Baanfuncties | Contour benaderen en verlaten
Functiebeschrijving
De besturing benadert de contour als volgt:
Een rechte van startpunt P
Een cirkelbaan die tangentieel in het eerste contourelement overgaat, van
hulppunt P
H
De cirkelbaan van P
de radius R. De rotatierichting van de cirkelbaan is afhankelijk van de actieve radi-
uscorrectie en het voorteken van de radius R.
De tabel toont het verband tussen de radiuscorrectie, het voorteken van de radius R
en de rotatierichting:
Radiuscorrectie
RL
RL
RR
RR
Voor de middelpuntshoek CCA geldt het volgende:
Alleen positieve invoerwaarden
Maximale invoerwaarde: 360°
APPR CT en APPR PCT programmeren
Wanneer deze baanvorm polair geprogrammeerd wordt, moet vooraf een
pool CC gedefinieerd worden.
Verdere informatie: "Poolcoördinatenoorsprong pool CC", Pagina 317
U definieert de benaderingsfunctie als volgt:
Met willekeurige baanfunctie startpunt P
HEIDENHAIN | TNC7 | TNCguide | 01/2022
naar een hulppunt P
S
naar het eerste contourpunt P
naar P
wordt vastgelegd door de middelpuntshoek CCA en
H
A
Voorteken R
Positief
Negatief
Positief
Negatief
APPR DEP selecteren
De besturing opent het venster NC-functie invoegen.
Baanvorm selecteren, bijvoorbeeld APPR CT
Coördinaten van het eerste contourpunt P
Middelpuntshoek CCA definiëren
Radius R van de cirkelbaan definiëren
Radiuscorrectie RR/RL selecteren
H
A
Draairichting
Tegen de klok in
Met de klok mee
Met de klok mee
Tegen de klok in
benaderen
S
definiëren
A
11
333