besturing tussen de punten van een puntenpatroon. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 392
Wanneer een van de bewerkingscycli 200 tot 209 en 251 tot 267 met cyclus 221 wordt gecombineerd, zijn de veiligheidsafstand, het werkstukoppervlak, de 2e vei- ligheidsafstand en de rotatiepositie uit cyclus 221 actief. Wanneer u cyclus 254 in combinatie met cyclus 221 gebruikt, is sleufpositie 0 niet toegestaan. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 393
De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Q204 2e veiligheidsafstand? Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 394
;AFSTAND 1E AS ~ Q238=+8 ;AFSTAND 2E AS ~ Q242=+6 ;AANTAL KOLOMMEN ~ Q243=+4 ;AANTAL REGELS ~ Q224=+15 ;ROTATIEPOSITIE ~ Q200=+2 ;VEILIGHEIDSAFSTAND ~ Q203=+0 ;COORD. OPPERVLAK ~ Q204=+50 ;2E VEILIGHEIDSAFST. ~ Q301=+1 ;VERPL.VEILIGH.HOOGTE 12 CYCL CALL HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 395
7 Daarna wordt de bewerking uitgevoerd 8 Deze processen herhalen totdat de DataMatrix-code is afgebeeld. De bewerking eindigt in de rechteronderhoek 9 Vervolgens verplaatst de besturing zich naar de geprogrammeerde tweede veilig- heidsafstand HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 396
De besturing gebruikt het speciale tekens % voor speciale functies. Wanneer u dit teken in een DataMatrix-code wilt opslaan, moet u dit in de tekst twee keer opgeven, bijv. %%. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 397
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 398
Naast vaste tekens kunt u bepaalde variabelen als DataMatrix-code uitvoeren. De invoer van een variabele begint u met %. De volgende variabele teksten kunt u in de cyclus 224 VOORBEELD DATAMATRIX CODE gebruiken: Datum en tijd Namen en paden van NC-programma's Tellerstanden HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 400
Score: 000000003 Bedieningsinstructies In de Simulatie simuleert de besturing alleen de tellerstand die u direct in het NC- programma definieert. De tellerstand uit het werkgebied Status in de werkstand Programma-afloop wordt buiten beschouwing gelaten. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 402
Definitie van de hoeken 1281 OCM BEGRENZING RECHTHOEK (optie #167) Pagina 416 DEF- actief Definitie van een begrenzing als rechthoek 1282 OCM BEGRENZING CIRKEL (optie #167) Pagina 418 DEF- actief Definitie van een begrenzing als cirkel HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 403
1273 OCM SLEUF/DAM, zie Pagina 410 1278 OCM VEELHOEK, zie Pagina 413 De besturing biedt de volgende cycli om de figuurbegrenzing te definiëren: 1281 OCM BEGRENZING RECHTHOEK, zie Pagina 416 1282 OCM BEGRENZING CIRKEL, zie Pagina 418 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 404
Ga als volgt te werk: Cyclusdefinitie starten Cyclusparameters definiëren Keuze-optie TEKST in de actiebalk selecteren Voer de nominale maat incl. tolerantie in Wanneer u een verkeerde tolerantie programmeert, beëindigt de besturing de afwerking met een foutmelding. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 405
De in cyclus 1271 ingevoerde bewerkingsinformatie geldt voor de OCM-bewer- kingscycli 272 tot 274 en 277. Aanwijzing voor het programmeren De cyclus heeft een overeenkomstige voorpositionering nodig die afhankelijk is van Q367. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 406
4: gereedschapspositie = hoek linksboven Invoer: 0, 1, 2, 3, 4 Q224 Rotatiepositie? Hoek waarmee de figuur wordt geroteerd. Het rotatiecen- trum ligt in het midden van de figuur. De waarde werkt absoluut. Invoer: -360.000...+360.000 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 408
De in cyclus 1272 ingevoerde bewerkingsinformatie geldt voor de OCM-bewer- kingscycli 272 tot 274 en 277. Aanwijzing voor het programmeren De cyclus heeft een overeenkomstige voorpositionering nodig die afhankelijk is van Q367. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 409
Q260 Veilige hoogte? Coördinaat in de gereedschapsas waarop een botsing met het werkstuk uitgesloten is (voor tussenpositionering en terugtrekken aan het einde van de cyclus). De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 410
De in cyclus 1273 ingevoerde bewerkingsinformatie geldt voor de OCM-bewer- kingscycli 272 tot 274 en 277. Aanwijzing voor het programmeren De cyclus heeft een overeenkomstige voorpositionering nodig die afhankelijk is van Q367. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 411
4: gereedschapspositie = rechter uiteinde van het figuur Invoer: 0, 1, 2, 3, 4 Q224 Rotatiepositie? Hoek waarmee de figuur wordt geroteerd. Het rotatiecen- trum ligt in het midden van de figuur. De waarde werkt absoluut. Invoer: -360.000...+360.000 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 413
De in cyclus 1278 ingevoerde bewerkingsinformatie geldt voor de OCM-bewer- kingscycli 272 tot 274 en 277. Aanwijzing voor het programmeren De cyclus heeft een overeenkomstige voorpositionering nodig die afhankelijk is van Q367. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 414
Q220 Hoekradius? Radius of afkanting van de figuurhoek Invoer: 0...99999,9999 Q224 Rotatiepositie? Hoek waarmee de figuur wordt geroteerd. Het rotatiecen- trum ligt in het midden van de figuur. De waarde werkt absoluut. Invoer: -360.000...+360.000 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 416
Cyclus 1281 is DEF-actief, d.w.z. dat cyclus 1281 vanaf zijn definitie in het NC- programma actief is. De in cyclus 1281 opgegeven begrenzingsinformatie geldt voor de cycli 1271 tot 1273 en 1278. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 417
Verschuiving van de begrenzing van de rechthoek in de nevenas. Invoer: -999.999...+999.999 Voorbeeld 11 CYCL DEF 1281 OCM BEGRENZING RECHTHOEK ~ Q651=+50 ;LENGTE 1 ~ Q652=+50 ;LENGTE 2 ~ Q654=+0 ;POSITIEREFERENTIE ~ Q655=+0 ;VERSCHUIVING 1 ~ Q656=+0 ;VERSCHUIVING 2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 418
Cyclus 1282 is DEF-actief, d.w.z. dat cyclus 1282 vanaf zijn definitie in het NC- programma actief is. De in cyclus 1282 opgegeven begrenzingsinformatie geldt voor de cycli 1271 tot 1273 en 1278. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 419
Verschuiving van de begrenzing van de rechthoek in de nevenas. Invoer: -999.999...+999.999 Q656 Q655 Voorbeeld 11 CYCL DEF 1282 OCM BEGRENZING CIRKEL ~ Q653=+50 ;DIAMETER ~ Q654=+0 ;POSITIEREFERENTIE ~ Q655=+0 ;VERSCHUIVING 1 ~ Q656=+0 ;VERSCHUIVING 2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 420
De besturing biedt via de actiebalk passende keuzemogelijkheden. De besturing biedt in de map Insteek/draaduitloop van het venster NC- functie invoegen verschillende mogelijkheden om insteken en draaduitlopen te programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 421
ANGLE / ANG_WIDTH Flankhoek/openingshoek van Optioneel beide flanken RND / CHF Afronding/afkanting hoek van Optioneel de contour dicht bij startpunt FAR_RND / FAR_CHF Afronding/afkanting hoek van Optioneel de contour op afstand van het startpunt HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 422
UDC TYPE_K: draaduitloop in eindvlak en cilindrisch vlak UDC TYPE_U: draaduitloop in cilindrisch vlak UDC THREAD: draaduitloop volgens DIN 76 De besturing interpreteert draaduitlopen altijd als vormelementen in lengterichting. In dwarsrichting zijn geen draaduitlopen mogelijk. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 423
Breedte draaduitloop Optioneel BREADTH Hoek draaduitloop Optioneel ANGLE Voorbeeld: draaduitloop met diepte = 2, breedte = 15 11 L X+40 Z+0 12 L Z-30 13 UDC TYPE_E R1 DEPTH2 BREADTH15 14 L X+60 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 424
FACEANGLE Voorbeeld: draaduitloop vorm F met diepte = 2, breedte = 15, diepte eindvlak = 1 11 L X+40 Z+0 12 L Z-30 13 UDC TYPE_F R1 DEPTH2 BREADTH15 FACEDEPTH1 14 L X+60 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 425
Hoek draaduitloop Verplicht ANGLE Voorbeeld: draaduitloop vorm H met diepte = 2, breedte = 15, hoek = 10° 11 L X+40 Z+0 12 L Z-30 13 UDC TYPE_H R1 BREADTH10 ANGLE10 14 L X+60 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 426
Verplicht ANG_WIDTH loop Voorbeeld: draaduitloop vorm K met diepte = 2, breedte = 15, openingshoek = 30° 11 L X+40 Z+0 12 L Z-30 13 UDC TYPE_K R1 DEPTH3 ANG_WIDTH30 14 L X+60 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 427
Afronding/afkanting van de Verplicht buitenhoek Voorbeeld: draaduitloop vorm U met diepte = 3, breedte = 8 11 L X+40 Z+0 12 L Z-30 13 UDC TYPE_U R1 DEPTH3 BREADTH8 RND1 14 L X+60 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 428
Optioneel DEPTH Breedte draaduitloop Optioneel BREADTH Hoek draaduitloop Optioneel ANGLE Voorbeeld: draaduitloop volgens DIN 76 met spoed = 2 11 L X+40 Z+0 12 L Z-30 13 UDC THREAD PITCH2 14 L X+60 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 430
Bewerkingscycli | Met bewerkingscycli werken 14.1 Met bewerkingscycli werken HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 431
Boorbewerkingen Schroefdraadbewerkingen Freesbewerkingen bijv. kamers, tappen of ook contouren Cycli voor coördinatenomrekening Speciale cycli Draaibewerkingen Slijpbewerkingen AANWIJZING Let op: botsingsgevaar! In bepaalde cycli worden omvangrijke bewerkingen uitgevoerd. Botsingsgevaar! Vóór het afwerken Simulatie uitvoeren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 432
Compatibiliteit NC-programma'sdie u op oudere HEIDENHAIN-besturingen (vanaf TNC 150 B) hebt gemaakt, kunnen met deze nieuwe softwareversie van de TNC7 grotendeels worden uitgevoerd. Ook wanneer nieuwe, optionele parameters aan bestaande cycli zijn toegevoegd, kunt u uw NC-programma's meestal op de gebruikelijke manier blijven uitvoeren.
Pagina 433
GOTO of in de invoerschermweergave een keuzelijst openen. Bijv. in de cyclus 200 BOREN, parameter Q395 REF. DIEPTE heeft de keuzemogelijkheid: 0 | gereedschapspunt 1 | snijkanthoek HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 434
Werkgebied Programma openen INV.SCHERM via de titelbalk selecteren Wanneer een invoer ongeldig is, toont de besturing een aanwijzingspictogram vóór het syntaxelement. Wanneer u het aanwijzingspictogram selecteert, toont de besturing informatie over de fout. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 435
Werkgebied Help met een helpscherm voor een cyclusparameter 14.1.3 Cycli oproepen Materiaalverspanende cycli moeten in het NC-programma niet alleen worden gedefinieerd, maar ook worden opgeroepen. De oproep is altijd gerelateerd aan de in het NC-programma laatst gedefinieerde bewerkingscyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 436
Verdere informatie: "Patroondefinitie PATTERN DEF", Pagina 375 Verdere informatie: "Puntentabellen", Pagina 356 NC-functie invoegen selecteren Toets CYCL CALL selecteren De besturing opent het venster NC-functie invoegen. CYCL CALL PAT selecteren CYCL CALL PAT definiëren en evt. een M-functie toevoegen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 437
M89. Ga als volgt te werk om de werking van M89 op te heffen: Programmeren van M99 in positioneerregel De besturing benadert het laatste startpunt. Nieuwe bewerkingscyclus met CYCL DEF definiëren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 438
Het maximum uit Z-positie bij het starten van het patroon Alle Z-posities in het puntenpatroon Bij CYCL CALL POS vindt geen voorpositionering in richting van de gereedschapsas plaats. Een voorpositionering binnen de opgeroepen gegevens moet u dan zelf programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 439
Machinespecifieke cycli Raadpleeg hiervoor de desbetreffende functiebeschrijving in het machinehandboek. Op veel machines zijn cycli beschikbaar. Deze cycli kan uw machinefabrikant aanvullend op de HEIDENHAIN-cycli in de besturing implementeren. Hiervoor is een aparte cyclusnummergroep beschikbaar: Cyclusnummergroep Beschrijving 300 t/m 399...
Pagina 440
Puntenpatroon Gatencirkel Pagina 387 Gatenvlak DataMatrix-code Draaicycli Verspaningscycli Langs en Dwars Pagina 696 Steekdraaicycli Radiaal en Axiaal Steekcycli Radiaal en Axiaal Draadfreescycli Simultane draaicycli Speciale cycli HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 441
Bewerkingscycli | Met bewerkingscycli werken Cyclusgroep Verdere informatie Speciale cycli Wachttijd Pagina 1156 Programma-oproep Pagina 462 Tolerantie Pagina 919 Spiloriëntatie Pagina 1180 Graveren Tandwielcycli Interpolatiedraaien Slijpcycli Pendelslag Pagina 858 Dressen Correctiecycli HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 442
Aan tap kalibreren aan kogel kalibreren Kinematica opmeten Kinematica opslaan Pagina 1737 Kinematica opmeten Preset-compensatie Kinematica rooster Gereedschap opmeten (TT) TT kalibreren Pagina 1777 Gereedschapslengte, -radius of compleet meten IR-TT kalibreren Draaigereedschap meten HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 443
6 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich vanaf de bodem van de boring met FMAX naar de veiligheidsafstand of naar de 2e veiligheidsafstand. De 2e veilig- heidsafstand Q204 werkt pas wanneer deze groter is geprogrammeerd dan de veiligheidsafstand Q200 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 444
Wanneer u zonder spaanbreken boort, definieert u in de parameter Q202 een hogere waarde als de diepte Q201 plus de berekende diepte uit de gereedschapspunthoek. Hierbij kunt u ook een duidelijke hogere waarde opgeven. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 445
(spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF Q211 Stilstandstijd onder? Tijd in seconden die het gereedschap op de bodem van de boring stilstaat. Invoer: 0...3600.0000 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 446
;STILSTANDSTIJD BOVEN ~ Q203=+0 ;COORD. OPPERVLAK ~ Q204=+50 ;2E VEILIGHEIDSAFST. ~ Q211=+0 ;STILSTANDSTIJD ONDER ~ Q395=+0 ;REF. DIEPTE 12 L X+30 Y+20 FMAX M3 13 CYCL CALL 14 L X+80 Y+50 FMAX M99 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 447
Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewer- kingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 449
7 Wanneer de DIEPTE Q201 is bereikt, trekt de besturing het gereedschap met FMAX uit de boring naar de VEILIGHEIDSAFSTAND Q200 of naar de 2E VEILIG- HEIDSAFST.. De 2E VEILIGHEIDSAFST. Q204 werkt pas wanneer deze groter is geprogrammeerd dan de VEILIGHEIDSAFSTAND Q200 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 450
Q205 (voorbeeld: Q202=5, Q212=1, Q213=4, Q205=3: de eerste diepte-instelling is 5 mm, de tweede diepte-instelling is 5 – 1 = 4 mm, de derde diepte-instelling is 4 – 1 = 3 mm, de vierde diepte-instelling is ook 3 mm) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 451
Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewer- kingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 452
Aantal keren spaanbreken voordat de besturing het gereed- schap uit de boring moet terugtrekken, om de spanen te verwijderen. Voor het spaanbreken trekt de besturing het gereedschap steeds met de terugtrekwaarde Q256 terug. Invoer: 0...99999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 453
T-ANGLE van de gereedschapstabel TOOL.T definiëren. 0 = diepte gerelateerd aan de gereedschapspunt 1 = diepte gerelateerd aan het cilindrische deel van het gereedschap Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 455
Q257 BOORDPTE SPAANBREUK = 4 mm De besturing maakt spaanbreken bij 4 mm en 8 mm. Bij 10 mm voert deze verwijderen van de spanen uit. De volgende keer spaanbreken is op 14 mm en 18 mm etc. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 456
Terugtrekbewegingen worden door de besturing niet veranderd, ze hebben betrekking op de coördinaat van het werkstukoppervlak. Wanneer Q257 BOORDPTE SPAANBREUK groter is dan Q202 DIEPTEVER- PLAATSING, wordt spaanbreken niet uitgevoerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 457
Q205 Minimale diepteverplaatsing? Wanneer Q212 AFNAMEWAARDE niet gelijk is aan 0, begrenst de besturing de verplaatsing tot deze waarde. De diepte-instelling kan dus niet kleiner worden dan Q205. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 458
Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF Q208 Aanzet terugtrekken? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap na de bewer- king in mm/min. Wanneer Q208=0 wordt ingevoerd, trekt de besturing het gereedschap met aanzet Q206 terug. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 460
; boring benaderen, spil inschakelen 6 L X+30 Y+30 R0 FMAX M3 ; cyclusoproep 7 CYCL CALL ; gereedschap terugtrekken, einde programma 8 L Z+250 R0 FMAX 9 M30 10 END PGM 205 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 461
; boring benaderen, spil inschakelen 6 L X+30 Y+30 R0 FMAX M3 ; cyclusoproep 7 CYCL CALL ; gereedschap terugtrekken, einde programma 8 L Z+250 R0 FMAX 9 M30 10 END PGM 205 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 462
Invoer van de spaanbreuk Pagina 503 SCHROEFDRAAD FREZEN CALL- actief Schroefdraad frezen in voorgeboord materiaal Pagina 507 ZINKDRAAD FREZEN CALL- actief Schroefdraad frezen in voorgeboord materiaal Afkanting aanbrengen Pagina 512 BOORDRAAD FREZEN CALL- actief HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 463
Freesstrategie en freesrichting selecteerbaar Invoer van zijwanden Pagina 579 CONTOURDATA DEF- actief Invoer van bewerkingsinformatie Pagina 581 VOORBOREN CALL- actief Een boring aanbrengen voor gereedschappen die niet door het midden snijden Pagina 584 RUIMEN CALL- actief HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 464
CALL- actief Overmaat zijkant uit cyclus 271 nabewerken OCM AFKANTEN (optie #167) Pagina 637 CALL- actief Kanten afbramen Rekening houden met aangrenzende contouren en wanden IPO-DRAAIEN KOPP. (optie #96) Pagina 640 CALL- actief HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 465
De machine en besturing moeten zijn voorbereid door de machinefabrikant. De cyclus is uitsluitend op machines met een gestuurde spil uitvoerbaar. Met deze cyclus kunt u boringen uitdraaien. U kunt voor de cyclus optioneel een stilstandtijd onder definiëren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 466
Handmatig). Hierbij mogen geen transformaties actief zijn. Hoek zo selecteren, dat de gereedschapspunt parallel aan de vrijlooprichting staat Vrijlooprichting Q214 zo kiezen, dat het gereedschap zich vanaf de rand van de boring verplaatst HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 467
De spilomwenteling stopt op de bodem van de boring en daardoor stopt ook de aanzet. Er bestaat gevaar voor botsingen omdat er geen terugtrekking plaatsvindt! Functie M136 voorafgaand aan de cyclus met M137 deactiveren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 468
Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewer- kingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 469
4: gereedschap in plusrichting van de nevenas terugtrekken Invoer: 0, 1, 2, 3, 4 Q336 Hoek voor spil-orientatie ? Hoek waaronder de besturing het gereedschap vóór het terugtrekken positioneert. De waarde werkt absoluut. Invoer: 0...360 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 470
De machine en besturing moeten zijn voorbereid door de machinefabrikant. De cyclus is uitsluitend op machines met een gestuurde spil uitvoerbaar. De cyclus werkt alleen met achterwaartse kotterbaren. Met deze cyclus worden verzinkingen aan de onderzijde van het werkstuk uitgevoerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 471
8 De besturing herstelt de spilstatus van het cyclusbegin 9 Evt. verplaatst de besturing naar de 2e veiligheidsafstand. De 2e veilig- heidsafstand Q204 werkt pas wanneer deze groter is geprogrammeerd dan de veiligheidsafstand Q200 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 472
R0 programmeren Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting bij het verzinken vast. Let op: bij een positief voorteken vindt het verzinken plaats in de richting van de positieve spilas. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 473
De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Q204 2e veiligheidsafstand? Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 475
De bewerking wordt op het midden van de tolerantie uitgevoerd. Wanneer u een verkeerde tolerantie programmeert, beëindigt de besturing de afwerking met een foutmelding. Let bij de invoer van toleranties plaatshouder op het juiste gebruik van hoofdletters en kleine letters. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 476
Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewer- kingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 477
De waarde werkt absoluut. Indien nodig kunt u een tolerantie programmeren. Verdere informatie: "Toleranties", Pagina 475 Invoer: 0...99999,9999 Q342 Voorboor diameter? Maat van de voorgeboorde diameter invoeren. De waarde werkt absoluut. Invoer: 0...99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 478
Met cyclus 241 EENLIPPIG DIEPBOREN kunt u boringen met een eenlippige langgatboor aanbrengen. De invoer van een verdiept startpunt is mogelijk. U kunt de draairichting en toerental bij het insteken en terugtrekken uit de boring definiëren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 479
Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewer- kingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 480
Q201 DIEPTE na Q256 TERUGTR.HGT SPAANBR.. Bovendien is deze aanzet actief wanneer het gereedschap naar Q379 STARTPUNT (niet gelijk aan 0) wordt gepositioneerd. Invoer in mm/min. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 481
Q201 DIEPTE staat. "...": pad voor een gebruikersmacro die in plaats van een M- functie wordt uitgevoerd. Alle instructies in de gebruikersma- cro worden automatisch uitgevoerd. Verdere informatie: "Gebruikersmacro", Pagina 483 Invoer: 0...999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 482
Q205 Minimale diepteverplaatsing? Wanneer Q212 AFNAMEWAARDE niet gelijk is aan 0, begrenst de besturing de verplaatsing tot deze waarde. De diepte-instelling kan dus niet kleiner worden dan Q205. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 483
PGM CALL. U definieert de macro als NC-programma met het bestandstype *.h. HEIDENHAIN adviseert om in de macro QL-parameters te gebruiken. QL- parameters zijn uitsluitend lokaal voor een NC-programma. Wanneer u in de macro andere soorten variabelen gebruikt, kunnen wijzigingen ook van invloed zijn op het oproepende NC-programma.
Pagina 484
Wanneer het verdiepte startpunt -2 is, dan start de besturing de boring bij -1,6 mm. In de volgende tabel worden verschillende voorbeelden weergegeven van manieren waarop het boorbegin kan worden berekend: HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 485
2 gebruikt.) 0,2*100=20 (Q200=2, 20>2, daarom wordt de waarde 2 gebruikt.) 0,2*2=0,4 -1,6 0,2*5=1 0,2*10=2 0,2*25=5 0,2*100=20 (Q200=5, 20>5, daarom wordt de waarde 5 gebruikt.) 0,2*2=0,4 -1,6 0,2*5=1 0,2*10=2 0,2*25=5 0,2*100=20 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 486
Als het verdiepte startpunt dus -2 is, dan start de besturing bij het verwijderen van spanen op -0,4. In de volgende tabel worden verschillende voorbeelden gegeven van manieren waarop de positie voor verwijderen van spanen (teruglooppositie) wordt berekend: HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 487
0,8*25=20 (Q200=5, 20>5, daarom wordt de waarde 5 gebruikt.) 0,8*100=80 (Q200=5, 80>5, daarom wordt de waarde 5 gebruikt.) 0,8*2=1,6 -1,6 0,8*5=4 0,8*10=8 0,8*25=20 0,8*100=80 (Q200=20, 80>20, daarom wordt de waarde 20 gebruikt.) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 488
R0 programmeren. Het voorteken van cyclusparameter Q344 (diameter) resp. Q201 (diepte) legt de werkrichting vast. Wanneer diameter of diepte = 0 wordt geprogrammeerd, dan voert de besturing de cyclus niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 489
Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF Q342 Voorboor diameter? 0: geen gat aanwezig >0: diameter van het voorgeboorde gat Invoer: 0...99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 490
FMAX daarheen 4 Op veiligheidsafstand wordt de spilrotatierichting opnieuw omgekeerd Het gereedschap moet in een voeding met lengtecompensatie opgespannen zijn. De voeding met lengtecompensatie compenseert toleranties van aanzet en toerental tijdens de bewerking. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 491
Spilpotentiometer (aanzet override is niet actief) thrdWaitingTime (nr. 113601): deze tijd wordt gewacht bij de draadkern na spilstop ThrdPreSwitch (nr. 113602): de spil wordt om deze tijd vóór het bereiken van de draadkern gestopt HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 492
;AANZET DIEPTEVERPL. ~ Q211=+0 ;STILSTANDSTIJD ONDER ~ Q203=+0 ;COORD. OPPERVLAK ~ Q204=+50 ;2E VEILIGHEIDSAFST. 12 CYCL CALL Aanzet bepalen: F = S x p F: aanzet mm/min) S: Spiltoerental (omw/min) p: spoed (mm) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 493
De machine en besturing moeten zijn voorbereid door de machinefabrikant. De cyclus is uitsluitend op machines met een gestuurde spil uitvoerbaar. De schroefdraad wordt door de besturing in één of meerdere bewerkingen zonder voeding met lengtecompensatie getapt. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 494
Wanneer u geen dynamiekparameter (bijv. veiligheidsafstand, spiltoerental,...) wijzigt, is het mogelijk de schroefdraad achteraf dieper te boren. De veiligheidsafstand Q200 moet echter zo groot gekozen worden, dat de gereedschapsas binnen deze baan de versnellingsbaan verlaten heeft. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 495
(nr. 113604): begrenzing van het spiltoerental True: (bij kleine schroefdraaddiepten wordt het spiltoerental zo begrensd, dat de spil ca. 1/3 van de tijd met constant toerental loopt) False: (geen begrenzing) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 497
De besturing snijdt de schroefdraad in meerdere verplaatsingen tot de ingevoerde diepte. Via een parameter kan worden vastgelegd of het gereedschap bij het spaanbreken al dan niet helemaal uit de boring moet worden teruggetrokken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 498
De besturing geeft een foutmelding wanneer de waarden niet met elkaar overeenstemmen. Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap. Wanneer deze kleiner is dan de DRAADDIEPTE Q201, komt de besturing met een foutmelding. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 499
Spilpotentiometer (aanzet override is niet actief) thrdWaitingTime (nr. 113601): deze tijd wordt gewacht bij de draadkern na spilstop ThrdPreSwitch (nr. 113602): de spil wordt om deze tijd vóór het bereiken van de draadkern gestopt HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 500
Invoer: 0...99999,9999 Q336 Hoek voor spil-orientatie ? Hoek waaronder de besturing het gereedschap vóór het schroefdraad snijden positioneert. Hierdoor kan de schroef- draad eventueel worden nagesneden. De waarde werkt absoluut. Invoer: 0...360 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 501
U hebt bij het terugtrekken de mogelijkheid om het gereedschap in positieve en negatieve richting van de gereedschapsas te verplaatsen Maak u vóór het terugtrekken bewust in welke richting het gereedschap uit de boring verplaatst moet worden HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 502
Q201 DRAADDIEPTE met een negatief voorteken Wanneer u bijv. een cyclus alleen met verzinken wilt herhalen, is het ook mogelijk bij de DRAADDIEPTE 0 in te voeren. Dan wordt de werkrichting op basis van de VERZINKDIEPTE bepaald HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 503
– indien ingevoerd – naar de 2e veiligheidsafstand De nominale schroefdraaddiameter wordt via een halve cirkel vanuit het midden benaderd. Als de gereedschapsdiameter 4 keer de spoed kleiner is dan de nominale schroefdraaddiameter, vindt er een zijdelingse voorpositionering plaats. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 504
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. Wanneer draaddiepte = 0 wordt geprogrammeerd, dan voert de besturing de cyclus niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 505
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 507
11 Aan het einde van de cyclus verplaatst de besturing het gereedschap in ijlgang naar de veiligheidsafstand of – indien ingevoerd – naar de 2e veiligheidsafstand HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 508
Als voor een van de diepteparameters 0 wordt geselecteerd, voert de besturing deze bewerkingsstap niet uit. Wanneer aan kopvlakzijde moet worden verzonken, moet voor de parameter Verzinkingsdiepte 0 worden gekozen. Programmeer de draaddiepte minstens 1/3 x de spoed kleiner dan de verzinkingsdiepte. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 509
–1 = tegenlopend frezen (wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats) Invoer: –1, 0, +1 Alternatief PREDEF Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 510
Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q512 Aanzet benaderen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benade- ren in mm/min. Bij kleine draaddiameters kunt u door een gereduceerde benaderingsaanzet het risico op gereed- schapsbreuk verminderen. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 512
12 Aan het einde van de cyclus verplaatst de besturing het gereedschap in ijlgang naar de veiligheidsafstand of – indien ingevoerd – naar de 2e veiligheidsafstand HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 513
R0 programmeren Als voor een van de diepteparameters 0 wordt geselecteerd, voert de besturing deze bewerkingsstap niet uit. Programmeer de draaddiepte minstens 1/3 x de spoed kleiner dan de boordiepte. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 514
Q258 Onderbrekingsafstand boven ? Veiligheidsafstand waarnaar het gereedschap na de eerste keer verwijderen van de spanen met aanzet Q373 BENAD.AANZET VERW SP weer over de laatste diepte-instel- ling wordt verplaatst. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 515
Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q512 Aanzet benaderen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benade- ren in mm/min. Bij kleine draaddiameters kunt u door een gereduceerde benaderingsaanzet het risico op gereed- schapsbreuk verminderen. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 517
9 Aan het einde van de cyclus verplaatst de besturing het gereedschap in ijlgang naar de veiligheidsafstand of – indien ingevoerd – naar de 2e veiligheidsafstand HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 518
Aanwijzingen voor het programmeren Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring) van het bewer- kingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren Als voor een van de diepteparameters 0 wordt geselecteerd, voert de besturing deze bewerkingsstap niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 519
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 521
11 Aan het einde van de cyclus verplaatst de besturing het gereedschap in ijlgang naar de veiligheidsafstand of – indien ingevoerd – naar de 2e veiligheidsafstand HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 522
Aanwijzingen voor het programmeren Positioneerregel naar het startpunt (midden van de tap) van het bewerkingsvlak met radiuscorrectie R0 programmeren. Als voor een van de diepteparameters 0 wordt geselecteerd, voert de besturing deze bewerkingsstap niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 523
–1 = tegenlopend frezen (wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats) Invoer: –1, 0, +1 Alternatief PREDEF Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 524
Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q512 Aanzet benaderen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benade- ren in mm/min. Bij kleine draaddiameters kunt u door een gereduceerde benaderingsaanzet het risico op gereed- schapsbreuk verminderen. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 525
6 Vervolgens bewerkt de besturing de bodem van de kamer van binnen naar buiten na. De bodem van de kamer wordt daarbij tangentieel benaderd HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 526
Veiligheidsafstand zo invoeren dat het gereedschap bij het verplaatsen niet klem komt te zitten door afgefreesde spanen. Denk eraan, wanneer Q224 rotatiepositie ongelijk aan 0 is, dat u uw maten van het onbewerkte werkstuk groot genoeg definieert. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 527
3: gereedschapspositie = hoek rechtsboven 4: gereedschapspositie = hoek linksboven Invoer: 0, 1, 2, 3, 4 Q207 Aanzet frezen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het frezen in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 528
De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Q204 2e veiligheidsafstand? Coördinaat spilas waarin een botsing tussen het gereed- schap en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 529
3: aanzet is in principe altijd aan de snijkant van het gereed- schap gerelateerd Invoer: 0, 1, 2, 3 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 531
Met cyclus 252 kunt u een rondkamer bewerken. Afhankelijk van de cyclusparameters zijn de volgende bewerkingsalternatieven beschikbaar: Complete bewerking: voorbewerken, nabewerken diepte, nabewerken zijkant Alleen voorbewerken Alleen nabewerken diepte en nabewerken zijkant Alleen nabewerken diepte Alleen nabewerken zijkant HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 532
9 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich tangentieel met veiligheidsafstand Q200 weg van de kamerwand, zet in ijlgang in de gereedschapsas vrij naar veilig- heidsafstand Q200 en verplaatst zich in ijlgang terug naar het midden van de kamer HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 533
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. Veiligheidsafstand zo invoeren dat het gereedschap bij het verplaatsen niet klem komt te zitten door afgefreesde spanen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 534
Wanneer u een door het midden snijdend gereedschap gebruikt, kunt u deze bewaking met de machineparameter suppressPlungeErr (Nr. 201006) uitschakelen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 535
Maat waarmee het gereedschap telkens wordt verplaatst. Waarde groter dan 0 invoeren. De waarde werkt incremen- teel. Invoer: 0...99999,9999 Q369 Overmaat voor dieptenabewerking? Overmaat voor nabewerking voor de diepte. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 536
ANGLE voor het actieve gereedschap op een andere waarde dan 0 gedefinieerd zijn. Anders komt de besturing met een foutmelding. Definieer evt. de waarde van de snijkantbreedte RCUTS in de gereedschapstabel Invoer: 0, 1 Alternatief PREDEF Pagina 538 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 538
De wand van de sleuf wordt daarbij tangentieel in de linker sleufcirkel benaderd 6 Vervolgens bewerkt de besturing de bodem van de sleuf van binnen naar buiten HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 539
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. Veiligheidsafstand zo invoeren dat het gereedschap bij het verplaatsen niet klem komt te zitten door afgefreesde spanen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 540
3: gereedschapspositie = centrum van de rechter figuurcirkel 4: gereedschapspositie = rechter uiteinde van het figuur Invoer: 0, 1, 2, 3, 4 Q207 Aanzet frezen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het frezen in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 541
De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Q204 2e veiligheidsafstand? Coördinaat spilas waarin een botsing tussen het gereed- schap en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 542
3: aanzet is in principe altijd aan de snijkant van het gereed- schap gerelateerd Invoer: 0, 1, 2, 3 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 543
Met cyclus 254 kunt u een ronde sleuf volledig bewerken. Afhankelijk van de cyclusparameters zijn de volgende bewerkingsalternatieven beschikbaar: Complete bewerking: voorbewerken, nabewerken diepte, nabewerken zijkant Alleen voorbewerken Alleen nabewerken diepte en nabewerken zijkant Alleen nabewerken diepte Alleen nabewerken zijkant HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 544
+ veiligheidsafstand in ijlgang. Tijdens de positionering in ijlgang bestaat botsingsgevaar. Eerst een voorbewerking uitvoeren Ervoor zorgen dat de besturing het gereedschap in ijlgang kan voorpositioneren, zonder tegen het werkstuk te botsen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 545
Bewerkingsomvang vastleggen: 0: voor- en nabewerken 1: alleen voorbewerken 2: alleen nabewerken Nabewerken zijkant en nabewerken diepte is alleen van toepassing indien de desbetreffende nabewerkingsovermaat (Q368, Q369) is vastgelegd Invoer: 0, 1, 2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 546
Alleen actief als Q367 = 0. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Q217 Midden 2e as? Midden van de steekcirkel in de nevenas van het bewerkings- vlak. Alleen actief als Q367 = 0. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 547
Maat waarmee het gereedschap telkens wordt verplaatst. Waarde groter dan 0 invoeren. De waarde werkt incremen- teel. Invoer: 0...99999,9999 Q369 Overmaat voor dieptenabewerking? Overmaat voor nabewerking voor de diepte. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 548
PREDEF: de besturing gebruikt de waarde uit de GLOBAL DEF-regel Invoer: 0, 1, 2 Q385 Aanzet nabewerken? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij nabewerken zijkant en diepte in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 550
7 Dit proces herhaalt zich totdat de geprogrammeerde tapdiepte is bereikt 8 Bij het cycluseinde positioneert de besturing het gereedschap uitsluitend in de gereedschapsas naar de in de cyclus gedefinieerde veilige hoogte. Eindpositie en startpositie komen dus niet met elkaar overeen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 551
Gereedschap naar de startpositie in het bewerkingsvlak voorpositioneren met radiuscorrectie R0. Houd rekening met parameter Q367 (positie). Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 552
Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Q224 Rotatiepositie? Hoek waarmee de totale bewerking wordt geroteerd. Het centrum van de rotatie ligt op de positie waar het gereed- schap bij de cyclusoproep staat. De waarde werkt absoluut. Invoer: -360.000...+360.000 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 553
Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF Q203 Coörd. werkstukoppervlakte? Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 554
Q338=0: nabewerken in een verplaatsing De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Q385 Aanzet nabewerken? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij nabewerken zijkant en diepte in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 556
7 Dit proces herhaalt zich totdat de geprogrammeerde tapdiepte is bereikt 8 Bij het cycluseinde zet het gereedschap – na tangentieel verlaten – in de gereedschapsas vrij naar de in de cyclus gedefinieerde 2e veiligheidsafstand. Eindpositie en startpositie komen niet met elkaar overeen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 557
Gereedschap naar de startpositie in het bewerkingsvlak (midden van de tap) voorpositioneren met radiuscorrectie R0. Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 558
Waarde groter dan 0 invoeren. De waarde werkt incremen- teel. Invoer: 0...99999,9999 Q206 Aanzet diepteverplaatsing? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het verplaat- sen naar diepte in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FMAX, FU, FZ HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 559
Maat waarmee het gereedschap bij de nabewerking in de spilas wordt verplaatst. Q338=0: nabewerken in een verplaatsing De waarde werkt incrementeel. Q385 Aanzet nabewerken? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij nabewerken zijkant en diepte in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 561
Diepte negatief invoeren Met machineparameter displayDepthErr (nr. 201003) instellen of de besturing bij de invoer van een positieve diepte een foutmelding af dient te geven (on) of niet (off) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 562
Verplaats hiervoor het gereedschap met radiuscorrectie R0 naar het midden van de tap. Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 563
Overmaat voor nabewerking in het bewerkingsvlak. Wanneer u hier een negatieve waarde invoert, positioneert de bestu- ring het gereedschap na het voorbewerken weer op een diameter buiten de diameter van het onbewerkte werkstuk. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 564
Coördinaat spilas waarin een botsing tussen het gereed- schap en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF Q370 Factor baanoverlapping? Q370 x gereedschapsradius levert de zijdelingse verplaat- sing k op. Invoer: 0.0001...1.9999 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 565
Q338=0: nabewerken in een verplaatsing De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Q385 Aanzet nabewerken? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij nabewerken zijkant en diepte in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 566
Strategie Q389=2: regelgewijs met overloop bewerken, zijdelingse verplaatsing bij het terugtrekken in ijlgang Strategie Q389=3: regelgewijs met overloop bewerken, zijdelingse verplaatsing bij het terugtrekken in ijlgang Strategie Q389=4: spiraalvormig van buiten naar binnen bewerken HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 567
10 Het proces herhaalt zich, totdat alle verplaatsingen zijn uitgevoerd Bij de laatste verplaatsing wordt slechts de ingevoerde nabewerkingsovermaat met de aanzet nabewerken afgefreesd. 11 Aan het einde verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX terug naar de 2e veiligheidsafstand. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 568
9 Het proces herhaalt zich, totdat alle verplaatsingen zijn uitgevoerd Bij de laatste verplaatsing wordt slechts de ingevoerde nabewerkingsovermaat met de aanzet nabewerken afgefreesd. 10 Aan het einde verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX terug naar de 2e veiligheidsafstand. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 569
De cirkelbanen bij het benaderen en verlaten van de banen zijn afhankelijk van Q220 HOEKRADIUS. De besturing berekent de verspringing uit de geprogrammeerde breedte, de gereedschapsradius, de maximale baanoverlap- pingsfactor Q370 en de zijdelingse veiligheidsafstand Q357. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 570
8 Het proces herhaalt zich, totdat alle verplaatsingen zijn uitgevoerd Bij de laatste verplaatsing wordt slechts de ingevoerde nabewerkingsovermaat met de aanzet nabewerken afgefreesd. 9 Aan het einde verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX terug naar de 2e veiligheidsafstand. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 571
Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap. Wanneer deze kleiner is dan de bewerkingsdiepte, komt de besturing met een foutmelding. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 572
Q220. Het opgegeven oppervlak wordt volledig bewerkt. Q204 2E VEILIGHEIDSAFST. zo invoeren dat een botsing met het werkstuk of met spanmiddelen uitgesloten is. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 573
Lengte van het te bewerken vlak in de nevenas van het bewerkingsvlak. Met het voorteken kunt u de richting van de eerste dwarsverplaatsing gerelateerd aan het STARTPUNT 2E AS vastleggen. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 574
(Q389=1), voert de besturing de dwarsverplaatsing met freesaanzet Q207 uit. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 578
Bij het nabewerken van de diepte verplaatst de besturing het gereedschap ook via een tangentiële cirkelbaan naar het werkstuk (bijv. spilas Z: cirkelbaan in vlak Z/X) De besturing bewerkt de contour ononderbroken meelopend of tegenlopend HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 579
Q1 t/m Q20 niet als programmaparameters worden gebruikt. Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing deze cyclus op diepte = 0 uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 580
Invoer: 0...99999,9999 Q9 Rot.richting? met de klok mee=-1 Bewerkingsrichting voor kamers Q9 = -1 tegenlopend voor kamer en eiland Q9 = +1 meelopend voor kamer en eiland Invoer: –1, 0, +1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 581
Cyclus 14 CONTOUR of SEL CONTOUR - cyclus 21 VOORBOREN heeft deze nodig om de boorpositie in het vlak te bepalen Cyclus 20 CONTOURDATA - cyclus 21 VOORBOREN heeft deze nodig om bijvoorbeeld de boordiepte en de veiligheidsafstand te bepalen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 582
Met machineparameter posAfterContPocket (nr. 201007) definieert u het gedrag na de bewerking. Wanneer u ToolAxClearanceHeight hebt geprogrammeerd, positioneer uw gereedschap dan na het cycluseinde in het vlak niet incrementeel, maar naar een absolute positie. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 584
5 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich in de gereedschapsas terug naar veilige hoogte, of naar de laatste vóór de cyclus geprogrammeerde positie. Dit gedrag is afhankelijk van machineparameter posAfterContPocket (nr. 201007). HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 585
Als de geometrische omstandigheden zodanig zijn dat er niet helixvormig kan worden ingestoken (sleuf), probeert de besturing pendelend in te steken (de pendellengte wordt dan berekend uit LCUTS en ANGLE (pendellengte = LCUTS / tan ANGLE)) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 586
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking Aanwijzing in combinatie met machineparameters Met machineparameter posAfterContPocket (nr. 201007) definieert u het gedrag na de bewerking van de contourkamer. PosBeforeMachining: terugkeren naar startpositie ToolAxClearanceHeight: gereedschapsas op veilige hoogte positioneren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 587
Invoer: 0...99999,9999 alternatief FAUTO, FU, FZ Q208 Aanzet terugtrekken? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap na de bewer- king in mm/min. Wanneer Q208=0 wordt ingevoerd, trekt de besturing het gereedschap met aanzet Q12 terug. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 589
Als tijdens de bewerking M110 actief is, wordt bij aan de binnenkant gecor- rigeerde cirkelbogen de aanzet dienovereenkomstig gereduceerd. Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap. Wanneer de LU-waarde kleiner is dan DIEPTE Q15, komt de besturing met een foutmelding. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 590
Wanneer Q208=0 wordt ingevoerd, trekt de besturing het gereedschap met aanzet Q12 terug. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF Voorbeeld 11 CYCL DEF 23 NABEWERKEN DIEPTE ~ Q11=+150 ;AANZET DIEPTEVERPL. ~ Q12=+500 ;AANZET UITRUIMEN ~ Q208=+99999 ;AANZET TERUGTREKKEN HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 591
Wanneer u de nabewerkingscyclus met de toets GOTO selecteert en het NC-programma dan start, kan het startpunt op een andere positie liggen als wanneer het NC-programma in de gedefinieerde volgorde wordt afgewerkt. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 592
Q14 + radius van het gebruikte gereedschap Aanwijzing in combinatie met machineparameters Met machineparameter posAfterContPocket (nr. 201007) definieert u het gedrag na de bewerking van de contourkamer: PosBeforeMachining: terugkeren naar startpositie. ToolAxClearanceHeight: gereedschapsas op veilige hoogte positioneren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 593
(standaardinstelling) Q438=0: Indien niet is voorgeruimd, moet het nummer van een gereedschap met radius 0 worden ingevoerd. Dat is meestal het gereedschap met nummer 0. Invoer: -1...+32767.9 Alternatief 255 tekens HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 594
Cyclus 270 is DEF-actief, d.w.z. dat cyclus 270 vanaf zijn definitie in het NC-programma actief is. Bij gebruik van cyclus 270 in het contoursubprogramma geen radiuscorrectie definiëren. Cyclus 270 vóór cyclus 25 definiëren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 595
Afstand van het hulppunt van waaruit de besturing de contour moet benaderen. Invoer: 0...99999,9999 Voorbeeld 11 CYCL DEF 270 CONTOURREEKS- DATA ~ Q390=+1 ;TYPE BENADERING ~ Q391=+1 ;RADIUS COMPENSATIE ~ Q392=+5 ;RADIUS ~ Q393=+90 ;MIDDELPUNTSHOEK ~ Q394=+0 ;AFSTAND HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 596
De freeswijze blijft zelfs behouden bij contouren worden gespiegeld Bij meerdere verplaatsingen kan de besturing het gereedschap heen en weer verplaatsen: dit verkort de bewerkingstijd Het invoeren van overmaten is mogelijk, om in meerdere stappen voor en na te bewerken HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 597
Het voorteken van de cyclusparameter Diepte legt de werkrichting vast. Wanneer diepte = 0 wordt geprogrammeerd, voert de besturing de cyclus niet uit. Wanneer u lokale Q-parameters QL in een contoursubprogramma gebruikt, moet u deze ook binnen het contoursubprogramma toewijzen of berekenen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 598
Aanzet bij verplaatsingen in het bewerkingsvlak Invoer: 0...99999,9999 alternatief FAUTO, FU, FZ Q15 Freeswijze? tegenloop = -1 +1: meelopend frezen -1: tegenlopend frezen 0: afwisselend mee- en tegenlopend frezen bij meerdere verplaatsingen Invoer: –1, 0, +1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 599
Invoer: 0...999.999 Q448 Baanverlenging? Waarde voor het verlengen van de gereedschapsbaan aan het begin en einde van een contourbereik. De besturing verlengt de gereedschapsbaan altijd parallel aan de contour. Invoer: 0...99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 601
0 BEGIN CYC275 MM 12 CYCL DEF 14 CONTOUR 13 CYCL DEF 275 CONTOURSL. WERVELFR. 14 CYCL CALL M3 50 L Z+250 R0 FMAX M2 51 LBL 10 55 LBL 0 99 END PGM CYC275 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 602
5 Als er een nabewerkingsovermaat is gedefinieerd, bewerkt de besturing de sleufwanden na, indien ingevoerd in meerdere verplaatsingen. De sleufwand wordt daarbij vanaf het vastgestelde startpunt van de APPR-regel benaderd. De besturing houdt daarbij rekening met mee- of tegenlopend HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 603
CONTOUR slechts één contour-subprogramma definiëren. In het contour-subprogramma definieert u de middellijn van de sleuf met alle beschikbare baanfuncties. Het startpunt mag zich bij een gesloten sleuf niet in een hoek van de contour bevinden. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 604
+1 = meelopend frezen –1 = tegenlopend frezen PREDEF: de besturing neemt de waarde van een GLOBAL DEF-regel over (wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats) Invoer: –1, 0, +1 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 605
2: pendelend insteken. In de gereedschapstabel moet de insteekhoek ANGLE voor het actieve gereedschap op een andere waarde dan 0 gedefinieerd zijn. Anders komt de besturing met een foutmelding Invoer: 0, 1, 2 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 607
25 CONTOURREEKS ook coördinaten van de gereedschapsas die in het contoursubprogramma zijn gedefinieerd. Daardoor kan deze cyclus driedimensionale contouren bewerken. Er wordt geadviseerd om cyclus 270 CONTOURREEKS- DATA vóór cyclus 276 AANEENGESL. CONT. 3D te programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 608
4 De vrijzetbeweging vindt plaats zoals bij cyclus 270 CONTOURREEKS- DATA is gedefinieerd 5 Dit proces herhaalt zich totdat de geprogrammeerde diepte is bereikt 6 Daarna positioneert de besturing het gereedschap naar de veilige hoogte HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 609
= 0 wordt geprogrammeerd, dan gebruikt de besturing de in het contour- subprogramma opgegeven coördinaten van de gereedschapsas. Wanneer u lokale Q-parameters QL in een contoursubprogramma gebruikt, moet u deze ook binnen het contoursubprogramma toewijzen of berekenen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 610
TOOL.T de lengte van de snijkant LCUTS en de maximale insteekhoek ANGLE van het gereedschap gedefinieerd worden. Invoer: 0...99999.9 alternatief maximaal 255 tekens HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 612
Bij het voorbewerken houdt de besturing de ingevoerde ingrijpingshoek nauwkeurig aan. U definieert de ingrijpingshoek indirect via de baanoverlapping. De baanoverlapping kan maximaal een waarde van 1,99 hebben. Dat komt overeen met een hoek van bijna 180°. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 613
Ø 10 mm. In dit geval zijn minimale inwendige radii van 5 mm mogelijk. Ook de nabewerkingscycli houden, afhankelijk van Q438, rekening met de voorbewerking, zodat bij het nabewerken de kleinste inwendige radii 10 mm bedragen. Op deze manier ontstaat geen overbelasting van de nabewerkingsfrees. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 614
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren. Cyclus 271 is DEF-actief, d.w.z. dat cyclus 271 vanaf zijn definitie in het NC- programma actief is. De in cyclus 271 ingevoerde bewerkingsinformatie geldt voor de cycli 272 tot 274. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 615
1: de eerste contour in CONTOUR DEF wordt als open begrenzing geïnterpreteerd. De volgende contour moet een eiland zijn 2: de eerste contour in CONTOUR DEF wordt als begren- zingsblok geïnterpreteerd. De volgende contour moet een kamer zijn Invoer: 0, 1, 2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 616
7 Indien er nog meer contouren aanwezig zijn, herhaalt de besturing de bewerking. De besturing verplaatst naar de volgende contour welk beginpunt het dichtst ligt bij de actuele gereedschapspositie (afhankelijk van de aanzetstrategie Q575). HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 617
Pendelend De pendelbeweging wordt als volgt bepaald: Aan het einde van de insteekbeweging voert de besturing een lineaire beweging uit om voldoende plaats te maken voor de resulterende spanen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 618
Wanneer u na een CONTOUR DEF / SEL CONTOUR deze bewerkingscyclus met Q438=-1 uitvoert, gaat de besturing ervan uit dat nog geen voorbewerking heeft plaatsgevonden. Wanneer de factor baanoverlapping Q370 is, is het raadzaam de factor Q579 ook kleiner dan 1 te programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 619
(standaardinstel- ling) 0: indien niet is voorgeruimd, moet het nummer van een gereedschap met radius 0 worden ingevoerd. Dat is meestal het gereedschap met nummer 0. Invoer: -1...+32767.9 alternatief maximaal 255 tekens HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 620
0: het toerental uit de TOOL CALL-regel wordt gebruikt >0: bij een invoer groter dan nul wordt dit toerental gebruikt Invoer: 0...99999 Q579 Factor insteektoerental? Factor waarmee de besturing het SPINDELDREHZAHL Q576 tijdens de diepteverplaatsing in het materiaal verandert. Invoer: 0.2...1.5 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 622
Als dit niet mogelijk is, kunt u ook frezen met een interne koelmiddeltoevoer. Bij gebruik van gereedschappen met een interne koelmiddeltoevoer kan de spaanafvoer slechter zijn. De levensduur van het gereedschap kan worden verkort. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 623
De besturing neemt geen waarden over in de cyclus. De OCM-snijgegevenscalculator berekent gerelateerde waarden voor deze cyclusparameters: Diepte-inst. (Q202) Baanoverlap. (Q370) Spiltoerental (Q576) Freeswijze (Q351) Wanneer u met de OCM-snijgegevenscalculator werkt, mag u deze parameters niet naderhand in de cyclus bewerken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 624
Rode rand van de invoervakjes en aanwijzingspictogram: ontbrekende of onjuiste invoer Grijze achtergrond: geen invoer mogelijk Het invoerveld van het werkstukmateriaal is grijs gemarkeerd. U kunt dit uitsluitend selecteren in de keuzelijst. Ook het gereedschap kunt u via de gereedschapstabel selecteren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 625
Programmeer- en bedieningsinstructies: Staat uw materiaal niet in de tabel, kies dan een geschikte mate- riaalgroep of een materiaal met vergelijkbare verspaningseigen- schappen De werkstukmateriaaltabel ocm.xml vindt u in de directo- ry TNC:\system\_calcprocess HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 626
Aantal snijkanten van het voorbewerkingsgereedschap Deze waarde wordt automatisch na selectie van het voorbe- werkingsgereedschap overgenomen. Invoer: 1...10 Spiraalhoek Spoedhoek van het voorbewerkingsgereedschap in ° Bij verschillende spiraalhoeken voert u de gemiddelde waarde in. Invoer: 0...80 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 627
De berekende Snijgegevens worden op deze waarden begrensd. Invoerdialoog Beschrijving Max. spiltoerental Maximaal spiltoerental in omw/min dat de machine en de opspansituatie toestaan. Invoer: 1...99999 Max. freesaanzet Maximale freesaanzet in mm/min die de machine en de opspansituatie toestaan. Invoer: 1...99999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 628
Wanneer de schuifregelaar in het rode gebied staat, gebruikt de besturing de maximaal toelaatbare waarde. Invoer: 0%...200% Verdere informatie: "Procesontwerp ", Pagina 629 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 629
De beide schuifregelaars voor mechanische en thermische belasting hebben invloed op de aan de snijkant werkende proceskrachten en -temperaturen. Hogere waarden zorgen voor een hoger tijdspaanvolume, maar ook voor een hogere belasting. Het verschuiven van de regelaars maakt verschillende procesontwerpen mogelijk. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 630
Bij een thermische overbelasting moet u de procestemperatuur reduceren. De volgende verschijnselen wijzen op een thermische overbelasting van het gereedschap: Te hoge kraterslijtage van het spanvlak Gereedschap gloeit Gesmolten snijkanten (bij zeer moeilijk te verspanen materialen, zoals titanium) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 631
Koeling controleren Bewerkingstijd te lang Evt. verhogen Eerst verhogen Te hoge spilbelasting Reduceren Te hoge axiale kracht op Reduceren Diepte-instelling reduceren spillager Gereedschap met kleinere spiraalhoek gebruiken Te hoge radiale kracht Reduceren op spillager HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 632
Bij gebruik van een baanoverlappingsfactor groter dan één kan restmateriaal achterblijven. Contour via testgrafiek controleren en evt. de baanoverlap- pingsfactor iets aanpassen. Daardoor ontstaat een andere snede-opdeling, wat vaak tot het gewenste resultaat leidt. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 633
Wanneer u het invoer- veld verlaat, voegt de besturing het aanhalingsteken boven automatisch in. -1: bij het laatst gebruikte gereedschap wordt uitgegaan van ruimgereedschap (standaardinstelling). Invoer: -1...+32767.9 alternatief maximaal 255 tekens HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 635
Wanneer de LU-waarde kleiner is dan DIEPTE Q201, komt de besturing met een foutmelding. U kunt de cyclus met een slijpgereedschap uitvoeren. Aanwijzing voor het programmeren De overmaat zijkant Q14 blijft na de nabewerking staan. Deze moet kleiner zijn dan de overmaat in cyclus 271. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 636
+1 = meelopend frezen –1 = tegenlopend frezen PREDEF: de besturing neemt de waarde van een GLOBAL DEF-regel over (wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats) Invoer: –1, 0, +1 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 638
Dit volgt uit Q353 DIEPTE GER.PUNT en de T-ANGLE. Aanwijzing voor het programmeren Wanneer de waarde van de parameter Q353 DIEPTE GER.PUNT kleiner is dan de waarde van de parameter Q359 AFKANTINGSBREEDTE, komt de besturing met een foutmelding. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 639
+1 = meelopend frezen –1 = tegenlopend frezen PREDEF: de besturing neemt de waarde van een GLOBAL DEF-regel over (wanneer u 0 invoert, vindt de bewerking meelopend plaats) Invoer: –1, 0, +1 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 640
- of heft deze spilkoppeling weer op. Bij interpolatiedraaien vindt de oriëntatie van de snijkant plaats naar het midden van een cirkel. Het rotatiemiddelpunt duidt u in de cyclus met de coördinaten Q216 en Q217 aan. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 641
Na de definitie van cyclus 291 en CYCL CALL programmeert u uw gewenste bewerking. Om de cirkelvormige beweging van de lineaire assen te beschrijven, gebruikt u bijv. lineaire/poolregels. Verdere informatie: "Voorbeeld interpolatiedraaien cyclus 291", Pagina 691 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 642
De besturing wacht totdat de spiloriëntatie is afgesloten. Wanneer -1 is ingevoerd, voert de besturing de spiloriëntatie uit. Als 0 is ingevoerd, vindt er geen actie plaats. In geen geval wordt van tevoren een M5 uitgegeven. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 643
(toolturn.trn) wordt als een radius R van een freesgereed- schapstabel geïnterpreteerd. Daarmee kunt u bij de program- mering van uw contour een radiuscorrectie RR of RL gebrui- ken. Deze wijze van programmering wordt geadviseerd. Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 644
Deze mogelijkheden worden hieronder beschreven: Draaigereedschap in gereedschapstabel (tool.t) als freesgereedschap definiëren Freesgereedschap in gereedschapstabel (tool.t) als freesgereedschap definiëren (om het vervolgens als draaigereedschap te gebruiken) Draaigereedschap in de gereedschapstabel (toolturn.trn) definiëren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 645
(TO in de draaigereed- schapstabel), de oriëntatiehoek (ORI in de draaigereedschapstabel), de parameter Q336 en de parameter Q561. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 646
Interpolatiedraaien, buiten ORI + Q336 Interpolatiedraaien, binnen ORI + Q336 + 180 Interpolatiedraaien, buiten ORI + Q336 + 180 Interpolatiedraaien, binnen ORI + Q336 Interpolatiedraaien, buiten ORI + Q336 Interpolatiedraaien, binnen ORI + Q336 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 647
Q560=1 kunt u de contour roteren, de oriëntatie van een snijkant vindt naar het midden van een cirkel plaats. Voert u Q560=0 in, dan kunt u de contour frezen, daarbij wordt de spil niet geroteerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 648
3 De besturing positioneert het gereedschap naar de contourstartradius Q491 en houdt daarbij rekening met de bewerkingswijze Buiten/binnen Q529 en de zijdelingse veiligheidsafstand Q357. De beschreven contour wordt niet automatisch met een veiligheidsafstand verlengd. Deze moet in het subprogramma worden geprogrammeerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 649
In parameter Q449 AANZET programmeert u de aanzet op de startradius. Zorg ervoor dat de aanzet in de statusweergave aan TCP gerelateerd is en van Q449 kan afwijken. De besturing berekent de aanzet in de statusweergave als volgt. Buitenbewerking Q529=1 Binnenbewerking Q529=0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 650
De besturing wacht totdat de spiloriëntatie is afgesloten. Wanneer -1 is ingevoerd, voert de besturing de spiloriëntatie uit. Als 0 is ingevoerd, vindt er geen actie plaats. In geen geval wordt van tevoren een M5 uitgegeven. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 651
Q529=1: aanzet van de middelpuntsbaan van het gereed- schap wordt bij binnenbewerking verkleind. Q529=0: aanzet van de middelpuntsbaan van het gereed- schap wordt bij buitenbewerking verhoogd. Invoer: 1...99999 alternatief FAUTO HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 653
– Ofwel monotoon stijgende radiale en axiale coördinaten, bijv. 1-5 programmeren – Ofwel monotoon dalende radiale en axiale coördinaten, bijv. 5-1 programmeren – Programmeer de binnencontouren met een radius groter dan de gereed- schapsradius. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 654
– Ofwel monotoon stijgende radiale en monotoon dalende axiale coördinaten, bijv. 1-5 programmeren – Ofwel monotoon dalende radiale en monotoon stijgende axiale coördinaten, bijv. 5-1 programmeren – Programmeer de buitencontouren met een radius groter dan 0. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 655
De gereedschapshouder wordt niet bewaakt. Indien de rotatiediameter op basis van de gereedschapshouder groter is dan via de snijkant, bestaat er botsingsgevaar. Gereedschapshouder zo kiezen, dat de rotatiediameter niet groter is dan via de snijkant HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 656
TYPE: ROUGH, met de bewerkingsrichtingen TO: 2 tot 6 TYPE: FINISH, met de bewerkingsrichtingen TO: 2 tot 6 TYPE: BUTTON, met de bewerkingsrichtingen TO: 2 tot 6 TYPE: RECESS TYPE: RECTURN TYPE: THREAD HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 657
De te graveren tekst kunt u ook via stringvariabelen (QS) doorgeven. Met parameter Q374 kan de rotatiepositie van de letters worden beïnvloed. Als Q374=0° tot 180°: de schrijfrichting is van links naar rechts. Als Q374 groter dan 180° is: de schrijfrichting wordt omgekeerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 658
Invoer: 0...99999,9999 Q207 Aanzet frezen? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het frezen in mm/min Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU, FZ Q201 Diepte? Afstand tussen werkstukoppervlak en graveerplaats. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 659
5 = middenboven 6 = linksboven 6 = linksboven 7 = linksmidden 7 = linksmidden 8 = midden van tekst 8 = midden van tekst 9 = rechtsmidden 9 = rechtsmidden Invoer: 0...9 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 661
\ plaatsen. U hebt de volgende mogelijkheden: Invoer Teken return horizontale tab (tabbreedte is vast op 8 tekens ingesteld) verticale tab (tabbreedte is vast op één regel ingesteld) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 662
%time13 h:mm:ss %time14 h:mm %time15 Kalenderweek volgens ISO 8601 %time99 De volgende eigenschappen: Heeft zeven dagen Begint op een maandag Wordt doorlopend genummerd De eerste kalenderweek bevat de eerste donderdag van het jaar HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 663
Strategie Q389=1: volgens gebogen lijnen bewerken, zijdelingse verplaatsing langs de rand van het te bewerken vlak Strategie Q389=2: regel voor regel bewerken, terugtrekken en zijdelingse verplaatsing met de positioneeraanzet HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 664
8 Het proces herhaalt zich, totdat alle verplaatsingen zijn uitgevoerd Bij de laatste verplaatsing wordt slechts de ingevoerde nabewerkingsovermaat met de aanzet nabewerken afgefreesd 9 Aan het einde verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX terug naar de 2e veiligheidsafstand HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 665
8 Het proces herhaalt zich, totdat alle verplaatsingen zijn uitgevoerd Bij de laatste verplaatsing wordt slechts de ingevoerde nabewerkingsovermaat met de aanzet nabewerken afgefreesd 9 Aan het einde verplaatst de besturing het gereedschap met FMAX terug naar de 2e veiligheidsafstand HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 666
(diepte = 0 geprogrammeerd). Programmeer Q227 groter dan Q386. Anders komt de besturing met een foutmelding. Q204 2E VEILIGHEIDSAFST. zo invoeren dat een botsing met het werkstuk of met spanmiddelen uitgesloten is. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 667
Lengte van het te bewerken vlak in de nevenas van het bewerkingsvlak. Met het voorteken kunt u de richting van de eerste dwarsverplaatsing gerelateerd aan het STARTPUNT 2E AS vastleggen. De waarde werkt incrementeel. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 668
Afstand tussen gereedschapspunt en startpositie in de gereedschapsas. Als u met bewerkingsstrategie Q389=2 freest, benadert de besturing op veiligheidsafstand boven de actuele diepte-instelling het startpunt van de volgende regel. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 670
Programmeer vóór de cyclusstart een spilstop (bijv. Met M5). De besturing schakelt de spil dan bij de cyclusstart automatisch in en aan het einde weer uit. Het voorteken van de cyclusparameter Draaddiepte legt de werkrichting vast. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 683
30 L Y+100 31 L X+70 32 L Y+70 33 RND R5 34 L X+30 35 RND R5 36 L Y+100 37 L X+0 38 L Y+0 39 LBL 0 40 END PGM OCM_POCKET MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 693
Q561=+0 ;DRAAI-GS OMZETTEN ; cyclus oproepen 42 CYCL CALL ; nieuwe TOOL CALL om de omzetting van parameter 43 TOOL CALL 11 Q561 terug te zetten 44 M30 45 END PGM 5 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 694
9 L Z+50 R0 FMAX M3 ; in het bewerkingsvlak naar rotatiemiddelpunt 10 L X+0 Y+0 R0 FMAX M99 voorpositioneren, cyclusoproep ; einde programma 11 M30 ; LBL1 bevat de contour 12 LBL 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 695
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking 13 L Z+2 X+15 14 L Z-5 15 L Z-7 X+19 16 RND R3 17 L Z-15 18 RND R2 19 L X+27 20 LBL 0 21 END PGM 6 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 696
DR. PARALLEL CONTOUR (optie #50) Pagina 736 CALL- actief Langsdraaien van willekeurige draaicontouren Verspanen gebeurt contourparallel Vlakdraaicycli Cyclus Oproep Verdere informatie UITSTEEKS. DWARS (optie #50) Pagina 740 CALL- actief Vlakdraaien van rechthoekige uitsteeksels HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 697
ST.DR. CONT. RAD. (optie #50) Pagina 781 CALL- actief Steekdraaien van sleuven met willekeurige vorm in lengterichting ST.DR. CONT. AXIAAL (optie #50) Pagina 786 CALL- actief Steekdraaien van sleuven met willekeurige vorm in dwarsrichting Ronding aan contourhoeken HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 698
CALL- actief Schroefdraad met een willekeurige vorm langs- of vlakdraaien Definitie van een aanloopbaan en overloopbaan Uitgebreide draaicycli Cyclus Oproep Verdere informatie DRAAIEN SIMULTAAN VOORBEWERKEN (optie #50 Pagina 838 CALL- en #158) actief HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 699
Draairichting van de draaispil, bijv. M303 Selectie toerental of snijsnelheid FUNCTION TURNDATA SPIN Als u aanzetten per omwenteling mm/omw gebruikt, M136 Gereedschapspositionering naar geschikt startpunt, bijv. L X+130 Y+0 R0 FMAX Aanpassing van het coördinatensysteem en gereedschap uitlijnen CYCL DEF 800 DRAAISYST. AANPASSEN. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 700
Als de assen van de rotatiespil en freesspil niet parallel zijn uitgelijnd, zijn er slechts twee precessiehoeken zinvol voor de bewerking. De besturing selecteert de hoek die het dichtst bij de invoerwaarde Q497 ligt. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 701
Koppeling en ontkoppeling alleen bij een stilstaande rotatiespil uitvoeren AANWIJZING Let op: botsingsgevaar! Bij excentrisch draaien is de botsingsbewaking DCM niet actief. De besturing toont tijdens excentrisch draaien een desbetreffende waarschuwingsmelding. Let op mogelijke botsingen HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 702
De spiegeling van de gereedschapsgegevens (Q498 GEREEDSCHAP OMKEREN) wordt door een gereedschapsoproep TOOL CALL teruggezet. De functie EXCENTRISCH DRAAIEN Q535 wordt aan het programma-einde of door het programma af te breken (interne stop) teruggezet. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 703
Wanneer andere rotatie-assen naar een bepaalde positie moeten worden verplaatst, moet deze assen vóór de uitvoering van cyclus 800 over- eenkomstig worden gepositioneerd. Verdere informatie: "Rekening houden met rotatie-assen voor de bewerking met M138", Pagina 1289 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 704
Wanneer u in parameter Q530 Schuine bewerking de instellingen 1: MOVE, 2: TURN en 3: STAY gebruikt, activeert de besturing (afhankelijk van de machine- configuratie) de functie M144 of TCPM Verdere informatie: "Draaibewerking (optie #50)", Pagina 216 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 705
-1: oplossing in het bereik tussen 0° en -179,9999° +1: oplossing in het bereik tussen 0° en +180° -2: oplossing in het bereik tussen -90° en -179,9999° +2: oplossing tussen +90° en +180° Invoer: -2, -1, 0, +1, +2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 707
PGM CALL. U definieert de macro als NC-programma met het bestandstype *.h. HEIDENHAIN adviseert om in de macro QL-parameters te gebruiken. QL- parameters zijn uitsluitend lokaal voor een NC-programma. Wanneer u in de macro andere soorten variabelen gebruikt, kunnen wijzigingen ook van invloed zijn op het oproepende NC-programma.
Pagina 708
800 programmeert u cyclus 801. Daardoor wordt ook de door de cyclus ingestelde toerentalbegrenzing teruggezet. Vervolgens werkt de toerentalbe- grenzing weer die u vóór de cyclusoproep met FUNCTION TURNDATA SMAX hebt geprogrammeerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 709
NC-programma afgebroken. Wanneer de max. onbalans niet wordt overschreden, werkt de besturing het NC-programma zonder onderbreking af. Deze functie beschermt de mechanische componenten van uw machine. U kunt reageren wanneer er een te grote onbalans wordt geconstateerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 710
ONBALANS METEN te gebruiken. Met deze cyclus bepaalt de besturing de onbalans en berekent het gewicht en de positie van een compensatiegewicht. Verdere informatie: "Onbalans in draaimodus", Pagina 226 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 711
(bijv. 25 tpm) verhoogd. Het toerental wordt verhoogd, totdat het in parameter Q451 gedefinieerde toerental is bereikt. Spil-override is niet actief. Invoer: 0...99999 Voorbeeld 11 CYCL DEF 892 ONBALANS CONTROLEREN ~ Q450=+0 ;MAXIMALE UITSLAG ~ Q451=+50 ;TOERENTAL HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 712
Positioneer het gereedschap zo, dat het startpunt kan worden benaderd zonder dat de contour beschadigd raakt Als het gereedschap zich buiten de omhullende contour bevindt, wordt er in ijlgang naar de omhullende contour gepositioneerd en binnen de omhullende contour met geprogrammeerde aanzet. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 713
Wanneer het gereedschap binnen de te bewerken contour staat, voert de cyclus een bewerking aan de binnenzijde uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 714
Houd ook rekening met de basisprincipes van de verspaningscycli. Verdere informatie: "Basisprincipes van de verspaningscycli", Pagina 712 Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar de startpositie met radius- correctie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 715
Invoer: 0...99.999 Q505 Aanzet nabewerken? Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 717
4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het begin van de snede. 5 De besturing herhaalt dit proces (1 t/m 4) totdat de contour gereed is. 6 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 718
Houd ook rekening met de basisprincipes van de verspaningscycli. Verdere informatie: "Basisprincipes van de verspaningscycli", Pagina 712 Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar de startpositie met radius- correctie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 719
Q502 Grootte van het startelement? Grootte van het startelement (afkantingsgedeelte) Invoer: 0...999.999 Q500 Radius van de contourhoek? Radius van de contourbinnenhoek. Als er geen radius is opgegeven, ontstaat de radius van de snijplaat. Invoer: 0...999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 720
Q506 Contourafronding (0/1/2)? 0: na elke snede langs de contour (binnen het aanzetbereik) 1: contourafronding na de laatste snede (totale contour); vrijzetten rond 45° 2: geen contourafronding; vrijzetten rond 45° Invoer: 0, 1, 2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 722
Q505. 3 De besturing trekt het gereedschap met de gedefinieerde aanzet met de veilig- heidsafstand terug. 4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 723
Houd ook rekening met de basisprincipes van de verspaningscycli. Verdere informatie: "Basisprincipes van de verspaningscycli", Pagina 712 Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar een veilige positie met radiuscorrectie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 724
M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q483 Overmaat diameter? Diameterovermaat op de gedefinieerde contour. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 726
4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het begin van de snede. 5 De besturing herhaalt dit proces (1 t/m 4) totdat de contour gereed is. 6 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 727
Houd ook rekening met de basisprincipes van de verspaningscycli. Verdere informatie: "Basisprincipes van de verspaningscycli", Pagina 712 Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar een veilige positie met radiuscorrectie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 728
Q502 Grootte van het startelement? Grootte van het startelement (afkantingsgedeelte) Invoer: 0...999.999 Q500 Radius van de contourhoek? Radius van de contourbinnenhoek. Als er geen radius is opgegeven, ontstaat de radius van de snijplaat. Invoer: 0...999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 729
Q506 Contourafronding (0/1/2)? 0: na elke snede langs de contour (binnen het aanzetbereik) 1: contourafronding na de laatste snede (totale contour); vrijzetten rond 45° 2: geen contourafronding; vrijzetten rond 45° Invoer: 0, 1, 2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 731
4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het begin van de snede. 5 De besturing herhaalt dit proces (1 t/m 4) totdat de contour gereed is. 6 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 732
Banen voor het benaderen en verlaten kunnen voorbij de snijbegrenzing gaan. De gereedschapspositie vóór de cyclusoproep beïnvloedt de uitvoering van de snijkantbegrenzing. De TNC7 verspaant het materiaal aan de zijde van de snijbegrenzing waar het gereedschap zich vóór de cyclusoproep bevindt.
Pagina 733
Invoer: 0...99.999 Q505 Aanzet nabewerken? Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 734
0: na elke snede langs de contour (binnen het aanzetbereik) Ø Q483 1: contourafronding na de laatste snede (totale contour); vrijzetten rond 45° 2: geen contourafronding; vrijzetten rond 45° Invoer: 0, 1, 2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 735
19 L Z-10 20 RND R5 21 L X+40 Z-35 22 RND R5 23 L X+50 Z-40 24 L Z-55 25 CC X+60 Z-55 26 C X+60 Z-60 27 L X+100 28 LBL 0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 736
4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het begin van de snede. 5 De besturing herhaalt dit proces (1 t/m 4) totdat de contour gereed is. 6 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 737
Voorafgaand aan de cyclusoproep moet u cyclus 14 CONTOUR of SEL CONTOUR programmeren om de subprogramma's te definiëren. Wanneer u lokale Q-parameters QL in een contoursubprogramma gebruikt, moet u deze ook binnen het contoursubprogramma toewijzen of berekenen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 738
Invoer: 0...99.999 Q478 Aanzet voorbewerken? Aanzetsnelheid bij de voorbewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 740
Q505. 4 De besturing trekt het gereedschap met de gedefinieerde aanzet met de veilig- heidsafstand terug. 5 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 741
Houd ook rekening met de basisprincipes van de verspaningscycli. Verdere informatie: "Basisprincipes van de verspaningscycli", Pagina 712 Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar de startpositie met radius- correctie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 742
Invoer: 0...99.999 Q505 Aanzet nabewerken? Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 744
Q505. 3 De besturing trekt het gereedschap met de gedefinieerde aanzet met de veilig- heidsafstand terug. 4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 745
Houd ook rekening met de basisprincipes van de verspaningscycli. Verdere informatie: "Basisprincipes van de verspaningscycli", Pagina 712 Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar de startpositie met radius- correctie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 746
Q502 Grootte van het startelement? Grootte van het startelement (afkantingsgedeelte) Invoer: 0...999.999 Q500 Radius van de contourhoek? Radius van de contourbinnenhoek. Als er geen radius is opgegeven, ontstaat de radius van de snijplaat. Invoer: 0...999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 747
Q506 Contourafronding (0/1/2)? 0: na elke snede langs de contour (binnen het aanzetbereik) 1: contourafronding na de laatste snede (totale contour); vrijzetten rond 45° 2: geen contourafronding; vrijzetten rond 45° Invoer: 0, 1, 2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 748
Q491 groter is dan de einddiameter Q493, voert de cyclus een bewerking aan de buitenzijde uit. Als de startdiameter Q491 kleiner is dan de einddiameter Q493, voert de cyclus een bewerking aan de binnenzijde uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 749
Houd ook rekening met de basisprincipes van de verspaningscycli. Verdere informatie: "Basisprincipes van de verspaningscycli", Pagina 712 Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar een veilige positie met radiuscorrectie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 750
M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q483 Overmaat diameter? Diameterovermaat op de gedefinieerde contour. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 752
4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het begin van de snede. 5 De besturing herhaalt dit proces (1 t/m 4) totdat de contour gereed is. 6 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 753
Houd ook rekening met de basisprincipes van de verspaningscycli. Verdere informatie: "Basisprincipes van de verspaningscycli", Pagina 712 Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar een veilige positie met radiuscorrectie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 754
Q502 Grootte van het startelement? Grootte van het startelement (afkantingsgedeelte) Invoer: 0...999.999 Q500 Radius van de contourhoek? Radius van de contourbinnenhoek. Als er geen radius is opgegeven, ontstaat de radius van de snijplaat. Invoer: 0...999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 755
Q506 Contourafronding (0/1/2)? 0: na elke snede langs de contour (binnen het aanzetbereik) 1: contourafronding na de laatste snede (totale contour); vrijzetten rond 45° 2: geen contourafronding; vrijzetten rond 45° Invoer: 0, 1, 2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 756
Als het startpunt van de contour kleiner is dan het eindpunt, voert de cyclus een bewerking aan de binnenzijde uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 757
Q505. 3 De besturing trekt het gereedschap met de gedefinieerde aanzet met de veilig- heidsafstand terug. 4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 758
Banen voor het benaderen en verlaten kunnen voorbij de snijbegrenzing gaan. De gereedschapspositie vóór de cyclusoproep beïnvloedt de uitvoering van de snijkantbegrenzing. De TNC7 verspaant het materiaal aan de zijde van de snijbegrenzing waar het gereedschap zich vóór de cyclusoproep bevindt.
Pagina 759
Invoer: 0...99.999 Q505 Aanzet nabewerken? Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 760
Q506 Contourafronding (0/1/2)? 0: na elke snede langs de contour (binnen het aanzetbereik) 1: contourafronding na de laatste snede (totale contour); vrijzetten rond 45° 2: geen contourafronding; vrijzetten rond 45° Invoer: 0, 1, 2 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 761
14 L X+75 Y+0 Z+2 FMAX M303 15 CYCL CALL 16 M30 17 LBL 2 18 L X+75 Z-20 19 L X+50 20 RND R2 21 L X+20 Z-25 22 RND R2 23 L Z+0 24 LBL 0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 762
6 De besturing herhaalt dit proces (2 t/m 4) totdat de sleufdiepte is bereikt. 7 De besturing positioneert het gereedschap terug naar veiligheidsafstand en voert aan beide zijwanden een steekbeweging uit. 8 De besturing verplaatst het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 763
Er volgt een aanwijzing en een automatische verlaging van de diepte-instelling. Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar de startpositie met radius- correctie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 764
M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q463 Maximale snijdiepte? Maximale aanzet (opgave van de radius) in radiale richting. De verplaatsing wordt gelijkmatig opgedeeld om slijpsnedes te voorkomen. Invoer: 0...99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 766
Q491 groter is dan de einddiameter Q493, voert de cyclus een bewerking aan de buitenzijde uit. Als de startdiameter Q491 kleiner is dan de einddiameter Q493, voert de cyclus een bewerking aan de binnenzijde uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 767
5 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang naar de tweede sleufzijde. 6 De besturing bewerkt de zijwand van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet Q505. 7 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 768
Er volgt een aanwijzing en een automatische verlaging van de diepte-instelling. Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar de startpositie met radius- correctie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 769
Q502 Grootte van het startelement? Grootte van het startelement (afkantingsgedeelte) Invoer: 0...999.999 Q500 Radius van de contourhoek? Radius van de contourbinnenhoek. Als er geen radius is opgegeven, ontstaat de radius van de snijplaat. Invoer: 0...999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 770
De verplaatsing wordt gelijkmatig opgedeeld om slijpsnedes te voorkomen. Ø Q491 Invoer: 0...99.999 Q507 Richting (0=bidir. / 1=unidir.)? Ø Q493 Q492 Verspaningsrichting: 0: birectioneel (in beide richtingen) 1: in één richting (in contourrichting) Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 772
6 De besturing herhaalt dit proces (2 t/m 4) totdat de sleufdiepte is bereikt. 7 De besturing positioneert het gereedschap terug naar veiligheidsafstand en voert aan beide zijwanden een steekbeweging uit. 8 De besturing verplaatst het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 773
Er volgt een aanwijzing en een automatische verlaging van de diepte-instelling. Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar de startpositie met radius- correctie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 774
M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q463 Maximale snijdiepte? Maximale aanzet (opgave van de radius) in radiale richting. De verplaatsing wordt gelijkmatig opgedeeld om slijpsnedes te voorkomen. Invoer: 0...99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 776
6 De besturing herhaalt dit proces (2 t/m 4) totdat de sleufdiepte is bereikt. 7 De besturing positioneert het gereedschap terug naar veiligheidsafstand en voert aan beide zijwanden een steekbeweging uit. 8 De besturing verplaatst het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 777
Er volgt een aanwijzing en een automatische verlaging van de diepte-instelling. Aanwijzing voor het programmeren Positioneerregel vóór het oproepen van de cyclus naar de startpositie met radius- correctie R0 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 778
Q502 Grootte van het startelement? Grootte van het startelement (afkantingsgedeelte) Invoer: 0...999.999 Q500 Radius van de contourhoek? Radius van de contourbinnenhoek. Als er geen radius is opgegeven, ontstaat de radius van de snijplaat. Invoer: 0...999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 779
De verplaatsing wordt gelijkmatig opgedeeld om slijpsnedes te voorkomen. Ø Q491 Q463 Invoer: 0...99.999 Q507 Richting (0=bidir. / 1=unidir.)? Ø Q493 Verspaningsrichting: 0: birectioneel (in beide richtingen) 1: in één richting (in contourrichting) Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 781
2 De besturing bewerkt de zijwanden van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet Q505. 3 De besturing bewerkt de bodem van de sleuf na met de gedefinieerde aanzet. 4 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 782
Banen voor het benaderen en verlaten kunnen voorbij de snijbegrenzing gaan. De gereedschapspositie vóór de cyclusoproep beïnvloedt de uitvoering van de snijkantbegrenzing. De TNC7 verspaant het materiaal aan de zijde van de snijbegrenzing waar het gereedschap zich vóór de cyclusoproep bevindt.
Pagina 783
Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q479 Bewerkingsgrenzen (0/1)? Snijkantbegrenzing inschakelen: 0: geen snijkantbegrenzing actief 1: snijkantbegrenzing (Q480/Q482) Invoer: 0, 1 Q480 Waarde diameterbegrenzing? X-waarde voor begrenzing van de contour (opgave van diameter) Invoer: -99999.999...+99999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 784
"kantelt" de snijkant bij de bewerking. De aanzetfout die daardoor ontstaat, kan worden gecorrigeerd met de diepte- correctie. Invoer: –9,9999...+9,9999 Q499 Contour omkeren (0=nee/1=ja)? Bewerkingsrichting: 0: bewerking in contourrichting 1: bewerking tegengesteld aan de contourrichting Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 786
7 De besturing herhaalt dit proces (2 t/m 4) totdat de sleufdiepte is bereikt. 8 De besturing positioneert het gereedschap terug naar veiligheidsafstand en voert aan beide zijwanden een steekbeweging uit. 9 De besturing verplaatst het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 787
Voorafgaand aan de cyclusoproep moet u cyclus 14 CONTOUR of SEL CONTOUR programmeren om de subprogramma's te definiëren. Wanneer u lokale Q-parameters QL in een contoursubprogramma gebruikt, moet u deze ook binnen het contoursubprogramma toewijzen of berekenen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 788
Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q479 Bewerkingsgrenzen (0/1)? Snijkantbegrenzing inschakelen: 0: geen snijkantbegrenzing actief 1: snijkantbegrenzing (Q480/Q482) Invoer: 0, 1 Q480 Waarde diameterbegrenzing? X-waarde voor begrenzing van de contour (opgave van diameter) Invoer: -99999.999...+99999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 789
"kantelt" de snijkant bij de bewerking. De aanzetfout die daardoor ontstaat, kan worden gecorrigeerd met de diepte- correctie. Invoer: –9,9999...+9,9999 Q499 Contour omkeren (0=nee/1=ja)? Bewerkingsrichting: 0: bewerking in contourrichting 1: bewerking tegengesteld aan de contourrichting Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 790
14 L X+75 Y+0 Z+2 R0 FMAX M303 15 CYCL CALL 16 M30 17 LBL 2 18 L X+60 Z+0 19 L Z-10 20 RND R5 21 L X+40 Y-15 22 L Z+0 23 LBL 0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 791
5 De besturing trekt het gereedschap na elke snede in ijlgang terug 6 De besturing herhaalt stap 4 en 5 totdat alle kamruggen zijn opgeruwd 7 Vervolgens positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang terug naar het cyclusstartpunt HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 792
DCW in de grafische weergave actief is, is een via FUNCTION TURNDATA CORR TCS geprogrammeerde DCW niet zichtbaar. Als kamersteken actief is (Q562 = 1) en de waarde Q462 TERUGTREKMODUS ongelijk is aan 0, geeft de besturing een foutmelding. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 793
Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q463 Begrenzing diepte-instelling? Max. steekdiepte per snede Invoer: 0...99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 794
Vervolgens vindt de bewerking van de resterende kammen plaats. Deze worden na elkaar gestoken. Dit leidt tot een centrale spaanafvoer, het risico op inklemming van de spanen wordt aanzienlijk minder Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 795
Q491 groter is dan de einddiameter Q493, voert de cyclus een bewerking aan de buitenzijde uit. Als de startdiameter Q491 kleiner is dan de einddiameter Q493, voert de cyclus een bewerking aan de binnenzijde uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 796
8 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. Instructies Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE TURN uitvoeren. De gereedschapspositie bij de cyclusoproep bepaalt de grootte van het te verspanen gedeelte (startpunt van de cyclus). HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 797
DCW in de grafische weergave actief is, is een via FUNCTION TURNDATA CORR TCS geprogrammeerde DCW niet zichtbaar. Als kamersteken actief is (Q562 = 1) en de waarde Q462 TERUGTREKMODUS ongelijk is aan 0, geeft de besturing een foutmelding. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 798
Q502 Grootte van het startelement? Grootte van het startelement (afkantingsgedeelte) Invoer: 0...999.999 Q500 Radius van de contourhoek? Radius van de contourbinnenhoek. Als er geen radius is opgegeven, ontstaat de radius van de snijplaat. Invoer: 0...999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 799
Met de factor Q510 kan de zijdelingse verplaatsing van het Ø Q493 gereedschap bij het voorbewerken worden beïnvloed. Q510 wordt met de breedte CUTWIDTH van het gereedschap Q492 vermenigvuldigd. Dit levert de zijdelingse verplaatsing "k" op. Invoer: 0.001...1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 800
Vervolgens vindt de bewerking van de resterende kammen plaats. Deze worden na elkaar gestoken. Dit leidt tot een centrale spaanafvoer, het risico op inklemming van de spanen wordt aanzienlijk minder Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 801
Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden. Met deze cyclus kunt u axiaal insteken in rechthoekige sleuven (dwarssteken). U kunt de cyclus naar keuze gebruiken voor voorbewerking, nabewerking of complete bewerking. Bij de voorbewerking wordt er asparallel verspaand. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 802
8 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. Instructies Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE TURN uitvoeren. De gereedschapspositie bij de cyclusoproep bepaalt de grootte van het te verspanen gedeelte (startpunt van de cyclus). HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 803
DCW in de grafische weergave actief is, is een via FUNCTION TURNDATA CORR TCS geprogrammeerde DCW niet zichtbaar. Als kamersteken actief is (Q562 = 1) en de waarde Q462 TERUGTREKMODUS ongelijk is aan 0, geeft de besturing een foutmelding. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 804
Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO Q463 Begrenzing diepte-instelling? Max. steekdiepte per snede Invoer: 0...99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 805
Vervolgens vindt de bewerking van de resterende kammen plaats. Deze worden na elkaar gestoken. Dit leidt tot een centrale spaanafvoer, het risico op inklemming van de spanen wordt aanzienlijk minder Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 807
5 De besturing trekt het gereedschap na elke snede in ijlgang terug 6 De besturing herhaalt stap 4 en 5 totdat alle kamruggen zijn opgeruwd 7 Vervolgens positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang terug naar het cyclusstartpunt HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 808
DCW in de grafische weergave actief is, is een via FUNCTION TURNDATA CORR TCS geprogrammeerde DCW niet zichtbaar. Als kamersteken actief is (Q562 = 1) en de waarde Q462 TERUGTREKMODUS ongelijk is aan 0, geeft de besturing een foutmelding. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 809
Q502 Grootte van het startelement? Grootte van het startelement (afkantingsgedeelte) Invoer: 0...999.999 Q500 Radius van de contourhoek? Radius van de contourbinnenhoek. Als er geen radius is opgegeven, ontstaat de radius van de snijplaat. Invoer: 0...999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 810
Met de factor Q510 kan de zijdelingse verplaatsing van het gereedschap bij het voorbewerken worden beïnvloed. Q510 Ø Q493 wordt met de breedte CUTWIDTH van het gereedschap vermenigvuldigd. Dit levert de zijdelingse verplaatsing "k" op. Invoer: 0.001...1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 811
Vervolgens vindt de bewerking van de resterende kammen plaats. Deze worden na elkaar gestoken. Dit leidt tot een centrale spaanafvoer, het risico op inklemming van de spanen wordt aanzienlijk minder Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 813
5 De besturing trekt het gereedschap na elke snede in ijlgang terug 6 De besturing herhaalt stap 4 en 5 totdat alle kamruggen zijn opgeruwd 7 Vervolgens positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang terug naar het cyclusstartpunt HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 814
Banen voor het benaderen en verlaten kunnen voorbij de snijbegrenzing gaan. De gereedschapspositie vóór de cyclusoproep beïnvloedt de uitvoering van de snijkantbegrenzing. De TNC7 verspaant het materiaal aan de zijde van de snijbegrenzing waar het gereedschap zich vóór de cyclusoproep bevindt.
Pagina 815
0: geen snijkantbegrenzing actief 1: snijkantbegrenzing (Q480/Q482) Invoer: 0, 1 Q480 Waarde diameterbegrenzing? X-waarde voor begrenzing van de contour (opgave van diameter) Invoer: -99999.999...+99999.999 Q482 Waarde snijkantbegrenzing Z? Z-waarde voor begrenzing van de contour Invoer: -99999.999...+99999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 816
Vervolgens vindt de bewerking van de resterende kammen plaats. Deze worden na elkaar gestoken. Dit leidt tot een centrale spaanafvoer, het risico op inklemming van de spanen wordt aanzienlijk minder Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 817
14 L X+75 Y+0 Z+2 R0 FMAX M303 15 CYCL CALL 16 M30 17 LBL 2 18 L X+60 Z-20 19 L X+45 20 RND R2 21 L X+40 Y-25 22 L Z+0 23 LBL 0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 818
5 De besturing trekt het gereedschap na elke snede in ijlgang terug 6 De besturing herhaalt stap 4 en 5 totdat alle kamruggen zijn opgeruwd 7 Vervolgens positioneert de besturing het gereedschap in ijlgang terug naar het cyclusstartpunt HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 819
Banen voor het benaderen en verlaten kunnen voorbij de snijbegrenzing gaan. De gereedschapspositie vóór de cyclusoproep beïnvloedt de uitvoering van de snijkantbegrenzing. De TNC7 verspaant het materiaal aan de zijde van de snijbegrenzing waar het gereedschap zich vóór de cyclusoproep bevindt.
Pagina 820
Q480 Waarde diameterbegrenzing? X-waarde voor begrenzing van de contour (opgave van diameter) Invoer: -99999.999...+99999.999 Q482 Waarde snijkantbegrenzing Z? Z-waarde voor begrenzing van de contour Invoer: -99999.999...+99999.999 Q463 Begrenzing diepte-instelling? Max. steekdiepte per snede Invoer: 0...99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 821
Vervolgens vindt de bewerking van de resterende kammen plaats. Deze worden na elkaar gestoken. Dit leidt tot een centrale spaanafvoer, het risico op inklemming van de spanen wordt aanzienlijk minder Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 822
14 L X+75 Y+0 Z+2 R0 FMAX M303 15 CYCL CALL 16 M30 17 LBL 2 18 L X+60 Z+0 19 L Z-10 20 RND R5 21 L X+40 Y-15 22 L Z+0 23 LBL 0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 823
9 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. Tijdens de uitvoering van een draadsnijgang werkt de draaiknop voor de aanzet-override niet. De draaiknop voor de toerental-override is nog beperkt actief. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 824
De besturing gebruikt de spoed als overloopbaan. De overloopbaan moet voldoende lang zijn, opdat de snelheid van de aanzetassen kan worden vertraagd. Als de AANZETMETHODE Q468 gelijk is aan 0 (constante spaandoorsnede), moet een AANZETHOEK in Q467 groter dan 0 gedefinieerd worden. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 825
Invoer: 0...999.999 Q463 Maximale snijdiepte? Maximale diepte-instelling in radiale richting gerelateerd aan de radius. Invoer: 0.001...999.999 Q467 Aanzethoek? Hoek waaronder de aanzet Q463 plaatsvindt. De referentie- hoek is loodrecht op de rotatie-as. Invoer: 0...60 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 827
9 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. Tijdens de uitvoering van een draadsnijgang werkt de draaiknop voor de aanzet-override niet. De draaiknop voor de toerental-override is nog beperkt actief. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 828
De overloopbaan (Q466) moet voldoende lang zijn, opdat de snelheid van de aanzetassen kan worden vertraagd. Als de AANZETMETHODE Q468 gelijk is aan 0 (constante spaandoorsnede), moet een AANZETHOEK in Q467 groter dan 0 gedefinieerd worden. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 829
Invoer: -99999.999...+99999.999 Q492 Contourstart Z? Z-coördinaat van het startpunt Invoer: -99999.999...+99999.999 Q493 Contoureinde diameter? X-coördinaat van het eindpunt (opgave van diameter) Invoer: -99999.999...+99999.999 Q494 Contoureinde Z? Z-coördinaat van het eindpunt Invoer: -99999.999...+99999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 830
Hoek van de draaispil waaronder het begin van de schroef- draad moet plaatsvinden. Invoer: 0...359.999 Q475 Aantal schroefdraadgangen? Aantal gangen van de schroefdraad Invoer: 1...500 Q476 Aantal lege snedes? Aantal lege snedes zonder aanzet op gerede draaddiepte Invoer: 0...255 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 831
U kunt met de cyclus schroefdraad met één of meer draadgangen maken. Wanneer u in de cyclus geen draaddiepte invoert, gebruikt de cyclus een draaddiepte volgens norm. U kunt de cyclus voor bewerking aan de binnen- en buitenzijde gebruiken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 832
9 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. Tijdens de uitvoering van een draadsnijgang werkt de draaiknop voor de aanzet-override niet. De draaiknop voor de toerental-override is nog beperkt actief. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 833
Aanzethoek Q467 niet groter dan de draadflankhoek programmeren Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE TURN uitvoeren. Zowel de aanloop als de overloop vinden buiten de gedefinieerde contour plaats. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 834
Als de AANZETMETHODE Q468 gelijk is aan 0 (constante spaandoorsnede), moet een AANZETHOEK in Q467 groter dan 0 gedefinieerd worden. Wanneer u lokale Q-parameters QL in een contoursubprogramma gebruikt, moet u deze ook binnen het contoursubprogramma toewijzen of berekenen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 835
De aanloopbaan ligt buiten de gedefinieerde draadcontour. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0.1...99.9 Q466 Overloopbaan? Invoer: 0.1...99.9 Q463 Maximale snijdiepte? Maximale diepte-instelling loodrecht op de spoed Invoer: 0.001...999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 836
Hoek van de draaispil waaronder het begin van de schroef- draad moet plaatsvinden. Invoer: 0...359.999 Q475 Aantal schroefdraadgangen? Aantal gangen van de schroefdraad Invoer: 1...500 Q476 Aantal lege snedes? Aantal lege snedes zonder aanzet op gerede draaddiepte Invoer: 0...255 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 837
14 L X+80 Y+0 Z+2 R0 FMAX M303 15 CYCL CALL 16 M30 17 LBL 2 18 L X+60 Z+0 19 L X+70 Z-30 20 RND R60 21 L Z-45 22 LBL 0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 838
Deze functie moet door de machinefabrikant aangepast worden. U moet het gereedschap goed gedefinieerd hebben. "Draaibewerking met FreeTurn-gereedschap" Het NC-programma blijft ongewijzigd, behalve de oproep van de FreeTurn-gereedschapssneden, zie "Voorbeeld: Draaien met een FreeTurn-gereedschap", Pagina 855 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 839
Let op: botsingsgevaar! Wanneer de contour te dicht op het spanmiddel eindigt, kan tijdens de afwerking een botsing tussen gereedschap en spanmiddel optreden. Houd bij het opspannen rekening met zowel de gereedschapspositie als de vrijzetbeweging HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 840
Aanwijzingen voor het programmeren Voorafgaand aan de cyclusoproep moet u cyclus 14 CONTOUR of SEL CONTOUR programmeren om de subprogramma's te definiëren. Vóór de cyclusoproep moet u FUNCTION TCPM programmeren. HEIDENHAIN adviseert in FUNCTION TCMP het gereedschapsreferentiepunt REFPNT TIP- CENTER te programmeren.
Pagina 841
Grootst mogelijke toegestane hoek van de plaatsing tussen gereedschap en werkstuk met betrekking tot de Z-as. Invoer: –180...+180 Q567 Nabewerkingsovermaat contour? Contourparallelle overmaat die na het voorbewerken overblijft. De waarde werkt incrementeel. Invoer: -9...+99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 842
0: unidirectioneel; elke snede vindt plaats in contourrichting. De contourrichting is afhankelijk van Q499 1: bidirectioneel; sneden worden gemaakt in en tegen de contourrichting. De cyclus bepaalt voor elke volgende snede de beste richting Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 843
Om zwenkbewegingen te forceren, kunt u de invalshoek aan begin en einde van de contour definiëren. Hierbij kan ook bij eenvoudige contouren een groter bereik van de snijplaat worden gebruikt om de gereedschapsstandtijden te verhogen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 844
Q505. 4 De besturing trekt het gereedschap met de gedefinieerde aanzet met de veilig- heidsafstand terug 5 De besturing positioneert het gereedschap in ijlgang terug naar het startpunt van de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 845
, kan de simulatie van de latere bewerking afwijken. De cyclus berekent een botsingvrije baan. Hiervoor gebruikt deze uitsluitend de 2D-contour van de gereedschapshouder zonder de diepte in de Y-as. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 846
Positioneer het gereedschap vóór de oproep van de cyclus naar een veilige positie. De cyclus heeft in de contourbeschrijving een radiuscorrectie nodig (RL/RR). Vóór de cyclusoproep moet u FUNCTION TCPM programmeren. HEIDENHAIN adviseert in FUNCTION TCMP het gereedschapsreferentiepunt REFPNT TIP- CENTER te programmeren.
Pagina 847
Q557 Maximale invalshoek? Grootst mogelijke toegestane hoek van de plaatsing tussen gereedschap en werkstuk met betrekking tot de Z-as. Invoer: –180...+180 Q555 Hoekstap voor berekening? Stapgrootte voor de berekening van mogelijke oplossingen Invoer: 0.5...9.99 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 848
De waarde werkt incrementeel. Invoer: -9...+99.999 Q567 Nabewerkingsovermaat contour? Overmaat parallel aan de contour op de gedefinieerde contour, die na de nabewerking overblijft. De waarde werkt incrementeel. Invoer: -9...+99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 849
;INVALSHOEK ACTIEF ~ Q538=+0 ;INVALSHOEK START ~ Q539=+0 ;INVALSHOEK EINDE ~ Q565=+0 ;NABEWERKINGSOVERM. D ~ Q566=+0 ;NABEWERKINGSOVERM. Z ~ Q567=+0 ;NABEWERK.OVERM. CONT 12 L X+58 Y+0 FMAX M303 13 L Z+50 FMAX 14 CYCL CALL HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 852
21 M305 ; aanzet in mm per minuut 22 M137 ; gereedschap vrijzetten 23 M140 MB MAX ; freesmodus activeren 24 FUNCTION MODE MILL ; einde programma 25 M30 26 END PGM 9 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 854
24 L X+90 Z-1 25 L Z-8 26 L X+88 Z-10 27 L Z-15 28 L X+90 Z-17 29 L Z-25 30 RND R0.3 31 L X+144 32 LBL 0 33 END PGM 10 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 856
;NABEWERKINGSOVERM. D ~ Q566=+0 ;NABEWERKINGSOVERM. Z ~ Q567=+0 ;NABEWERK.OVERM. CONT ; startpunt benaderen 21 L X+105 Y+0 R0 FMAX ; cyclus oproepen 22 L Z+2 R0 FMAX M99 ; RESET-programma oproepen 23 CALL PGM RESET.H HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 857
44 RND R2 45 L Z-15 X+60 46 RND R2 47 L Z-55 48 RND R2 49 L Z-50 X+98 50 RND R2 51 L Z-60 52 LBL 0 53 END PGM FREETURN MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 858
Pagina 899 CALL- actief Cilindervormige binnen- of buitencontouren schuren Schuren met cirkel- en helixbanen, beweging eventueel met pendelslag overlapt 1025 SLPIJPEN CONTOUR (optie #156) Pagina 906 CALL- actief Slijpen van open en gesloten contouren HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 860
Cyclus 274 OCM NABEW. ZIJKANT Cyclus 1025 SLPIJPEN CONTOUR De besturing ondersteunt geen regelsprong tijdens de pendelslag. Zolang de pendelslag in het gestarte NC-programma actief is, kunt u niet omschakelen naar de werkstand Manual operation toepassing MDI. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 861
STOPPEN beëindigen. STOP of M0 beëindigt de pendelslag niet. U kunt de pendelslag in een gezwenkt bewerkingsvlak starten. U kunt echter het niveau niet wijzigen zolang de pendelslag actief is. De overlappende pendelbeweging kunt u ook met een freesgereedschap gebruiken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 862
Deze functie moet door de machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden. Cyclus 1001 PENDELSLAG STARTEN start een eerder gedefinieerde of een gestopte pendelbeweging. Wanneer er al een beweging wordt uitgevoerd, heeft de cyclus geen effect. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 863
Als er geen pendelslag is gedefinieerd door cyclus 1000 PENDELSL. DEFINIËREN dan komt de besturing met een foutmelding. Cyclusparameters Helpscherm Parameter Cyclus 1001 heeft geen cyclusparameter. Sluit de cyclusinvoer af met de toets END. Voorbeeld 11 CYCL DEF 1001 PENDELSLAG STARTEN HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 864
0: de stoppositie komt overeen met de startpositie +1: de stoppositie komt overeen met de huidige positie Invoer: 0, 1 Voorbeeld 11 CYCL DEF 1002 PENDELSLAG STOPPEN ~ Q1005=+0 ;PENDELSLAG WISSEN ~ Q1010=+0 ;PENDELSLAG STOPPOS. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 865
Dit leidt ertoe dat de assen evt. in omgekeerde richting bewegen. Wanneer u het dress-proces met FUNCTION DRESS END beëindigt, wordt de slijpschijf weer een gereedschap. Verdere informatie: "Dressen", Pagina 231 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 866
Niet elk slijpgereedschap hoeft te worden gedresst. Neem de aanwijzingen van uw gereedschapsfabrikant in acht. Houd er rekening mee dat de machinefabrikant de omschakeling naar de dress- modus misschien al in het cyclusverloop heeft geprogrammeerd. Verdere informatie: "Dressen", Pagina 231 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 867
Komschijf 1, 2, 5, 6 1, 3, 5, 7 niet ondersteund Wanneer u met het gereedschapstype dress-rol werkt, is alleen de slijppen toegestaan. Verdere informatie: "cyclus 1030 SCHIJFKANT ACT. (optie #156)", Pagina 909 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 868
Regel voor regel activeren Slijpschijf vóór de functie FUNCTION DRESS BEGIN in de buurt van het dress- gereedschap positioneren Na de functie FUNCTION DRESS BEGIN uitsluitend met cycli van HEIDENHAIN of uw machinefabrikant werken Na een NC-programmaonderbreking of stroomonderbreking de...
Pagina 869
Q330 Gereedschapsnummer of -naam? (optioneel) Nummer of naam van het dress-gereedschap. U kunt via de selectiemogelijkheid in de actiebalk het gereedschap direct uit de gereedschapstabel overnemen. -1: dress-gereedschap is vóór de dress-cyclus geactiveerd Invoer: -1...99999.9 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 870
Het referentiepunt is de geactiveerde schijfkant. De cyclus ondersteunt de volgende schijfkanten: Slijpstift Slijpstift speciaal Komschijf 1, 2, 5, 6 niet ondersteund niet ondersteund Verdere informatie: "cyclus 1030 SCHIJFKANT ACT. (optie #156)", Pagina 909 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 871
Regel voor regel activeren Slijpschijf vóór de functie FUNCTION DRESS BEGIN in de buurt van het dress- gereedschap positioneren Na de functie FUNCTION DRESS BEGIN uitsluitend met cycli van HEIDENHAIN of uw machinefabrikant werken Na een NC-programmaonderbreking of stroomonderbreking de...
Pagina 872
Verdere informatie: "Dressen", Pagina 231 Aanwijzing voor het programmeren De verplaatsingshoek moet zodanig worden gekozen, dat de schijfkant altijd binnen de slijpschijf blijft. Als dit niet in acht wordt genomen, verliest de slijpschijf de maatvastheid. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 873
0: de besturing lijnt de slijpschijf bij elke cyclusdefinitie in het NC-programma af. >0: de besturing richt de slijpschijf op basis van dit aantal op cyclusdefinities. Invoer: 0...99 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 875
Bij de strategie Pendelen wordt geen gereedschapsradiuscorrectie gebruikt. De cyclus ondersteunt de volgende schijfkanten: Slijpstift Slijpstift speciaal Komschijf niet ondersteund niet ondersteund 2, 6 Verdere informatie: "cyclus 1030 SCHIJFKANT ACT. (optie #156)", Pagina 909 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 876
Regel voor regel activeren Slijpschijf vóór de functie FUNCTION DRESS BEGIN in de buurt van het dress- gereedschap positioneren Na de functie FUNCTION DRESS BEGIN uitsluitend met cycli van HEIDENHAIN of uw machinefabrikant werken Na een NC-programmaonderbreking of stroomonderbreking de...
Pagina 877
Deze cyclus is alleen met het gereedschapstype komschijf toegestaan. Wanneer dit niet is gedefinieerd, komt de besturing met een foutmelding. De strategie Q1016 = 0 (pendelen) is alleen bij een recht kopvlak mogelijk (hoek HWA = 0). HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 878
Q330 Gereedschapsnummer of -naam? (optioneel) Nummer of naam van het dress-gereedschap. U kunt via de selectiemogelijkheid in de actiebalk het gereedschap direct uit de gereedschapstabel overnemen. -1: dress-gereedschap is vóór de dress-cyclus geactiveerd Invoer: -1...99999.9 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 879
Z-beweging in de dress-kinematica zonder aanzet uitgevoerd De cyclus ondersteunt de volgende schijfkanten: Slijpstift Slijpstift speciaal Komschijf 1, 2, 5, 6 niet ondersteund niet ondersteund Verdere informatie: "cyclus 1030 SCHIJFKANT ACT. (optie #156)", Pagina 909 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 880
3 Afhankelijk van de dress-strategie zet de besturing aan. Verdere informatie: "Dress-strategie", Pagina 881 4 Wanneer in Q1020 LOZE SLAGEN gedefinieerd is, verplaatst de besturing deze na de laatste verplaatsing. 5 De besturing verplaatst met FMAX naar de startpositie. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 881
3 Wanneer er meer dress-opdrachten zijn, wordt de procedure 1 tot en met 2 herhaald totdat de dress-procedure is voltooid. 4 Ten slotte verplaatst de besturing het gereedschap zonder aanzet in de Z-as van de dress-kinematica terug naar het andere omkeerpunt van de pendelbeweging. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 882
3 Aansluitend verplaatst de besturing het gereedschap zonder verplaatsing terug naar het andere omkeerpunt van de pendelbeweging. 4 Als er nog meer berichten zijn, wordt de procedure 1 t/m 3 herhaald totdat het bericht is voltooid. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 883
Regel voor regel activeren Slijpschijf vóór de functie FUNCTION DRESS BEGIN in de buurt van het dress- gereedschap positioneren Na de functie FUNCTION DRESS BEGIN uitsluitend met cycli van HEIDENHAIN of uw machinefabrikant werken Na een NC-programmaonderbreking of stroomonderbreking de...
Pagina 884
Afstand tussen slijpschijf en dress-rol bij de voorpositione- ring Invoer: 0...9,9999 Q253 Aanzet voorpositioneren? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benade- ren van de voorpositie in mm/min. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 885
(tegengestelde draairich- ting ten opzichte van de slijpschijf). <0: bij negatieve waarden draait het uitlijngereedschap op het contactpunt tegen de slijpschijf (dezelfde draairichting ten opzichte van de slijpschijf). Invoer: -99.999...+99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 886
De cyclus ondersteunt de volgende schijfkanten: Slijpstift Slijpstift speciaal Komschijf 1, 2, 5, 6 niet ondersteund niet ondersteund Verdere informatie: "cyclus 1030 SCHIJFKANT ACT. (optie #156)", Pagina 909 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 887
9 De besturing verplaatst zich in ijlgang naar de startpositie. Het aantal benodigde insteken berekent de besturing op basis van de breedte van de slijpschijf, de breedte van de dress-rol en de waarde van de parameter OVERLAPPING STEKEN Q510. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 888
Regel voor regel activeren Slijpschijf vóór de functie FUNCTION DRESS BEGIN in de buurt van het dress- gereedschap positioneren Na de functie FUNCTION DRESS BEGIN uitsluitend met cycli van HEIDENHAIN of uw machinefabrikant werken Na een NC-programmaonderbreking of stroomonderbreking de...
Pagina 889
Offset van het midden van de dress-rol in trek op het midden van de slijpschijf. Deze offset werkt in de Z-as van de dress- kinematica. De waarde werkt incrementeel. Wanneer Q1027=1, gebruikt de besturing geen middenver- stelling. Invoer: -999.999...+999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 890
Q330 Gereedschapsnummer of -naam? (optioneel) Nummer of naam van het dress-gereedschap. U kunt via de selectiemogelijkheid in de actiebalk het gereedschap direct uit de gereedschapstabel overnemen. -1: dress-gereedschap is vóór de dress-cyclus geactiveerd Invoer: -1...99999.9 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 892
De aanzet van de pendelslag wordt als spoed van de helixbaan met betrekking tot de breedte van de slijpschijf geprogrammeerd. U kunt ook cilinders zonder overflow volledig bewerken, bijvoorbeeld blinde gaten. Hiervoor programmeert u vrijloopbewegingen op de omkeerpunten van de pendelslag. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 893
12 De besturing stopt de pendelslag. Het slijpgereedschap verlaat de cilinder via een halve cirkel met veiligheidsafstand Q200. 13 Het slijpgereedschap verplaatst zich met AANZET VOORPOS. Q253 op de VEILIGHEIDSAFSTAND Q200 en vervolgens met ijlgang naar de VEILIGE HOOGTE Q260. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 894
100%. HEIDENHAIN adviseert met een aanzet-override van 100 % of groter te werken. Bij een aanzet-override kleiner dan 100 % kan niet meer worden gegarandeerd dat de cilinder bij de omkeerpunten volledig wordt bewerkt.
Pagina 895
Pagina 894 Als de slijpschijf breder is dan DIEPTE Q201 en de OFFSET OPPERVLAK Q1030, geeft de besturing de foutmelding geen pendelslag uit. De resulterende pendelslag zou in dit geval gelijk zijn aan 0. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 896
De offset dient als overloopbaan aan het opper- vlak voor de pendelslag. De waarde werkt absoluut. Invoer: 0...999.999 Q201 Diepte? afstand tussen werkstukoppervlak en bodem van de contour. De waarde werkt incrementeel. Invoer: -99999.9999...+0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 897
Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU Q253 Aanzet voorpositioneren? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benade- ren van de DIEPTE Q201. De aanzet werkt onder het COORD. OPPERVLAK Q203. Invoer in mm/min. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 898
Pagina 894. Invoer: 0...99.99 Q210 Lege runs boven? Aantal vrijloopbewegingen op het bovenste omkeerpunt van de pendelslag. Verdere informatie: "Overloop en vrijloopbewegingen bij de omkeerpunten van de pendelslag", Pagina 894. Invoer: 0...99.99 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 899
Dit komt overeen met slijpen met een snelslag. De zijdelingse verplaatsingen vinden plaats, afhankelijk van de definitie, boven of onder. De aanzet van de pendelslag programmeert u in de cyclus. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 900
Stijging per helixbaan = De besturing legt het traject van 10 mm in de gereedschapsas binnen een helix terug. Door de DIEPTE Q201 en de spoed per helixbaan ontstaan vijf helixbanen. Aantal helixbanen = HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 901
Daarom kunt u alleen aan het oppervlak een overloop in Q1030 definiëren. Wanneer u bijv. een doorgaande boring bewerkt, moet u rekening houden met de onderste overloop in de DIEPTE Q201. Wanneer Q1000=0, voert de besturing geen overlappende pendelbeweging uit. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 902
De offset dient als overloopbaan aan het opper- vlak voor de pendelslag. De waarde werkt absoluut. Invoer: 0...999.999 Q201 Diepte? afstand tussen werkstukoppervlak en bodem van de contour. De waarde werkt incrementeel. Invoer: -99999.9999...+0 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 903
0: zijdelingse verplaatsing onder en boven 1: eenzijdige levering afhankelijk van Q1031 Wanneer Q1031 = -1, vindt de zijdelingse verplaatsing boven plaats. Wanneer Q1031 = +1, vindt de zijdelingse verplaatsing onder plaats. Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 904
Invoer: –1, 0, +1 Q260 Veilige hoogte? Absolute hoogte waarop botsing met het werkstuk uitgeslo- ten is. Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF Q200 Veiligheidsafstand? Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 906
Wanneer u een benader- en vrijzetbeweging hebt geprogrammeerd, verschuift de startpositie bij elke volgende verplaatsing. Wanneer u geen benader- en vrijzet- beweging hebt geprogrammeerd, wordt automatisch een loodrechte beweging gegenereerd en wordt de startpositie niet bij de contour verschoven. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 907
Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO, FU Q253 Aanzet voorpositioneren? Verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het benade- ren van de DIEPTE Q201. De aanzet werkt onder het COORD. OPPERVLAK Q203. Invoer in mm/min. Invoer: 0...99999,9999 alternatief FMAX, FAUTO, PREDEF HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 909
Hier wordt onderscheid gemaakt tussen slijpen (FUNCTION MODE MILL/TURN) en dressen (FUNCTION DRESS BEGIN/END). Instructies De cyclus is uitsluitend toegestaan in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL, FUNCTION MODE TURN en FUNCTION DRESS als er een slijpgereedschap is geactiveerd. Cyclus 1030 is DEF-actief. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 910
Q1006 Kant van de slijpschijf? Definitie van de kant van het slijpgereedschap Selectie van de randen van de slijpschijf Slijpen Dressen Slijpstift Slijpstift speciaal Komschijf Voorbeeld 11 CYCL DEF 1030 SCHIJFKANT ACT. ~ Q1006=+9 ;SCHIJFKANT HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 911
Correctiegegevens hebben alleen invloed op het slijpen. Verdere informatie: "Dressen", Pagina 231 Instructies Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodi FUNCTION MODE MILL en FUNCTION MODE TURN uitvoeren. Cyclus 1032 is DEF-actief. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 912
Basisgegevens hebben een invloed, zowel bij het slijpen als bij het dressen. Wanneer u een initialisatie al hebt uitgevoerd (vinkje bij INIT_D is ingesteld), kunt u de correctiegegevens wijzigen. Correctiegegevens hebben alleen invloed op het slijpen. Verdere informatie: "Dressen", Pagina 231 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 913
-1: het actieve gereedschap uit de gereedschapsspil wordt gebruikt. Invoer: -1...99999.9 Voorbeeld 11 CYCL DEF 1033 SLIJPSCHIJF RADIUS CORR. ~ Q1012=+1 ;CORRECTIE INCR. ~ Q1007=+0 ;CORRECTIE RADIUS ~ Q330=-1 ;GEREEDSCHAP HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 915
30 LBL 0 ; contoursubprogramma 2 31 LBL 2 32 L X-25 Y-40 RR 33 L Y+40 34 L X+25 35 L Y-40 36 L X-25 37 LBL 0 38 END PGM GRINDING_CYCLE MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 916
;AANTAL AANZETTEN ~ Q1020=+3 ;LOZE SLAGEN ~ Q1022=+0 ;TELLER DRESSEN ~ Q330=-1 ;GEREEDSCHAP ~ Q1011=+0 ;FACTOR VC ; dress-procedure deactiveren 14 FUNCTION DRESS END ; einde programma 15 M30 16 END PGM DRESS_CYCLE MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 917
5 RND R2 FQ1018 ; eindpositie X benaderen 6 L X+6 FQ1018 ; eindpositie Z benaderen 7 L Z-5 FQ1018 ; uitgangspositie benaderen 8 L X-5 Z-5 R0 FMAX 9 END PGM 11 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 918
5 RND R2 FQ1018 ; eindpositie X benaderen 6 L X-6 FQ1018 ; eindpositie Z benaderen 7 L Z-5 FQ1018 ; uitgangspositie benaderen 8 L X+5 Z-5 R0 FMAX 9 END PGM 11 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 919
Bovendien verplaatst de frees zich in axiale richting langs het werkstuk. Wanneer de cyclus 880 TANDWIEL AFWIKKELFR. actief is, wordt eventueel het coördinatensysteem geroteerd. Daarom moet u, nadat de cyclus is beëindigd, altijd cyclus 801 ROT. COOERD.SYSTEEM RESETTEN en M145 programmeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 920
Neem uw component zo ver uit het spanmiddel, dat de door de cyclus automatisch aangehouden verlenging van start- en eindpunt met de veiligheidsafstand Q460 niet tot een botsing leidt HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 921
Q541 x S. Voor Q541=238 en S=15 volgt daaruit een toerental van het gereedschap van 3570/min. Programmeer vóór de cyclusstart de rotatierichting van uw werkstuk (M303/M304). HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 922
Gereedschap beschrijven: spilrotatierichting van de afwikkel- frees 3: rechtsom draaiend gereedschap (M3) 4: linksom draaiend gereedschap (M4) Invoer: 3, 4 Q547 Hoekoffset van tandwiel? Hoek waarmee de besturing het werkstuk bij de cyclusstart roteert. Invoer: –180...+180 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 923
Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF Q553 GS: L-offset start bewerking? Vastleggen, vanaf welke de lengteverstelling (L-OFFSET) het gereedschap moet worden gebruikt. Met deze waarde verschuift de besturing het gereedschap in langsrichting. De waarde werkt incrementeel. Invoer: 0...999.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 924
Invoer: 0...99.999 Q505 Aanzet nabewerken? Aanzetsnelheid bij de nabewerking. Wanneer u M136 hebt geprogrammeerd, interpreteert de besturing de aanzet in millimeter per omwenteling, zonder M136 in millimeter per minuut. Invoer: 0...99999.999 alternatief FAUTO HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 925
;L-OFFS GEREEDSCHAP ~ Q551=+0 ;STARTPUNT IN Z Q552=-10 ;EINDPUNT IN Z Q463=+1 ;MAX. SNIJDIEPTE ~ Q460=+2 ;VEILIGHEIDSAFSTAND ~ Q488=+0.3 ;AANZET INSTEKEN ~ Q478=+0.3 ;AANZET VOORBEWERKEN ~ Q483=+0.4 ;OVERMAAT DIAMETER ~ Q505=+0.2 ;AANZET NABEWERKEN HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 926
X+ (Q550=0) rechtsom (M303) Bewerkingszijde Rotatierichting van de tafel: X- (Q550=1) linksom (M304) Gereedschap: linkssnijdend M4 Bewerkingszijde Rotatierichting van de tafel: X+ (Q550=0) linksom (M304) Bewerkingszijde Rotatierichting van de tafel: X- (Q550=1) rechtsom (M303) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 927
Rotatierichting van de spil bijv. M3 of M303 Positioneer de cyclus overeenkomstig uw keuze MILL of TURN vóór Cyclusdefinitie CYCL DEF 285 TANDWIEL DEFINIEREN. Cyclusdefinitie CYCL DEF 286 TANDW. AFWIKKELFREZEN of CYCL DEF 287 TANDWIEL ROLSTEKEN. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 928
Houd er rekening mee dat u voor de cyclusoproep het toerental van de master- spil moet programmeren. D.w.z. in de freesmodus voor de gereedschapsspil en in de draaimodus voor de werkstukspil. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 929
Let bij berekeningen van een binnenvertanding op de voortekens. Voorbeeld: berekening van de kopcirkeldiameter Buitenvertanding: Q540 * (Q541 + 2) = 1 * (+46 + 2) Binnenvertanding: Q540 * (Q541 + 2) = 1 * (-46 + 2) HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 930
Houd er rekening mee dat de kopcirkeldiameter altijd groter is dan de voetcirkel- diameter, ook bij een binnenvertanding. Voorbeeld binnenvertanding: de kopcirkeldiameter bedraagt -40 mm, de voetcir- keldiameter bedraagt -45 mm, d.w.z. de kopcirkeldiameter is ook hier groter dan de voetcirkeldiameter. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 931
Invoer: 0...9,9999 Q544 Hellingshoek? Hoek waaronder de tanden bij een schuine vertanding ten opzichte van de asrichting schuin staan. Bij rechte vertan- ding bedraagt deze hoek 0°. Invoer: -60...+60 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 932
Zowel voorbewerken als nabewerken kan plaatsvinden met x-snijkanten ten opzichte van een gedefinieerde hoogte op het gereedschap. Dit betekent dat alle snijkanten kunnen worden gebruikt om de algehele levensduur van het gereedschap te verlengen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 933
NMAX een waarde hebt ingevoerd, reduceert de besturing het toerental tot deze waarde. Vermijd toerentallen van de master-spil kleiner dan 6 1/min, om veilig een aanzet in mm/omw te kunnen gebruiken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 934
S=15 volgt daaruit een toerental van het gereedschap van 3570 1/min. Cyclusparameters Helpscherm Parameter Q215 Bewerkingsomvang (0/1/2/3)? Bewerkingsomvang vastleggen: 0: voor- en nabewerken 1: alleen voorbewerken 2: alleen nabewerken op eindmaat 3: alleen nabewerken op overmaat Invoer: 0, 1, 2, 3 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 935
Hoek waarmee de besturing het werkstuk bij de cyclusstart roteert. Invoer: –180...+180 Q550 Bew.zijde (0=pos./1=neg.)? Vastleggen aan welke zijde de bewerking plaatsvindt. 0: positieve bewerkingszijde van de hoofdas in I-CS 1: negatieve bewerkingszijde van de hoofdas in I-CS Invoer: 0, 1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 936
Bij schuine Q554 vertandingen kunnen zo de toegepaste snijkanten van het gereedschap worden begrensd. Wanneer 0 is gedefinieerd, is de gesynchroniseerde verschui- ving niet actief. Invoer: -99...+99.9999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 937
Aantal snijkanten waarmee de besturing bij het nabewerken het gereedschap in lengterichting verschuift. Dit wordt incre- menteel bij de parameter Q553 verschoven. Wanneer u 0 invoert, is de verschuiving niet actief. Invoer: -99...+99 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 938
Linksom (bijv. M304) Gereedschap: linkssnijdend M4 Bewerkingszijde Rotatierichting van de tafel X+ (Q550=0) Linksom (bijv. M304) X- (Q550=1) Rechtsom (bijv. M303) Houd er rekening mee dat de rotatierichtingen in speciale gevallen van deze tabellen afwijken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 939
Controleer vóór de uitvoering van een bewerking of de rotatierichtingen van de beide spillen correct zijn. Definieer eventueel een laag toerental, om de richting optisch veilig te kunnen beoordelen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 940
Deze waarden berekent de besturing zelf. De tussentijdse waarden van de aanzet zijn echter afhankelijk van de factor HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 941
Wanneer slechts twee sneden in Q240 geprogrammeerd zijn, wordt de laatste verplaatsing uit Q587 en de laatste aanzet uit Q589 genegeerd. Wanneer slechts één snede is geprogrammeerd, wordt ook de eerste verplaatsing uit Q586 genegeerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 942
Hoek van de flanken van het rolschilgereedschap. Voer deze waarde met decimalen in. Voorbeeld: 0°47'=0,7833 Invoer: -60...+60 Q546 Rotatierichting spil omkeren? Draairichting van de slave-spil wijzigen: 0: draairichting wordt niet gewijzigd 1: draairichting wordt gewijzigd Invoer: 0, 1 Pagina 946 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 943
Maat waarmee het gereedschap bij de eerste snede wordt verplaatst. De waarde werkt incrementeel. Wanneer in Q240 een pad voor een technologietabel is vastgelegd, werkt deze parameter niet, zie "Technologietabel voor cyclus 287 Tandwiel afwikkelschalen", Pagina 1926 Invoer: 0.001...99.999 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 944
Hoe groter de waarde, hoe sneller de aanpassing van de aanzetten op aan de laatste aanzet plaatsvindt. Wanneer in Q240 een pad voor een technologietabel is vastgelegd, werkt deze parameter niet, zie "Technologietabel voor cyclus 287 Tandwiel afwikkelschalen", Pagina 1926 Invoer: 0...1 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 946
Linksom (bijv. M304) Gereedschap: linkssnijdend M4 Bewerkingszijde Rotatierichting van de tafel X+ (Q550=0) Linksom (bijv. M304) X- (Q550=1) Rechtsom (bijv. M303) Houd er rekening mee dat de rotatierichtingen in speciale gevallen van deze tabellen afwijken. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 947
Controleer vóór de uitvoering van een bewerking of de rotatierichtingen van de beide spillen correct zijn. Definieer eventueel een laag toerental, om de richting optisch veilig te kunnen beoordelen. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 949
; freesmodus activeren 17 FUNCTION MODE MILL ; gereedschap in gereedschapsas terugtrekken 18 M140 MB MAX ; rotatie terugzetten 19 L A+0 C+0 R0 FMAX ; einde programma 20 M30 21 END PGM 8 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 951
; freesmodus activeren 14 FUNCTION MODE MILL ; fereedschap in gereedschapsas terugtrekken 15 M140 MB MAX ; rotatie terugzetten 16 L A+0 C+0 R0 FMAX ; einde programma 17 M30 18 END PGM 7 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 953
; freesmodus activeren 14 FUNCTION MODE MILL ; gereedschap in gereedschapsas terugtrekken 15 M140 MB MAX ; rotatie terugzetten 16 L A+0 C+0 R0 FMAX ; einde programma 17 M30 18 END PGM 7 MM HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 956
M-CS is hierbij het referentiesysteem. De positie en oriëntatie van de volgende referentiesystemen worden op basis daarvan met transformaties bepaald. Definitie Transformaties Translatorische transformaties maken een verschuiving langs een getallenstraal mogelijk. Rotatorische transformaties maken een rotatie met één punt mogelijk. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 957
De coördinatenoorsprong heeft de coördinaten X+0, Y+0 en Z+0. 15.1.3 Machinecoördinatensysteem M-CS Toepassing In het machinecoördinatensysteem M-CS programmeert u constante posities, bijvoorbeeld een veilige positie voor het terugtrekken. Ook de machinefabrikant definieert constante posities in M-CS, bijvoorbeeld de gereedschapswisselpositie. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 958
Het machinenulpunt ligt niet per se in het theoretische snijpunt van de fysieke assen. Het kan zich ook buiten het verplaatsingsbereik bevinden. Positie van het machinenulpunt in de machine HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 959
Omdat de waarden van de palletreferentiepunttabel niet zichtbaar zijn of niet kunnen worden bewerkt, bestaat er tijdens alle bewegingen gevaar voor botsingen! Documentatie van uw machinefabrikant in acht nemen Palletreferentiepunten uitsluitend in combinatie met pallets gebruiken HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 960
Eigenschappen van het basiscoördinatensysteem B-CS Het basiscoördinatensysteem B-CS is een driedimensionaal cartesiaans coördinatensysteem waarvan de coördinatenoorsprong het einde van de kinematicabeschrijving is. De machinefabrikant definieert de oorsprong van de coördinaat en de oriëntatie van B-CS. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 961
Palletreferentiepunten uitsluitend in combinatie met pallets gebruiken 15.1.5 Werkstukcoördinatensysteem W-CS Toepassing In het werkstukcoördinatensysteem W-CS definieert u de positie en oriëntatie van het bewerkingsvlak. Hiervoor programmeert u transformaties en zwenkt u het bewerkingsvlak. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 962
Verdere informatie: "Referentiepuntbeheer", Pagina 971 W-CS B-CS Transformaties in het werkstukcoördinatensysteem W-CS HEIDENHAIN adviseert de toepassing van de volgende transformaties in het werkstukcoördinatensysteem W-CS: Functie TRANS DATUM voor het zwenken van het bewerkingsvlak Verdere informatie: "Nulpuntverschuiving met TRANS DATUM", Pagina 995 Functie TRANS MIRROR of cyclus 8 SPIEGELEN vóór het zwenken van het bewer-...
Pagina 963
De functie werkt in het zogenoemde gemodificeerde werkstukcoördina- tensysteem. De functie werkt na de functies Verschuiving (W-CS) en Spiegeling (W-CS) en vóór het zwenken van het bewerkingsvlak. Verdere informatie: "Globale Programmeinstellungen GPS", Pagina HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 964
W- Verdere informatie: "Werkstukcoördinatensysteem W-CS", Pagina 961 Wanneer in W-CS geen transformaties zijn gedefinieerd, zijn de positie en oriëntatie van W-CS en WPL-CS identiek. W-CS WPL -CS WPL -CS HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 965
Coördinaattransformatie | Referentiesystemen Transformaties in het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS HEIDENHAIN adviseert de toepassing van de volgende transformaties in het bewerkingsvlakcoördinatensysteem W-CS: Functie TRANS DATUM Verdere informatie: "Nulpuntverschuiving met TRANS DATUM", Pagina 995 Functie TRANS MIRROR of cyclus 8 SPIEGELEN Verdere informatie: "Spiegeling met TRANS MIRROR", Pagina 996 Verdere informatie: "cyclus 8 SPIEGELEN", Pagina 981...
Pagina 966
De waarden van de aanvullende zwenking hebben hierbij echter altijd betrekking op het actuele WPL-CS. 15.1.7 Invoercoördinatensysteem I-CS Toepassing De geprogrammeerde waarden in het NC-programma zijn gerelateerd aan het invoercoördinatensysteem I-CS. Met behulp van positioneerregels programmeert u de positie van het gereedschap. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 967
W-CS, van het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS en van I- CS identiek. Bij een zuivere 3-assige bewerking zijn het werkstukcoördinatensysteem W-CS en het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS identiek. Alle transformaties beïnvloeden in dit geval het invoercoördinatensysteem I-CS. Verdere informatie: "Bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS", Pagina 964 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 968
Coördinaattransformatie | Referentiesystemen 15.1.8 Gereedschapscoördinatensysteem T-CS Toepassing In het gereedschapscoördinatensysteem T-CS stelt de besturing gereedschapscorrecties en een gereedschapsinstelling in. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 969
Additionele functie M128 (optie #9) Verdere informatie: "Gereedschapsinstelling automatisch compenseren met M128 (optie #9)", Pagina 1283 Functie FUNCTION TCPM (optie #9) Verdere informatie: "Gereedschapsinstelling compenseren met FUNCTION TCPM (optie #9)", Pagina 1051 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 970
3D-gereedschapscorrectie met vlaknormaalvectoren (optie #9) Verdere informatie: "3D-gereedschapscorrectie (optie #9)", Pagina 1075 Van de ingrijpingshoek afhankelijke 3D-gereedschapsradiuscorrectie met correc- tiewaardentabellen (optie #92) Verdere informatie: "Van de ingrijpingshoek afhankelijke 3D-radiuscorrectie (optie #92)", Pagina 1090 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 971
Als u een waarde in een regel met schrijfbeveiliging van de referentiepunttabel wilt schrijven, breekt de besturing af met een foutmelding. U moet eerst de schrijfbeveiliging van deze regel verwijderen. Verdere informatie: "Schrijfbeveiliging verwijderen", Pagina 1900 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 972
Maatfactor met de functie TRANS SCALE of de cyclus 11 MAATFACTOR Asspecifieke maatfactor met cyclus de 26 MAATFACTOR ASSPEC. Bij het zwenken van het bewerkingsvlak met behulp van PLANE-functies of cyclus 19 BEWERKINGSVLAK wordt de besturing niet teruggezet. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 973
Manual operation rekening houdt met een basisrotatie of 3D- basisrotatie. Verdere informatie: "Venster 3D-rotatie (optie #8)", Pagina 1046 De besturing toont bij een actieve basisrotatie of 3D-basisrotatie een symbool in het werkbereik Posities. Verdere informatie: "Actieve functies", Pagina 148 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 974
Met de knop Referentiepunt vastleggen in de functiebalk opent u het venster Referentiepunt vastleggen voor de groen gemarkeerde regel. Wanneer u Referentiepunt 0 selecteert, activeert de besturing automatisch regel 0 van de referentiepunttabel als werkstukrefe- rentiepunt. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 975
Verdere informatie: "Toepassing MDI", Pagina 1803 Afhankelijk van de machine kan uw besturing over een palletreferentiepunttabel beschikken. Wanneer een palletreferentiepunt actief is, zijn de referentiepunten in de referentiepunttabel gerelateerd aan dit palletreferentiepunt. Verdere informatie: "Palletreferentiepunttabel", Pagina 1819 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 976
Met het syntaxiselement KEEP TRANS kunt u definiëren dat de besturing de volgende transformaties behoudt: Functie TRANS DATUM Cyclus 8 SPIEGELEN en functie TRANS MIRROR Cyclus 10 ROTATIE en functie TRANS ROTATION Cyclus 11 MAATFACTOR en functie TRANS SCALE Cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 977
Het te kopiëren referentiepunt kunt u kiezen via het referentiepuntnummer of via de invoer in de kolom Doc. Als de invoer in de kolom Doc niet uniek is, kiest de besturing het referentiepunt met het laagste referentienummer. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 978
De correctiewaarden hebben betrekking op het actieve referentiesysteem. Wanneer u de OFFS-waarden corrigeert, hebben de waarden betrekking op het machinecoördinatensysteem M-CS. Verdere informatie: "Referentiesystemen", Pagina 956 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 979
De coördinaatwaarden uit nulpunttabellen zijn uitsluitend absoluut actief. U kunt nulpunttabellen in de volgende situaties instellen: Vaak terugkerende toepassing van dezelfde nulpuntverschuiving Terugkerende bewerkingen op verschillende werkstukken Terugkerende bewerkingen op verschillende posities van een werkstuk HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 980
Bestandsformaat Definitie Nulpunttabel 15.5 Cycli voor coördinaattransformaties 15.5.1 Basisprincipes Met cycli voor coördinatenomrekening kan de besturing een eenmaal geprogrammeerde contour op verschillende plaatsen op het werkstuk in een gewijzigde positie en grootte uitvoeren. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 981
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren. Wanneer u in het gezwenkte systeem met cyclus 8 werkt, wordt de onderstaande werkwijze geadviseerd: Programmeer eerst de zwenkbeweging en roep vervolgens cyclus 8 SPIEGELEN op! HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 982
Er mogen max. drie assen worden ingevoerd. Maximaal drie NC-assen mogelijk. Invoer: X, Y, Z, U, V, W, A, B, C Voorbeeld 11 CYCL DEF 8.0 SPIEGELEN 12 CYCL DEF 8.1 X Y Z HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 984
Factor SCL invoeren (Engels: scaling); de besturing verme- nigvuldigt de coördinaten en radiussen met SCL (zoals bij "Werking" beschreven). Invoer: 0.000001...99.999999 Voorbeeld 11 CYCL DEF 11.0 MAATFACTOR 12 CYCL DEF 11.1 SCL 0.75 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 985
Factor(en) van de asspecifieke vergroting of stuiking invoeren. Invoer: 0.000001...99.999999 Middelpuntcoörd. strekking? Centrum van de asspecifieke strekking of stuiking Invoer: -999999999...+999999999 Voorbeeld 11 CYCL DEF 26.0 MAATFACTOR ASSPEC. 12 CYCL DEF 26.1 X1.4 Y0.6 CCX+15 CCY+20 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 986
Wanneer u de schakelaar Programma-afloop in het 3D ROT menu (werkstand Manual operation/toepassing Manual operation) actief hebt ingesteld, wordt de in dit menu ingevoerde hoekwaarde van cyclus 19 BEWERKINGSVLAK overschreven. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 987
(ashoek) of als hoekcomponenten van een schuin vlak (ruimtehoek) worden geïnterpreteerd. Met de machineparameter CfgDisplayCoordSys (nr. 127501) definieert de machi- nefabrikant in welk coördinatensysteem de statusweergave een actieve nulpunt- verschuiving weergeeft. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 988
Daardoor wordt de functie uitgeschakeld. Rotatie-assen positioneren Raadpleeg uw machinehandboek! De machinefabrikant legt vast of cyclus 19 de rotatie-assen automatisch positioneert, of dat de rotatie-assen in het NC-programma handmatig moeten worden gepositioneerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 989
; rotatie-assen positioneren met de bij cyclus 19 15 L A+Q120 C+Q122 R0 F1000 berekende waarden ; correctie activeren spilas 16 L Z+80 R0 FMAX ; correctie activeren bewerkingsvlak 17 L X-8.5 Y-10 R0 FMAX HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 990
Belangrijk: houd bij het terugzetten van de cycli een volgorde aan die tegengesteld is aan de volgorde bij het definiëren: 1 Nulpuntverschuiving activeren 2 Bewerkingsvlak zwenken activeren 3 Rotatie activeren Werkstukbewerking 1 Rotatie terugzetten 2 Bewerkingsvlak zwenken terugzetten 3 Nulpuntverschuiving terugzetten HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 991
Eventueel rotatie-assen in de 0°-positie brengen U kunt het referentiepunt op de volgende manieren vastleggen: Handmatig door aanraken Gestuurd met een HEIDENHAIN 3D-tastsysteem Automatisch met een HEIDENHAIN 3D-tastsysteem "Tastcycli Referentiepunten automatisch vastleggen" "Referentiepunt vastleggen met tastsysteem voor werkstukken" HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 992
Als alternatief kunt u ook via de knop met het referentiepuntsymbool in de actiebalk het gewenste referentiepunt direct uit de referentiepunttabel selecteren. Invoer: 0...65535 Voorbeeld 11 CYCL DEF 247 REF.PUNT VASTL. ~ Q339=+4 ;REF.PUNT-NUMMER HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 993
20 L Z-5 R0 F200 21 L X+30 RL 22 L IY+10 23 RND R5 24 L IX+20 25 L IX+10 IY-10 26 RND R5 27 L IX-10 IY-10 28 L IX-10 IY-10 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 994
Verdere informatie: "Invoercoördinatensysteem I-CS", Pagina 966 Verwante onderwerpen Cycli voor coördinaattransformaties Verdere informatie: "Cycli voor coördinaattransformaties", Pagina 980 PLANE-functies (optie #8) Verdere informatie: "Bewerkingsvlak zwenken met PLANE-functies (optie #8)", Pagina 1003 Referentiesystemen Verdere informatie: "Referentiesystemen", Pagina 956 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 995
Verdere informatie: "Tabblad TRANS", Pagina 164 TRANS DATUM RESET Met de functie TRANS DATUM RESET kunt u een nulpuntverschuiving terugzetten. Het is daarbij niet van belang hoe u het nulpunt eerder hebt gedefinieerd. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 996
Met de functie TRANS MIRROR RESET kunt u een spiegeling resetten. Verwante onderwerpen Cyclus 8 SPIEGELEN Verdere informatie: "cyclus 8 SPIEGELEN", Pagina 981 Additieve spiegeling binnen de globale programma-instellingen GPS (optie #44) Verdere informatie: "Functie Spiegeling (W-CS)", Pagina 1169 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 997
Verdere informatie: "Aanduiding van de assen op freesmachines", Pagina 190 U kunt maximaal drie aswaarden selecteren. De besturing toont een actieve spiegeling in het tabblad TRANS van het werkbereik Status. Verdere informatie: "Tabblad TRANS", Pagina 164 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 998
Verdere informatie: "Werkstukcoördinatensysteem W-CS", Pagina 961 15.6.4 Rotatie met TRANS ROTATIE Toepassing Met de functie TRANS ROTATIE roteert u contouren of posities met een rotatiehoek. Met de functie TRANS DATUM RESET kunt u een rotatie resetten. HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 999
Absolute of incrementele rotatiehoek invoeren of rotatie reset- Vast of variabel nummer Aanwijzing Deze functie kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren. Verdere informatie: "Bewerkingsmodus omschakelen met FUNCTION MODE", Pagina 214 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1000
De besturing houdt bij het schalen rekening met alle coördinaatgegevens en maatgegevens uit cycli. De besturing toont een actieve schaalwaardebepaling in het tabblad TRANS van het werkbereik Status. Verdere informatie: "Tabblad TRANS", Pagina 164 1000 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1001
Deze functie kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL uitvoeren. Verdere informatie: "Bewerkingsmodus omschakelen met FUNCTION MODE", Pagina 214 Wanneer u een contour met inwendige radii verkleint, moet u op de juiste gereed- schapskeuze letten. Anders blijft eventueel restmateriaal staan. 1001 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1002
Gestuurd zwenken met de PLANE-functies in het NC-programma Verdere informatie: "Bewerkingsvlak zwenken met PLANE-functies (optie #8)", Pagina 1003 Gestuurd zwenken met de cyclus 19 BEWERKINGSVLAK Verdere informatie: "cyclus 19 BEWERKINGSVLAK optie #8)", Pagina 986 1002 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1003
Met het zwenken van het bewerkingsvlak kunt u op machines met rotatie-assen bijvoorbeeld meerdere werkstukzijden in één opspanning bewerken. Met behulp van de zwenkfuncties kunt u ook een scheef opgespannen werkstuk uitlijnen. 1003 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1004
Verdere informatie: "Zwenkoplossingen", Pagina 1040 Afhankelijk van de gedefinieerde hoeken en de machinekinematica kunt u selecteren of de besturing de rotatie-assen positioneert of uitsluitend het bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS oriënteert. Verdere informatie: "Transformatiewijzen", Pagina 1044 1004 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1005
Pagina 1028 RELATIV afzonderlijke, incrementeel werkende ruimtelijke hoek Definieert het bewerkingsvlak met behulp van max. Pagina 1033 AXIAL drie absolute of incrementele ashoeken Zet het zwenken van het bewerkingsvlak terug Pagina 1032 RESET 1005 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1006
PLANE-parameters (bijv. alle drie ruimtehoeken) stelt uitsluitend de hoek, niet de functie terug. Als u met de functie M138 het aantal zwenkassen begrenst, kunnen daardoor de zwenkmogelijkheden op uw machine worden beperkt. Of de besturing rekening 1006 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1007
Voorbeeld gemonteerde hoekkop met vaste gereedschapsrichting Y: Voorbeeld 11 TOOL CALL 5 Z S4500 12 PLANE SPATIAL SPA+0 SPB-90 SPC+0 STAY De zwenkhoek moet exact passen bij de gereedschapshoek, anders komt de besturing met een foutmelding. 1007 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1008
De definitie is niet machinespecifiek, dus onafhankelijk van de aanwezige rotatie-assen. Verwante onderwerpen Een afzonderlijke, incrementeel werkende ruimtehoek definiëren Verdere informatie: "PLANE RELATIV", Pagina 1028 Ashoekinvoer Verdere informatie: "PLANE AXIAL", Pagina 1033 1008 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1009
U kunt daarom als alternatief de ruimtehoeken definiëren door zich drie op elkaar voortbouwende rotaties in de zwenkvolgorde C-B-A voor te stellen. Met dit alternatief kan uitsluitend een coördinatensysteem worden bekeken van het gewijzigde bewerkingsvlakcoördinatensysteem WPL-CS. Verdere informatie: "Instructies", Pagina 1012 1009 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...
Pagina 1010
SPA+45, SPB+0 en SPC+180 voor de derde afkanting SPA+45, SPB+0 en SPC+270 voor de vierde afkanting De waarden zijn gerelateerd aan het niet-gezwenkte werkstukcoördinatensysteem W-CS. Let erop dat u vóór elke bewerkingsvlakdefinitie het werkstuknulpunt moet verschuiven. 1010 HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022...